Singapore betekent Leeuwenstad. Meestal wordt dat als vaststaand feit beschouwd. Het is echter maar de vraag of het klopt. Poort naar China lijkt een betere vertaling van de naam van de voor scheepvaart en handel belangrijke Zuidoost-Aziatische stadstaat. Ook over de vroege geschiedenis van Singapore is weinig zeker. Onderstaand een inventarisatie, waarin feiten en mythes onvermijdelijk naast elkaar voorkomen.
1584 Willem van Oranje in Delft vermoord, 1600 slag bij Nieuwpoort, 1648 Vrede van Múnster. Zo spijkerhard als heel wat gegevens uit de Nederlandse geschiedenis zijn, zo vaag en met twijfel omgeven is de oudere geschiedenis van Singapore.
Geen enkel probleem, vond Kennedy Tregonning. In 1969 karakteriseerde deze hoogleraar geschiedenis aan de University of Singapore de prekoloniale historie van Singapore als irrelevant en ‘slechts van antiquarisch belang’. Hij doelde op alle eeuwen voor 1819, het jaar waarin Sir Thomas Stamford Raffles (1781-1826) een Britse handelspost stichtte die uitgroeide tot het huidige Singapore.
In 1824 sloten Nederland en Engeland een verdrag over Zuidoost-Azië. Nederland zou de Britse zeggenschap over het Maleisische schiereiland, inclusief Malakka en Singapore, niet langer dwarsbomen, de Britten gunden Nederland het ongestoorde gezag over Nederlands-Indië. Bij de dekolonisatie ging Singapore in 1963 eerst deel uitmaken van de onafhankelijke Federatie Maleisië, waarna het in 1965 een zelfstandige republiek werd.
Tregonning mocht de oudere Singaporese geschiedenis dan irrelevant vinden, anderen dachten daar anders over. Over die oudere historie zijn inmiddels bijna vierhonderd vóór 1819 gepubliceerde Europese werken geïnventariseerd. In het Latijn bijvoorbeeld, van de hand van de reislustige jezuïet Franciscus Xaverius (1506-1552), en ook in het Spaans, Portugees, Italiaans, Frans, Engels, Duits en Nederlands. Zo verscheen in 1726 het bekende Oud en nieuw Oost-Indiën van François Valentijn. Verder zijn er oude Chinese documenten waarin de locatie voorkomt die we nu kennen als Singapore.
Zo is er een heel vroege Chinese vermelding uit ongeveer het jaar 231: Pu Luo Zhong. Dat is zeer waarschijnlijk de Chinese transcriptie van het Maleise Pulau Ujong en dat betekent ‘eiland aan (of bij) het einde’ – bij het einde namelijk van het Maleisische schiereiland. Niet toevallig heette het huidige Johor (de zuidelijkste deelstaat op het vasteland van Maleisië) in die oude tijden Ujong Tanah (einde van het grondgebied). Ujong Tanah/Johor werd en wordt door een zeestraat gescheiden van Pulau Ujong, waarop Singapore ligt.
Oude kaarten
Lastig is dat er geen kaarten van het gebied bestaan van voor de zestiende eeuw. Onbekend is zelfs wanneer mensen in Zuidoost-Azië begonnen met het maken van kaarten. Toch ligt het volgens de Amerikaanse hoogleraar geografie Joseph Schwartzberg voor de hand dat vroege zeevaarders uit wat nu India en Indonesië is wel kaartmateriaal zullen hebben gebruikt. Sterker nog, er is schriftelijk (Chinees) bewijs dat in elk geval de Oost-Javaanse staat Kediri al in 1292-’93 over kaarten beschikte.
Schwartzberg heeft erop gewezen dat het al even logisch is dat dergelijke oude kaarten verloren zijn gegaan gezien de – zeker in het tropische klimaat – kwetsbare en vergankelijke materialen waarop ze zullen zijn gemaakt: palmblad, boombast, doek, koeienhuid. In wat nu Thailand is, bestond bovendien het verschijnsel chamra: periodiek werden niet meer actueel geachte manuscripten vernietigd.
