Sven Anders Hedin was in zijn tijd een internationaal beroemde ontdekkingsreiziger. Later was hij omstreden. Hij werd wereldberoemd vanwege zijn belangwekkende expedities in Centraal-Azië en Tibet, de publicaties daarover en zijn vele topografische en wetenschappelijke werk. Zijn reputatie werd omstreden vanwege zijn sympathie voor het Duitse leiderschap in de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Wie was deze Hedin? En, wat was zijn connectie met Nederland?
Hoe Hedin ontdekkingsreiziger werd
Dr. Sven Anders Hedin werd geboren op 19 februari 1865 in de Zweedse hoofdstad Stockholm, waar hij ook op 26 november 1952 overleed.1 In mei 1885 deed de twintigjarige Hedin eindexamen gymnasium aan de Beskowska skolan in Stockholm.2
Hedin werd door de vader van Erhard Sandgren gevraagd om als privéleraar van zijn zoon mee te gaan naar Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan. Sandgren werkte daar als ingenieur op de olievelden van Robert Nobel. Voordat Hedin afreisde volgde hij nog cursussen ‘topografie voor officieren’ en ‘portrettekenen’. In augustus 1885 ging hij met Erhard naar Bakoe en gaf hem daar zeven maanden les. In deze periode leerde Hedin zichzelf Latijn, Frans, Duits, Perzisch, Russisch, Engels en Tataars. Later leerde hij nog verschillende Perzische dialecten, alsook Turks, Kirgizisch, Mongools, Tibetaans en een beetje Chinees.
April 1886 reisde Hedin vanuit Bakoe per stoomschip over de Kaspische zee. Daaropvolgend trok hij door het Alborzgebergte, gelegen in het noorden van het huidige Iran, naar Teheran, Isfahan, Shiraz en de havenstad Bushehr aan de Perzische Golf.3 Hier nam hij een schip over de rivier de Tigris naar Bagdad en keerde vervolgens terug naar Teheran via Kermanshah in het westen van Iran. Ten slotte reisde hij door de Kaukasus, voer over de Zwarte Zee naar Istanbul en keerde daarna terug naar Zweden. In 1887 publiceerde Hedin een boek over deze reis.4 Daarmee was, op tweeëntwintigjarige leeftijd, de grondslag voor zijn leven als ontdekkingsreiziger, wetenschapper en auteur gelegd.
Hedins tweede reis en universitaire studie
In oktober 1890 vergezelde Hedin als tolk en viceconsul een Zweeds gezantschap bij een diplomatieke reis naar Perzië.5 Hij ontmoette de sjah Naser al-Din Shah Qajar in Teheran. Later reisde hij met deze sjah naar het Alborzgebergte.6 Op 11 juli 1891 beklom hij de berg Damavand waar hij materiaal verzamelde dat hij later gebruikte voor zijn proefschrift.7 Hierna reisde hij over de Zijderoute via de steden Mashhad, Bukhara, Tasjkent en Kashgar naar de westelijke rand van de Taklamakanwoestijn. Opnieuw publiceerde hij boeken over deze reis.
Tussen 1886 en 1888 studeerde Hedin in Stockholm en Uppsala geologie, mineralogie, zoölogie en Latijn. In december 1888 deed hij zijn kandidaatsexamen in de wijsbegeerte (genoemde studievakken zijn in die tijd geen eigen afstudeerrichtingen).
Van oktober 1889 tot maart 1890 studeerde hij in Berlijn geologie en geografie bij Ferdinand freiherr von Richthofen.8 In april 1892 reisde Hedin opnieuw naar Berlijn om zijn studie voort te zetten. Begin juli ging hij naar de Universiteit van Halle-Wittenberg waar hij promoveerde in de wijsbegeerte op een dissertatie van slechts achtentwintig pagina’s getiteld Persoonlijke observaties op de Damavand, een deel uit zijn boek over zijn tweede reis naar Perzië.9
Eric Wennerholm, een van de biografen van Hedin, concludeerde dat Hedin op zevenentwintigjarige leeftijd promoveerde na in totaal slechts acht maanden studeren en anderhalve dag basismateriaal verzamelen op de met sneeuw bedekte top van de berg Damavand.10 Later schreef Hedin, in zijn biografische boek Mein Leben als Entdecker, dat hij te vroeg de uitdagende routes van Azië was opgegaan. Hij had te veel de aantrekkingskracht van het Oosten, de stilte van de woestijnen en de eenzaamheid van lange reizen ervaren. Hij kon niet meer wennen aan het idee om een lange tijd op de universiteit te moeten doorbrengen.11 Hedin had al lang besloten om ontdekkingsreiziger te worden. Hij voelde zich aangetrokken tot de laatste mysterieuze, onbekende delen van Azië en wilde daar topografische hiaten in kaart brengen.
