De dertiende-eeuwse Rijmbijbel van Jacob van Maerlant staat bekend als het oudste geïllustreerde handschrift in het Nederlands. Het werk bevat een berijmde hervertelling van de Bijbel, gevolgd door een geschiedenis van de Joodse opstand tegen de Romeinen. Het oudst bewaard gebleven exemplaar was jarenlang niet te zien voor het publiek. Na een grondige restauratie is het werk nu echter weer te bewonderen in de Koninklijke Bibliotheek (KBR) in Brussel.
Onbekend is wie de opdrachtgevers waren van Maerlants teksten, maar het is zeker dat zijn werk in hogere kringen circuleerde, zoals aan het Hollands grafelijk hof. Jacob van Maerlant voltooide zijn tekst in 1271.

De Rijmbijbel sprak een gecultiveerd en bemiddeld publiek aan: enkele van de overgeleverde manuscripten zijn bijzonder kostbaar. In totaal zijn er vierenzestig handschriften bewaard gebleven, waarvan vijftien volledige. Een van deze luxehandschriften werd in Maerlants eigen tijd vervaardigd, en vermoedelijk zelfs nog tijdens zijn leven waarmee de kans bestaat dat de dichter het werk zelf ooit onder ogen kreeg. Dit exemplaar uit de collectie van de KBR (ms. 15001) dateert uit het laatste kwart van de dertiende eeuw. Het is daarmee de oudst bewaard gebleven Rijmbijbel. Met 159 miniaturen is het tegelijkertijd het rijkst geïllustreerde overgebleven handschrift.
Een ander exemplaar van de Rijmbijbel die in de tentoonstelling is te zien, dateert uit 1332 en is afkomstig uit de collectie van museum Huis van het Boek in Den Haag. Bijzonder aan dit exemplaar, dat zelden wordt uitgeleend, is dat het door boekverluchter Michiel van der Borch zowel is gedateerd als gesigneerd.
In de tentoonstelling in Brussel is tot eind dit jaar verder onder meer Van Maerlants encyclopedische werk Spiegel historiael te zien. Deze in de volkstaal geschreven wereldgeschiedenis op rijm beschrijft de geschiedenis vanaf de schepping tot het jaar 1250. Dit handschrift is uitgeleend door de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.

Restauratie
In de tentoonstelling in Brussel staat de oudst bewaard gebleven Rijmbijbel centraal. Ruim vijfentwintig jaar geleden werd vastgesteld dat schilfers van het bladgoud in dit manuscript loskwamen en dat een restauratie noodzakelijk was. Hoe dit delicate werk precies aangepakt moest worden, wist men echter niet goed en daarom besloot men het handschrift lange tijd op te bergen in een kluis, waardoor het ook niet meer te zien was voor het publiek.
In 2014, toen de juiste technieken en gelden beschikbaar waren, werd uiteindelijk een begin gemaakt met de restauratie. Het handschrift is de afgelopen periode ook volledig gedigitaliseerd. Dit leverde veel nieuwe informatie op. Geavanceerde scanners maakten het namelijk mogelijk ook door de miniaturen heen te kijken, wat meer inzicht gaf over het maakproces.