De uitdrukking “pappen en nathouden” wordt nog geregeld gebruikt. Meestal om aan te geven dat bijvoorbeeld maar halfslachtig werk geleverd wordt. Er wordt niet heel hard gewerkt, vooral zodat men maar aan de gang kan blijven of een zaak onder controle kan houden. De herkomst van de uitdrukking is niet helemaal duidelijk.
Volgens het bekende spreekwoordenboek van taalkundige Kornelis ter Laan (1871-1963) duidt de ‘pap’ in deze uitdrukking, op medicinale papjes die artsen vroeger wel eens op gezwellen legden, zodat deze niet uitgesneden hoefde te worden. De hoop was dat deze pap het genezingsproces bevorderde. Nadat het papje was aangebracht, moest men afwachten of de zaak inderdaad verbeterde. Wie een patiënt dan bezocht en vroeg hoe het er mee stond, kon dus nog niet zoveel duidelijk geven. Het was nog “pappen en nathouden”…
De Nederlandse taalkundige F.A. Stoett kwam in zijn Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925) met een andere verklaring van de herkomst. Hij meende dat het “pappen en nathouden” slaat op drinken en brassen. Stoett wijst ook op een oud rijmpje…
Toen was ’t nat houden en pappen,
Heel den lieven, langen dag.
Mijn gezicht blonk van de geestdrift,
Net de nationale vlag.
Volgens een andere lezing slaat het ‘pappen’ op het behangen van wanden. Het behangpapier moest continu nat gehouden worden omdat het anders niet wilde plakken en uiteindelijk met behangerspap aan de wand bevestigd worden.
Lijst met historische uitdrukkingen en gezegden
Boekenrubriek: Taalgeschiedenis
Bronnen ▼
-http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/aanpappen
-https://onzetaal.nl/taaladvies/pappen-en-nathouden/
-Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen – K. er Laan, 1988