Vervolgens ging Hedin op drie grote expedities: door het Pamirgebergte, Xinjiang en Tibet12, daarna door Tibet en Brits-Indië13 en tijdens de derde door Iran en Tibet.14
Hedin en de politiek
In het begin van de twintigste eeuw profileerde Hedin zich ook politiek.15 In een artikel in The Times bekritiseerde hij de Britten vanwege de brute militaire invasie in Tibet in 1904 onder leiding van de luitenant Francis Younghusband, de latere voorzitter van de Royal Geographical Society.16
In het zogenaamde ‘defensiedebat’ dat in Zweden werd gevoerd in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog, koos hij duidelijk positie voor een sterke militaire defensie. Hij sloot aan bij de breed gevoelde angst in Zweden voor het imperialisme van Rusland dat streefde naar toegang tot ijsvrije zeehavens. Deze geopolitieke ongerustheid over het eigen land, verbond zich met de overtuiging dat Duitsland de enige Europese natie was die krachtig genoeg zou zijn om een Russische dreiging het hoofd te bieden. Hedin sprak zich hier als zeer bekende Zweed publiekelijk en duidelijk over uit.
Hedin en Duitsland
In de Eerste Wereldoorlog reisde Hedin langs de Duitse zijde van het West- en Oostfront. Hij schreef hierover twee boeken vanuit een eenzijdig Duits perspectief. Hij had bewondering voor de Duitse keizer Wilhelm II.
Hedin was in Duitsland erg populair. Al zijn boeken werden in het Duits vertaald, uitgegeven en genereerden het grootste deel van zijn inkomen. Hedin was gecharmeerd van het herrezen Duitsland na het smadelijke einde van de Eerste Wereldoorlog en het juk van Versailles. Hij sprak zich wel uit tegen de behandeling van de Joden en de houding van de nationaalsocialistische regering ten opzichte van de Lutherse kerk. Publicatie van een boek in 1937 over Duitsland van zijn hand werd verboden, vanwege kritische passages over de nationaalsocialisten.17 Evenwel bleef hij loyaal aan Duitsland.18
Hedin had persoonlijk toegang tot Hitler en tot zijn ministers. Voor de Zweedse regering was hij daarmee een unieke link met Duitse nationaalsocialistische leiders.19 De dreiging uit Rusland, inmiddels als ‘bolsjewistisch’ gevaar, leek bij Hedin de sympathie voor Duitsland in stand te houden.
Na de oorlog kon Hedin de volledige omvang van wat er in de concentratiekampen was gebeurd nauwelijks geloven. De Duitse volksaard kon toch onmogelijk dit soort misdaden tegen de menselijkheid hebben toegestaan, laat staan te hebben uitgevoerd.20
De laatste jaren
In de laatste zeven jaar van zijn leven (1945-1952) moest Hedin zijn positie in de afgelopen oorlog voortdurend verdedigen. Hij raakte in zekere mate in een sociaal isolement. Hij schreef nog een paar meer persoonlijke boeken over al zijn avonturen en ontmoetingen met wereldleiders.