Desondanks staat wel vast dat het eiland Singapore van de zevende tot en met de elfde eeuw lag in de invloedssfeer van het koninkrijk Srivijaya, dat zijn zetel had bij Palembang op Sumatra. Na de neergang van Srivijaya beconcurreerden het grote rijk Majapahit (dat opereerde vanuit Oost-Java) en het koninkrijk Ayutthaya (in Siam, nu Thailand) elkaar om de zeggenschap.
Veelal wordt ook als vaststaand beschouwd dat zich op de plek van Singapore oorspronkelijk een menselijke nederzetting bevond die Temasek of Temasik heette. De Chinese reiziger Wang Dayuan, die het eiland rond 1330 bezocht, transcribeerde dat in het Chinees als Danmaxi (單馬錫). Temasek is afgeleid van het Maleise tasik (= meer of zee), zodat de naam betekent: plaats omringd door de zee.
Twee verhalen over de naamsverandering
Overigens is er sinds 1999 wetenschappelijk debat of het bij Temasek en Singapore wel dezelfde locatie betreft. Gezien de complexiteit van de discussie blijft die hier verder buiten beschouwing. Maar zelfs als we uitgaan van de stelling dat het om dezelfde locatie gaat en dat de naam Temasek is veranderd in Singapore, dan nog blijft dat met onzekerheid omgeven. Want wanneer, door wie en in welke omstandigheden heeft die naamsverandering dan plaatsgevonden? Daarover bestaan twee verhalen. Het ene komt uit Sejarah Melayu (Maleise Geschiedenis, in Engelstalige literatuur aangeduid als Malay Annals). Het andere stamt uit Portugese bronnen, zoals Suma Oriental van ontdekkingsreiziger Tomé Pires (1465?-1524 of 1540).
Het vijftiende- of zestiende-eeuwse origineel van Sejarah Melayu is verloren gegaan. Wel is bekend dat er daarna diverse versies van zijn gemaakt. De oudste nog bestaande stamt uit 1612. Deze ‘geschiedenis’ omvat het in elk geval ten dele op mythes gebaseerde verhaal over de oorsprong en ontwikkeling van het sultanaat Malakka. Dat sultanaat zetelde in wat nu de stad Melaka is, ten noorden van Singapore aan de Maleisische westkust.
Volgens Sejarah Melayu kreeg prins Sang Nila Utama alias Sri Tri Buana (zijn officiële titel) uit Palembang (op Sumatra) tijdens een jachtpartij op een eiland een ander eiland met mooi wit strand in het oog. Op zijn vraag hoe het heette, antwoordde Indra Bopal, een hem begeleidende hoge functionaris: “Itulah, tuanku, tanah Temasik namanya” (De naam van dat gebied, mijn heer, is Temasik). Ze staken over en bij een riviermonding op dat Temasik zagen ze een vreemd dier. Dit is wat Sejarah Melayu verder vertelt:
Dat alles zou zich hebben afgespeeld in 1299.
Het andere verhaal stamt van bijna honderd jaar later, eind veertiende eeuw. Volgens deze versie had de vorst Parameswara (1344-ca. 1414) in Palembang een leeuwentroon in gebruik genomen die Palembangs claim moest symboliseren op het voormalige rijk Srivijaya. De machthebbers van Majapahit pikten dat niet. Ze verdreven Parameswara, die vluchtte naar Temasik, dat toen een vazalstaatje van de Siamezen (Thai) zou zijn geweest. Nadat hij in Temasik ongeveer een week te gast was geweest doodde Parameswara de plaatselijke leider, Sang Aji (zijn titel) Sangesinga en zwaaide er vervolgens zelf vijf jaar de scepter. Volgens deze versie werd in die tijd de naam Temasik veranderd in Singapura. Op zijn beurt werd Parameswara verdreven door hetzij Siamezen hetzij troepen van Majapahit. Hij vluchtte en stichtte vervolgens rond 1400 het sultanaat Malakka.
