Maand van de geschiedenis
Dark
Light

Rome 455, Washington 2021?

3 minuten leestijd
Rome 455, Washington 2021?
Rome 455, Washington 2021?

Als mijn uitgever het me vraagt, en als die uitgever ook nog inhoudelijk nadenkt over wat geschiedenis is, kan ik moeilijk weigeren. Vandaar: een stukje over de vergelijking in het plaatje hierboven. Mijn uitgever heeft gelijk: de grap, waarin de Vandalen van 455 staan tegenover de vandalen van 2021, veronderstelt een achterhaalde visie op de Vandalen. Wie de Vandalen waren, leest u maar in het boek van Mischa Meier. Mij gaat het vandaag om de vergelijking zelf.

Washington en Rome

Het is namelijk niet de enige recente vergelijking tussen gebeurtenissen in Washington en gebeurtenissen in het Romeinse Rijk. Hier staat bijvoorbeeld Donald Trump naast de Gracchi, de Pompeii en de Caesares die een einde maakten aan de Romeinse republiek. Er valt iets voor te zeggen. Een elite die privileges accepteerde zonder dienstbaarheid, werd ervaren als corrupt, had geen steun meer en ging ten onder. Maar ja: die analyse is zó algemeen dat ’ie altijd klopt. De instorting van het pausdom in de dertiende eeuw en de ondergang van het Franse absolutisme zijn andere voorbeelden. De vergelijking is zo breed dat ze zinledig is.

“Als iemand een parallel trekt tussen onze tijd en de Oudheid, informeer dan even welk vergelijkingsmodel de parallel rechtvaardigt. Als er geen antwoord komt, is aannemelijk dat de parallel onzinnig is.”

Ik heb ook de parallel gezien met de plundering van Rome in 410. Die vergelijking zou iets verhelderen als keizer Honorius aan Alarik opdracht had gegeven een paleis in Ravenna te bestormen en als Alarik aan het hoofd had gestaan van troepen vol vreemdelingenhaat. Zoals bekend stond Alarik aan het hoofd van een veteranenleger, bestormde hij geen regeringsgebouw maar een stad, en was dat niet de stad waar de vorst verbleef. Het leger bestond trouwens ook grotendeels uit vreemdelingen.

Vergelijkingstheorie

Het eigenlijke probleem is dat we appels en peren vergelijken. De grenzen van de vergelijkbaarheid zijn het thema van de vergelijkingstheorie. Historici proberen vat te krijgen op wat wel en niet vergelijkbaar is door samenlevingstypen te benoemen. Het bekendste voorbeeld is de vierslag Oudheid / Middeleeuwen / Nieuwe Tijd / Nieuwste Tijd. Je mag dus de heksenprocessen en de Spaanse Inquisitie vergelijken, omdat die in dezelfde periode plaats vonden, maar de vergelijking met McCarthyisme is lastiger.

Voor een economische analyse kun je afspreken dat je paleiseconomieën met paleiseconomieën mag vergelijken. En dat je op feodaliteit gebaseerde economieën met op feodaliteit gebaseerde economieën vergelijken kunt. En kapitalistische samenlevingen met kapitalistische samenlevingen. Ook kennen we de indelingen van Service en Fried. Daarin zijn de complexiteit en omvang van een maatschappij het uitgangspunt: horde, stam, chiefdom, vroege staat, ontwikkelde staat.

In gewoon Nederlands: het is betekenisloos het voorindustriële Romeinse Rijk te vergelijken met de postindustriële Verenigde Staten. Er is meer inzicht te winnen door de gebeurtenissen in Amerika te vergelijken met die in de Weimar-republiek. Mijn advies zou dus zijn: laat de Oudheid er gewoon buiten. Beperk je tot wat binnen de grenzen van de vergelijking zinvol is. Amerika vergelijken met Weimar is al ingewikkeld genoeg, we hoeven er niet ook de Oudheid nog bij te halen.

Manipulatie en gebrek aan ontwikkeling

U merkt: vergelijkingstheorie is geen hogere wiskunde. Waarom trekken mensen dan voortdurend parallellen tussen Oudheid en Nieuwste Tijd?

Eén verklaring zal gebrek aan algemene ontwikkeling zijn. Ik maak hierboven een vergelijking tussen Weimar en Washington omdat ik over Weimar weleens iets heb gelezen. Maar misschien is er in Latijns Amerika, waar ik niets van weet, wel een veel betere parallel. Die ken ik echter niet. En dat beperkt de parallellen die ik kan herkennen. Dus wie alleen boeken over de Romeinen leest, vergelijkt het heden als vanzelf daarmee. Dat is algemeen menselijk om te doen, maar je kunt jezelf aanleren dat parallellen onzinniger zijn naarmate ze verder teruggaan.

Er is een tweede verklaring: manipulatie. Wie de relatie tussen de EU en Rusland typeert met “nooit meer München”, dwingt anderen naar de relatie tussen de twee machtsblokken te kijken vanuit een bepaald perspectief. Wie, zoals op het plaatje, Washington in 2021 vergelijkt met Rome in 455, laat anderen naar Amerika kijken als naar een zieltogend Romeins Rijk, zelfs als de parallel niet verder gaat dan de woordovereenkomst “vandaal”. Opnieuw: we kunnen onszelf afleren zulke parallellen te geloven en aanleren ze te herkennen als onzinniger naarmate ze verder teruggaan.

Kwakgeschiedenis en kwakzalverij

Kortom: als iemand een parallel trekt tussen onze tijd en de Oudheid, informeer dan even welk vergelijkingsmodel de parallel rechtvaardigt. Als er geen antwoord komt, is aannemelijk dat de parallel onzinnig is. En misschien moet mijn uitgever eens een groep historici vragen een boek over vergelijkingstheorie te maken. Het is belangrijk. Als ook ik een parallel mag trekken: geschiedenis bedrijven zonder vakkennis is zoiets als geneeskunde overlaten aan kwakzalvers.

Jona Lendering is historicus, webmaster van Livius.org en docent bij Livius Onderwijs. Hij publiceerde verschillende boeken en verzorgt een nieuwsbrief over de Oudheid. Zie ook zijn blog: mainzerbeobachter.com