Hedin’s connectie met Nederland
In Nederland was Hedin zeker geen onbekende. Als men in de zoekmachine Delpher zoekt naar ‘Sven Hedin’ tussen ‘1887 en 1952’ treft men maar liefst 7.285 krantenartikelen. Zo publiceerde bijvoorbeeld het Rotterdamsch Nieuwsblad in december 1933 een verslag over zijn lopende China-expeditie.21
Het Algemeen Handelsblad schreef in oktober 1939 over Hedin’s bezoek aan Hitler (de Tweede Wereldoorlog is dan al uitgebroken).22 In april 1940 verschijnt een artikel met een overzicht over zijn leven als ontdekkingsreiziger in het Rotterdamsch Nieuwsblad.23 Als er nieuws was over Hedin, schreven de Nederlandse kranten daarover. In ons land werden verschillende boektitels van Hedin vertaald en uitgegeven bij verschillende uitgeverijen.24
In december 1936 bezocht Hedin in Doorn de voormalige Duitse keizer voor een paar dagen.25
De belangrijkste connectie van Hedin met ons land was echter zijn relatie met het Nederlandse echtpaar Visser-Hooft. De landelijk bekende alpinist, expeditieleider, ontdekkingsreiziger en diplomaat dr. Philips Christiaan Visser en diens echtgenote jonkvrouw Jenny Hooft werden geïnspireerd door Hedin om vier grote belangwekkende expedities uit te voeren in bergmassieven van de Karakoram in Midden-Azië.26
Hedin en het echtpaar Visser
In 1919 trad Visser als honorair attaché toe tot de diplomatieke dienst bij het Nederlands gezantschap in Stockholm in Zweden.27
Op 2 maart 1921 stuurde Jenny Visser-Hooft aan Sven Hedin, in het Frans, een uitnodiging voor een diner op het gezantschap in Stockholm.28 Het is denkbaar dat de Vissers Hedin in het Stockholmse circuit hadden ontmoet en dat de uitnodiging hieruit was voortgekomen. Hedin had in 1921 al drie expedities ondernomen. Ongetwijfeld hadden Jenny en Philip zijn in het Duits en Engels vertaalde boeken gelezen. Sven Hedin werd snel een belangrijk persoon in het leven van Jenny en Philip Visser. Ze ontmoetten elkaar na het eerste diner vaker.
Tijdens het avonddiner werd zeker gesproken over het beklimmen van bergen. In de Sven Hedin Archives bevindt zich een blad met aantekeningen van Hedin tijdens hun eerste diner.29 Hierop noteerde hij dat Jenny vijfenzeventig toppen en passen had beklommen, waaronder eenendertig vierduizenders en Philip honderdnegenenveertig waarvan zevenenveertig boven de vierduizend meter. Daarnaast zullen ze uitvoerig over de Karakoram hebben gesproken. Philip en Jenny gingen in 1922 op hun eerste expeditie, ongetwijfeld zijn ze in de periode dat ze Hedin ontmoetten al bezig met de voorbereidingen. Ze hadden zelf het idee naar het gebied van de Nun Kun te gaan, maar Hedin bracht ze op andere gedachten.30 Naar de Nun Kun waren al te veel expedities gegaan. Ze konden zich, volgens Hedin, beter richten op de Saser Muztagh in de Karakoram, daar waren nog niet geëxploreerde bergen, dalen en gletsjers.31 Het echtpaar Visser-Hooft volgde de adviezen van Hedin op.
Correspondentie tussen Hedin en de Vissers
Hedin en de Vissers correspondeerden in de jaren hierna lang met elkaar. Binnen de Kungliga Vetenskapsakademien, de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen, tevens verantwoordelijk voor de toekenning van de Nobelprijzen, bevinden zich de Sven Hedin Archives die beheerd worden door de Sven Hedin Foundation and Library. Hierin is de correspondentie van Jenny en Philip Visser met Hedin terug te vinden.
Het was vooral Jenny Visser die, meestal in het Duits, maar ook in het Engels, correspondeerde met Hedin. Het waren veelal uitwisselingen van beleefdheden en wederzijdse interesses. Een ansichtkaart uit Berlijn. Korte briefjes met mededelingen over hun expedities. Door Jenny zelf geaquarelleerde kerstkaarten. Een welkom terug in Zweden na een reis.
Visser en Hedin wisselden informatie uit over tarieven voor artikelen in kranten en het verdienmodel achter hun boeken. Hedin vroeg Visser hem te helpen om zijn artikelen in Nederlandse kranten te laten publiceren.32
Tussen 1927 en 1935 leidde Hedin een internationale Chinees-Zweedse expeditie, zijn vierde expeditie.33 Er werd veel meteorologisch, topografisch en (pre)historisch onderzoek gedaan in Mongolië, de Gobiwoestijn en Xinjiang. In deze periode van Hedin’s vierde expeditie in China, informeerde Jenny, in het Engels, bij de zussen van Hedin naar de stand van zaken.34 Tegelijk wisselden ze informatie uit over hun eigen aankomende derde expeditie, waarbij ze zouden gaan overwinteren in Yarkand in Xinjiang. In november 1930 waren Philip en Jenny na hun derde expeditie in Peking en hadden daar een ontmoeting met Hedin.35
Op 16 maart 1931 schreef Jenny Hedin een brief vanuit Italië.36 Jenny vertelde dat Philip recent een lezing had gegeven in Londen voor de Royal Geographical Society.37 In 1927 na zijn tweede expeditie was Visser benoemd tot Fellow van de Society.38 Een lezing houden voor dit gezelschap was zeer eervol. Ze hadden met de admiraal sir William Goodenough, president van de Society, over Hedin gesproken en aangegeven het te betreuren dat Hedin geen lid was van dit exclusieve gezelschap. Daar zullen Hedin’s kritiek op Younghusbands inval in Tibet en zijn opvattingen over Duitsland in de Eerste Wereldoorlog zeker de oorzaak van zijn geweest, niet dat hij geen belangrijke ontdekkingsreiziger zou zijn.