Singapore verschrompelde voor lange tijd tot een veel minder belangrijk havenplaatsje, volgens sommigen zelfs een simpele kampung (dorp). Op Nederlandse kaarten uit de zeventiende en een groot deel van de achttiende eeuw komt het niet eens voor. Wel het eiland waarop het lag en ligt: Lange Eylant of Lang Eiland, wat de letterlijke vertaling is van de Maleise naam Pulau Panjang voor het inderdaad langwerpige eiland. Pas vanaf 1780 is de naam Sinkapoor op Nederlandse kaarten te zien.
Leeuwenstad
Tot zover de oude geschiedenis van Singapore, waarover dus vooral veel onzekerheid bestaat. En dan nu die naam: Singapore. Sinds 1967 heeft de stadstaat een mascotte, de Merlion, bestaande uit het lijf van een vis en de kop van een leeuw. Ook die naam Merlion bestaat uit twee delen: mer (zee) staat voor de tijd waarin voor Temasik visserij belangrijk was, en lion (leeuw) verwijst naar wat de Singaporezen zeker menen te weten, namelijk dat Singapore betekent: Leeuwenstad. Dat laatste gaat dus terug op Sejarah Melayu, waarin staat dat Sri Tri Buana/Sang Nila Utama een vreemd dier zag dat een leeuw zou zijn.
Niet voor niets wees de Britse historicus Oliver W. Wolters er al in 1970 op dat toponiemen (plaatsnamen of, wat ruimer, geografische namen) nogal eens weerbarstig kunnen zijn. Het lijken soms wel bananenschillen waarover het makkelijk uitglijden is, al was het alleen maar omdat in de loop der tijd bij het overnemen van toponiemen soms schrijffouten zijn gemaakt die onbedoeld een verandering in de betekenis van een naam hebben veroorzaakt.
Nu spelen schrijffouten bij de naam Singapore gelukkig geen rol. De allereerste ongerijmdheid is wel dat op het eiland nooit leeuwen zijn voorgekomen, Onderzoekers hebben geopperd dat Sang Nila Utama misschien een tijger heeft gezien of dat in Sejarah Melayu sprake was van een mythisch dier dat op Sumatra in Minangkabause legendes voorkomt: de janggi.
De stichting van Singapore door Sang Nila Utama
Hoe dat ook zij, volgens één versie van het verhaal kreeg Sang Nila Utama te horen dat hij een leeuw had gezien en noemde hij de stad die hij stichtte daarom Singapura. Volgens de gangbare verklaring bestaat die naam uit twee uit het Sanskriet afgeleide delen: sing(h)a (leeuw) en pura (stad of plaats), Leeuwenstad dus. In de negentiende eeuw werd de naam Singapura vervangen door het meer Engelse Singapore, terwijl de lokale Chinese bewoners spraken over Xin-jia-po, Sengh-ka-po en Seng-chiu.
Poort naar China
De in de Verenigde Staten geboren Singaporese historicus Peter Borschberg heeft echter de kat de bel aangebonden. Volgens hem is Leeuwenstad als vertaling van Singapore onjuist. Zijn alternatief lanceerde hij in 2007 en heeft hij later verder onderbouwd. Hij pretendeert overigens niet de waarheid in pacht te hebben, maar rept over ‘een werkhypothese’ voor verder debat.
Borschberg bekeek kaarten uit 1492, 1502, 1508, 1513 en 1516. Daarop staat – enigszins verschillend geschreven – bij het zuidelijkste puntje van het Maleisische schiereiland dit toponiem: ba(r)xingapara, ba(r)cingapura en het wat verbasterde Bargumgapara. De plek van die namen op de kaarten plus de uitspraak ervan wijzen erop dat ze betrekking hebben op wat we nu kennen als Singapore.
