Een schout die zijn hond een grootse begrafenis geeft en een gedicht getiteld ‘Buitensex op het pothuis’. Het Westfries Museum in Hoorn staat de komende maanden met een tentoonstelling stil bij ‘roddel en achterklap in de Gouden Eeuw’.
Dat roddel tegenwoordig big business is, is bekend. Er wordt goed geld aan verdiend. Roddel is entertainment en inmiddels stevig geworteld in onze huidige cultuur. Maar hoe was dat vierhonderd jaar geleden? Volgens het Westfries Museum is er eigenlijk niet veel veranderd:
Er was in de zeventiende eeuw een markt voor smeuïge en sensationele nieuwtjes waarin bekende en prominente personen een rol spelen. En er waren schrijvers en drukkers die in die behoefte voorzagen en boek- en pamfletverkopers die hun boord verdienden met het aan de man brengen van al die boekjes, gedichten, liederen en schotschriften, waarvan vele op de tentoonstelling te zien zijn…
Sommige schrijvers namen in de Gouden Eeuw geen blad voor de mond. De Amsterdammers Mattheus Tengnagel en Jan Zoet bijvoorbeeld. Ziij publiceerden gedichten waarin, in heel duidelijk bewoordingen, stilgestaan werd bij de seksuele escapades van de Amsterdamse elite. Deze prominenten werden dan niet bij naam genoemd, iedereen wist precies om wie het ging. Een van de verhalen van Jan Zoet had ook een hele expliciete titel: Buitensex op het pothuis.
Dit soort schrijvers werden destijds ook wel drekpoëten genoemd, een mooi equivalent van onze huidige riooljournalisten.
Jan de Bont en zijn hond
In de tentoonstelling is er speciale aandacht voor het verhaal van Jan de Bont. Deze schout van Leiden was zo gek op zijn gezelschapshondje Tyter dat hij het dier na overlijden een officiële begrafenis gaf. Compleet met condoleance, rouwstoet en begrafenisdiner. In heel Nederland werd lacherig over dit verhaal gesproken en Joost van den Vondel maakte er zelfs verschillende hekeldichten op. De geschiedenis werd ook vastgelegd op enkele schilderijen.
De tentoonstelling in het Westfries Museum is onderverdeeld in negen categorieën, waaronder ook royalty. Bezoekers worden door deze onderdelen geleid door de luistervinck, de dame die staat afgebeeld op het gelijknamige schilderij van Nicolaas Maes. De roddels worden gepresenteerd in een stijl die aan de Story en de Privé doet denken. In de tentoonstelling komt ook het bekende verhaal van Nieuwsgierig Aagje uit Enkhuizen aan bod.
Roddel & Achterklap is nog tot en met 10 maart 2013 te zien in het Westfries Museum. De tentoonstelling sluit aan bij de televisieserie over de Gouden Eeuw.