In 1935 en 1938 stuurde Visser vanuit Turkije Hedin zijn laatste twee Duitstalige publicaties.39 In de begeleidende brief gaf Visser een opsomming waar hij Hedin had geciteerd. Op 8 september 1938 stuurde Hedin Visser – “Hochverehrter lieber Freund” – zijn complimenten voor het werk Glaziologie.40
We treffen in het Hedin archief het overlijdensbericht van Jenny uit 1939 aan.41 Philip bedankte hem voor zijn condoleance in een persoonlijk geschreven brief vanuit Den Haag op 30 januari 1940.42 Daarna viel de correspondentie stil.
Nergens treffen we in het correspondentie-archief brieven met een diepergaand discours over politiek of het uitwisselen van wetenschappelijk bevindingen. Helaas is de correspondentie tussen de grote Zweedse ontdekkingsreiziger en zijn Nederlandse collega slechts oppervlakkig gebleven.43
Desalniettemin was Hedin van grote invloed op de Nederlandse expedities van Philip en Jenny Visser. Hij zette ze immers op het spoor van de nog niet geëxploreerde bergmassieven in de Karakoram. De vier expedities van Visser tussen 1922 en 1935 waren van grote invloed op de ontwikkeling van de Nederlandse bergsport. Indirect was Hedin hiervoor van beslissende betekenis.44
1 – Eric Wennerholm, Sven Hedin. En biografi, Bonnier, Stockholm 1978.
Maarten Faas, Nederlands laatste ontdekkingsreiziger. Philips Christiaan Visser (1882-1955), Uitgeverij Verloren, Hilversum 2024, p. 54-60.
2 – Ook leden van het Zweedse Koninklijk Huis bezochten deze gerenommeerde school.
3 – Eerste reis Hedin: https://svenhedinfoundation.org/expeditions/first-trip-to-persia/
4 – Sven A. Hedin, Genom Persien, Mesopotamien och Kaukasus. Reseminnen, Albert Bonniers Förlag, Stockholm 1887. (Engelse vertaling: Through Persia, Mesopotamia and Caucasus. Memories of a Journey.)
5 – Tweede reis Hedin: https://svenhedinfoundation.org/expeditions/second-trip-to-persia/
6 – Bahram Sohrabi, ‘Early Swedish Travelers to Persia’, in: Iranian Studies, 38(2005)4, p. 631-660.
7 – Mount Damavand is een oude vulkaan met een hoogte van 5.609 meter, midden van het Alborz gebergte in Iran. Het is de hoogste berg van het Midden-Oosten en de hoogste vulkaan in Azië.
8 – Paul Wilhelm Ferdinand Freiherr von Richthofen (1833-1905) was een Duits ontdekkingsreiziger, geoloog en geograaf. Hij wordt gezien als de grondlegger van de geomorfologie. Hij verkende China en was de bedenker van de term ‘zijderoute’ voor de handelsroute tussen China en het Westen. In 1875 werd hij hoogleraar aan de Von Humboldt Universiteit in Berlijn.
9 – Sven Hedin, King Oscar’s Legation to the Shah of Persia in 1890, Albert Bonniers Förlag, Stockholm 1891.
10 – Wennerholm, Sven Hedin, en biografi.
11 – Sven Hedin, Mein Leben als Entdecker, F.A. Brockhaus Verlag, Leipzig 1928.