Het eerste deel van die namen – ba(r) – komt volgens Borschberg uit het Perzisch. Het betekent haven, soms kust. Ter vergelijking noemt hij de geografische namen Malabar (in India) en Zanzibar (in Tanzania). En xin of cin is volgens hem een verbastering van China. Dan resteert het laatste deel van de namen: gapara en gapura. Dat zijn Maleise of Javaanse afleidingen van het woord gopara in het Sanskriet. Het betekent poort of toegangspoort. In het moderne Indonesisch betekent gapura trouwens erepoort.
Het geheel overziend, stelt Borschberg dat de namen Singapura, ba(r)xingapara en ba(r)cingapura niet uit elkaar moeten worden gehaald als singa-pura (leeuwen-stad), maar zo: ba(r)-cin-gapura. En dan is de betekenis: Poort naar de Kust (of het Rijk) van China of Poort naar de Haven van China.
Een blik op de kaart van Azië maakt dat zeer plausibel. De zeestraten bij Singapore vormen immers de smalle verbinding tussen de Golf van Bengalen/Indische Oceaan in het westen en de Zuid-Chinese Zee in het oosten. Voor uit het westen komende schepen kunnen de zeestraten bij Singapore inderdaad worden beschouwd als toegangspoort naar de Chinese invloedssfeer en naar China zelf.
Borschberg verbindt daaraan ook een tweede conclusie: de maritieme verbindingsweg bij Singapore tussen twee grote zeeën is niet genoemd naar de oude nederzetting en de latere stad, maar precies omgekeerd: de nederzetting is genoemd naar die maritieme verbinding, naar die zeepoort naar China.
De conclusie dat de nederzetting naar de zee-engte is vernoemd vindt steun in de postuum uitgegeven Comentarios (1557) van de Portugese admiraal en onderkoning van Goa (toenmalig Portugees India) Alfonso de Albuquerque (1453-1515). Hij vermeldt – net als de Portugese kroniekschrijver Joao de Barros (1496-1570) – dat de naam Singapura in het Portugees falsa demora betekent: riskante plaats om te verblijven of gevaarlijke plek om de (zee)reis te onderbreken. Ze doelden op verraderlijke moessonwinden met onstuimige wateren als gevolg die de toenmalige zeilschepen danig parten konden spelen. De Albuquerque en De Barros betrekken de naam Singapura dus in de eerste plaats op de waterwegen ter plaatse.
Borschberg maakt in dat verband nóg een opmerking. Als inderdaad de nederzetting naar de zee-engte is vernoemd, ondergraaft dat tevens het historisch toch al wankele verhaal in Sejarah Melayu over de waarneming van een leeuw, waarnaar Singapore zou zijn vernoemd.
Athene: is de stad naar de godin genoemd of omgekeerd?
Bronnen ▼
-Francesco Perono Cacciafoco, Gan Jing Yong Chloe: Naming Singapore: A Historical Survey on the Naming and Re-naming Process of the Lion City. In: Anale Universitaţii din Craiova, Anul XLII nr. 1-2 (Craiova 2020).
-Francesco Perono Cacciafoco, Zheng Zhe Darwin Shia: Singapore’s Pre-Colonial Place Names: A Philological Reconstruction developed through the Analysis of Historical Maps. In: Review of Historical Geography and Toponomastics, Vol. XV, Issues 29-30 (Timişoara 2020).
-Benjamin J.Q. Khoo: The Circulation of Premodern Knowledge of Singapore and it’s Straits before 1819. In: Chapters on Asia (Singapore 2021).
-Joseph E. Schwartzberg: Introduction to Southeast Asian Cartography en Conclusion to Southeast Asian Cartography, in: The History of Cartography, Volume 2, Book 2 (Chicago 1987-2020).