Ook wel Sjabtai Zwi. Joods visionair die dacht de messias te zijn en in 1666 de verlossing van het joodse volk zou brengen. Pionier van de Haskala, soort Verlichtingstroming binnen het Jodendom.
Ook het Jodendom kent een soort Verlichting: de Haskala. Een van de pioniers van deze Haskala is Sjabtai Tsevi. Na de inquisitie, rechtbank van de Rooms-Katholieke Kerk die zich vanaf de middeleeuwen bezighield met het opsporen en straffen van ketters, en de vele pogroms (plotselinge vervolging van met name Joden) in Oost Europa, kwam er door het aantreden van de “messias Sjabtai Tsevi” een ontlading middels de Haskala in 1665.
Zijn jeugd
Sjabtai Tsevi (SjaTs) werd op 23 juni 1626 geboren in Smyrna (huidige Ä°zmir, Turkije). Volgens de Joodse kalender was dat 9 Aw, de datum waarop Joden al duizenden jaren de verwoesting van de beide tempels herdenken.
Als zoon van een arme poelier uit Morea met een Sefardische (Spaans-Portugees-Joodse) achtergrond, weet Sjabtai al snel dat het gezin Tsevi vroeger niet altijd breed heeft gehad. Tijdens de oorlog tussen Turkije en Venetië verandert dit. Tsevi’s vader wordt dan onder Sultan Ibrahim I agent aan het Engelse huis en verwerft aanzienlijke rijkdom.
Zoals iedere Joodse jongen kreeg Sjabtai van zijn vader Talmoedles. In zijn jonge jaren woonde hij in de jesjive (Talmoedschool) van Smyrna. Deze jesjive stond onder leiding van rabbijn Joseph Escapa. Studies in de Halacha (Joodse wet) interesseerden de jonge Sjabtai niet, maar een of andere manier zou hij zich toch in de Talmoed (Rabbinale commentaren op de Geschreven en de Mondelinge Tora) bekwaamd hebben. Aan de andere kant werd hij door mystiek en de Kabbalah (Joodse mystiek) gefascineerd. Hij richtte zich daarbij met name op de leer van de kabbalist rabbi Jitschak Loeria (1534-1572).
Manisch depressief
In zijn jeugd begon Sjabtai vreemde stemmingswisseling te krijgen. Tegenwoordig zal men dit naar alle waarschijnlijkheid manische depressief noemen. In zo’n manische periode shockeerde hij de Joodse gemeenschap door in het openbaar onrein voedsel te eten en G’ds naam uit te spreken. Naar aanleiding van dit gedrag zetten de rabbijnen hem in 1656 de stad uit. Tijdens zijn omzwervingen kwam hij in Istanboel terecht waar hij verkondigde dat de Tora afgeschaft werd. Toen hij in 1662 in Jeruzalem kwam en opnieuw een aanval kreeg, geloofde hij dat hij demonisch bezeten was. Hij ging naar Nathan ben Levi, ook wel bekend als Nathan van Gaza. Nathan was een jonge Talmoedstudent die bedreven was in het uitdrijven van demonen. Net als Sjabtai had Nathan de Kabbalah van Loeria bestudeerd. Hij was van mening dat Sjabtai niet bezeten was. Door Sjabtai’s oneindige wanhoop was Nathan er juist van overtuigd dat deze man de messias was die de Joden zou verlossen. Nathan zag zichzelf als Elijahoe hanavi (Elia de profeet).
Huwelijk
In 1664 trad Sjabtai in het huwelijk met een zekere Sarah, een wees die een pogrom in Polen had overleefd. In Livorno (Italië) zou zij als prostituee haar geld hebben verdiend. Sjabtai, die in die tijd tijdelijk in Caïro zat, beweerde dat hij een visioen had over een ondeugdelijk meisje in Livorno die met de messias zou trouwen. Sarah werd naar hem in Caïro gebracht waar de twee trouwden. Dat het geen gelukkig huwelijk was, werd al snel duidelijk. Op alle mogelijke manieren vermeed hij lichamelijke contacten met zijn echtgenote. Op deze gronden vroeg Sarah uiteindelijk een scheiding aan, waar hij gewillig op in ging. Er zijn bronnen die beweren dat hij voor de tweede keer trouwde en dat dit huwelijk om dezelfde reden op de klippen liep. Omdat dit niet met zekerheid te zeggen is, houden we een eventuele tweede huwelijk in het midden.
