Peter Paul Rubens, Vlaams barokschilder
Peter Paul Rubens werd op 28 juni 1577 geboren in het graafschap Nassau in Duitsland. Hij groeide op in Antwerpen, een stad die zijn calvinistische vader in 1568 moest ontvluchten de toegenomen vervolging van protestanten onder het bewind van de hertog van Alva in de Spaanse Nederlanden. Ze keerden weer terug naar Duitsland, naar Keulen deze keer.
Zijn vader was een Antwerpse magistraat, en wist zich in Duitsland op te werken tot adviseur van Anna van Saksen, dochter van de keurvorst Maurits. Hij werd ook haar minnaar. Aangezien Anna de tweede vrouw van stadhouder Willem van Oranje zou worden, en vader Jan Rubens, ondanks het feit dat hij al getrouwd was, een kind verwekte bij de prinses, die dus onze Vader des Vaderlands als stiefvader kreeg, had de familie Rubens toegang tot de hoogste Europese kringen. Toen Peter Paul in 1577 geboren werd, nu wel verwekt bij de wettige vrouw van Jan, Maria Pijpelincks, had hij dus een koninklijke halfzus.
Dat wilde echter niet zeggen dat vader Rubens niet moest boeten voor de affaire: hij werd gevangen gezet. Uiteindelijk keerde Rubens met zijn moeder weer terug naar Antwerpen, waar hij als katholiek werd opgevoed. Hij had een zekere afkeer gekregen van zijn protestantse vader, en zou zich in zijn werkzame leven presenteren als een contrarevolutionair schilder: traditioneel en klassiek, wars van vernieuwing. Zijn werken ademen een Bijbelse en klassieke sfeer, op een geëxalteerde manier die tegenwoordig niet meer bij iedereen in de smaak valt.
Aan het begin van de zeventiende eeuw zou Rubens echter wel zeer modieus en populair worden, maar dan vooral bij de conservatievere kunstliefhebbers. In Antwerpen studeerde hij Latijn en leerde hij de Klassieke Oudheid kennen, waaruit hij veel inspiratie haalde. Als meesterknecht trad hij in dienst bij indertijd bekende Antwerpse schilders.
De grootste invloed op het werk van Rubens zouden echter de al even klassiek geschoolde en barokke Italiaanse meesters hebben. In het jaar 1600 trok Rubens naar Venetië, waar hij beroemde werken van Titaan en Tintoretto aanschouwde. Hij trad als getraind societyfiguur in dienst van de hertog van Mantua, die voor hem een reis naar Florence bekostigde om nog meer ondergedompeld te worden in de kunst van de Italiaanse Renaissance.
Hofschilder
In 1609 keerde Rubens terug naar Antwerpen. Zijn faam was ondertussen al een beetje gevestigd. Door het Twaalfjarig Bestand kon hij als hofschilder aangesteld worden in de entourage van de landvoogd van de Spaanse Nederlanden, aartshertog Albert VII van Oostenrijk. Het geld stroomde binnen, en Rubens was al bij zijn leven een zeer welvarende kunstenaar, anders dan sommige andere bekende Nederlandse schilders zoals Van Gogh en in mindere mate Rembrandt.
Rubens liet in het centrum van Antwerpen een villa bouwen, geïnspireerd op de landhuizen die hij in Italië had gezien. Tegenwoordig is hierin het Rubenshuis gevestigd. De pracht en praal van de villa toonden dat Rubens invloedrijke opdrachtgevers had, en een stijl had ontwikkeld die zeer in de smaak viel bij zijn rijke klanten. De Franse koningin-weduwe Maria de’ Medici bestelde in 1621 twee grote allegorische werken ter nagedachtenis aan haar vermoorde echtgenoot, koning Hendrik IV van Frankrijk.
Peter Paul Rubens als diplomaat
Door al deze contacten aan verschillende koninklijk en adellijke hoven werd Rubens naast een zeer succesvol schilder ook een diplomaat: hij verbleef een tijdje aan het hof van de Spaanse koning en probeerde zelfs een vrede te bewerkstelligen tussen Spanje, de Nederlanden en Engeland. Kennelijk had de schilder de statuur verkregen om dergelijk aanzienlijk werk te verrichten.
Zijn belangrijkste nalatenschap is echter natuurlijk een behoorlijk uitgebreide collectie schilderijen. Hij was zelf zeer productief, maar wist, als een Andy Warhol avant la lettre, ook een zakenimperium op te zetten waarbij hij zichzelf als merk verkocht, maar anderen in zijn naam liet schilderen. Zijn atelier in Antwerpen werd een productiehuis van allerlei portretten, allegorische voorstellingen, Bijbelse taferelen en landschappen die door vermogende klanten werden besteld, en precies naar wens werden afgeleverd. Rubens voer er wel bij.
Rubens stierf op 30 mei 1640, acht jaar voor de definitieve vrede in West-Europa. De Tachtigjarige Oorlog had hem er echter niet van weerhouden een enorm fortuin te vergaren, misschien juist omdat de katholieke vorsten zo graag hun vroomheid en goede smaak wilden tonen door een Rubens met een klassieke voorstelling in hun paleis te hangen.
Rubens ongekend succesvolle carrière als kunstschilder maakte hem in bepaalde opzichten bij leven al tot verreweg de succesvolste kunstschilder der Lage Landen, en dat is een prestatie van formaat. Maak wat de rijken willen zien, en je kostje is gekocht.