Doorbraak en einde
Op 31 mei 1665 verkondigde Sjabtai in een jubelstemming – aangemoedigd door Nathan – dat hij de messias was. Omdat de Joodse Bijbel zes duidelijke kernpunten geeft waaraan Joden de messias zouden kunnen herkennen, lag het voor de hand dat de Joden en rabbijnen hem direct zouden afwijzen. Het tegendeel was waar. Sjabtai Tsevi werd door veel Joden in Israel als dé messias met open armen ontvangen. Sjabtai koos twaalf discipelen en benoemde hen tot richter van de stammen van Israël. Nathan schreef in de tussentijd brieven aan diverse Joodse gemeenschappen in Europa, wat hen uiteindelijk tienduizenden aanhangers opleverde. Van Aleppo tot Amsterdam werd de Joodse wereld in tweeën gesplitst: de voor- en de tegenstanders van Sjabtai Tsevi.
In het Ottomaanse Rijk stonden profeten op die beweerden visioenen te hebben gezien waarin Sjabtai Tsevi op een troon zat. Joden in Turkije lieten daarom de naam van de sultan uit hun gebeden weg en vervingen die naam met die van Sjabtai. Dat zal niet in goede aarde gevallen zijn, want toen Sjabtai in 1666 naar Istanboel kwam, werd hij opgepakt. Hij kreeg van de sultan een keus voorgelegd. Hij kon er voor kiezen moslim te worden. Deed hij dit niet dan zou hij zou ter dood veroordeeld worden. Sjabtai koos eieren voor zijn geld en werd Moslim. Hierna werd hij direct uit de gevangenis van Gallipoli vrijgelaten, verbannen naar Albanië en een welgesteld man door een toelage die hij ontvang. Direct probeerden de rabbijnen alles uit te wissen wat met Sjabtai Tsevi te maken had. Tot op de dag van vandaag generen veel Joden zich ervoor dat zogenaamde messias ooit door hen gevolgd werd. Toch waren er Joden die Sjabtai trouw bleven, ondanks zijn apostasie (afvalligheid). Zij konden zich niet voorstellen dat G’d het toe zou laten dat zij zo bij de neus werden beetgenomen.
Nathan bleef voor de rest van zijn leven prediken dat Sjabtai de messias was. Hij sprak Sjabtai’s bekering tot de Islam goed door door te beweren dat deze bekering noodzakelijk was geweest. Dankzij die bekering kon Sjabtai Tsevi zijn strijd tegen het kwaad voortzetten.
Hoe kon het zover komen?
De Poolse Joden waren door de grote pogrom van 1648 getraumatiseerd. De meeste Joden waren gedood of naar West-Europa gevlucht. De achtergebleven rabbijnen waren van de lagere klassen en hadden een schild van gehardheid opgetrokken. Rondreizende kabbalisten predikten ondertussen over demonische rijken. Tegelijkertijd waren er ook Oekraïense Joden die beïnvloed raakten door de christelijke piëtische bewegingen, protestantse bewegingen die in de zeventiende eeuw ontstonden en vooral op ervaringsreligie (religie waar iedere uitleg door middel van eigen ervaringen te controleren is) gebaseerd waren. Aangezien 1666 als het apocalyptisch jaar werd gezien, speelde Sjabtai Tsevi daar met zijn voorkomende uiterlijk en bepaalde mate van intellect handig op in.
Door de onderdrukkingen die eeuwen en eeuwen duurden zagen veel Joden in Sjabtai een lichtpuntje. De verlossing zou geen vage toekomstverwachting meer zijn. Omdat de Sefardiem, Joden van Spaanse afkomst, door de Kabbalah van Loeria van mening waren dat het einde naderde, werd Sjabtai door hen op handen gedragen. Het werd zelfs gevaarlijk om aan Sjabtai te twijfelen, omdat de aanhangers uit alle lagen van de bevolking kwamen.
Sjabtai Tsevi stierf rond 1676 op 30 september in Dulcigno (Ulcinj, Albanië).
~ Kirsten van Dijkhuizen-Van Calck