12 – Tussen 1893 en 1897 ging Hedin op zijn eerste expeditie. Hij deed onderzoek in het Pamirgebergte, reisde met een kamelenkaravaan door het Tarimbekken in Xinjiang. Hij trok door de Taklamakan zandwoestijn, waar begeleiders en kamelen stierven door watergebrek. Ook exploreerde hij het noorden van Tibet. Hij legde tijdens deze expeditie zesentwintigduizend kilometer af en bracht ruim tienduizend vierkante kilometer in kaart op vijfhonderdtweeënvijftig bladen. Vgl.: https://svenhedinfoundation.org/expeditions/first-expedition/
13 – Een tweede expeditie in Centraal-Azië volgde in 1899-1902 door het Tarimbekken, Tibet en Kasjmir naar Calcutta. Hij ontdekte onder meer de ruïnes van een voormalige ommuurde koninklijke stad. In 1900 en 1901 probeerde hij tevergeefs de voor buitenlanders verboden stad Lhasa te bereiken. Hij reisde uiteindelijk naar Leh in Ladakh. Dan door Brits-Indië via Lahore, Delhi, Agra naar Kolkata, dat in die tijd Calcutta heette. Deze expeditie leverde bijna twaalfhonderd pagina’s met kaarten op van tot dan ongedocumenteerde gebieden in Midden-Azië. Vgl.: https://svenhedinfoundation.org/expeditions/second-expedition/
14 – Tijdens zijn derde expeditie, tussen 1905 en 1908 reisde Hedin door de Centraal-Iraanse woestijnbekkens en de westelijke hooglanden van Tibet. Hij bezocht de negende Panchen Lama, de hoogste Tibetaanse geestelijke na de Dalai Lama, in het Tashilhunpo klooster in Shigatse. Daarvoor kwam hij langs het Manasarovar meer en de heilige berg de Kailash, de bron van de Indus en Brahmaputra.
Vgl.: https://svenhedinfoundation.org/expeditions/third-expedition/
15 – Hedin positioneerde zich in het Zweedse politieke spectrum nadrukkelijk in de conservatieve hoek. Hij verdedigde waarden die verband houden met de monarchie, de kerk en de natie. Bijvoorbeeld bij het uiteenvallen van de Zweedse en Noorse unie (Svensk-Norska Unionen) in 1905. Noorwegen was ooit onderdeel van het koninkrijk Denemarken. Nadat Napoleon definitief verslagen was, moest Denemarken, dat de zijde van de Fransen had gekozen, Noorwegen in 1814 afstaan aan Zweden als herstelbetaling. Begin 1900 eisten de Noren hun onafhankelijkheid op. Hedin was een tegenstander van. In 1905 werd Noorwegen een onafhankelijk koninkrijk.
16 – Michael Carrington, ‘Officers, Gentlemen and Thieves. The Looting of Monasteries during the 1903/4 Younghusband Mission to Tibet’, in: Modern Asian Studies, 37(2003)1, p. 81-109.
17 – De Maasbode 22 oktober 1937. (‘Vriendschap, die geen critiek duldt. Het jongste boek van Sven Hedin in Duitschland verboden.’ p.2).
18 – Astrid Mehmel, ‘Sven Hedin und nationalsozialistische Expansionspolitik’, in: I. Diekmann, P. Krüger, J.H. Schoeps (red.), Geopolitik. Grenzgänge im Zeitgeist. Band 1.1, 1890 bis 1945, Verlag für Berlin-Brandenburg, Potsdam 2000, p. 189–238.
S.K. Danielsson, The Intellectual Unmasked. Sven Hedin’s Political Life from Pan-Germanism to National Socialism, dissertation University of Minnesota, Minneapolis 2005.
19 – Zweden was neutraal in de Tweede Wereldoorlog en werd niet bezet door Duitsland. Maar het deed wel concessies. Het Duitse leger gebruikte de Zweedse spoorwegen om Noorwegen bezet te houden. Zweden leverde de hele oorlog ijzer aan Duitsland (overigens ook aan Engeland). Daartegenover stond dat Zweden Finland kon helpen met voedsel toen het door Rusland werd bezet. Formeel neutraal, maar met een pragmatische concessiepolitiek. Vgl.: ‘Zo neutraal was Zweden niet tijdens de Tweede Wereldoorlog’, Trouw 15 april 2020.
20 – Wennerholm, Sven Hedin, en biografi, p. 259.
21 – Rotterdamsch Nieuwsblad 29 december 1933 (p.15).
22 – Algemeen Handelsblad 23 oktober 1939 (voorpagina).
23 – Rotterdamsch Nieuwsblad 20 april 1940 (p.21).
24 – Onder meer: De Groote karavaan. De Zweedsch-Duitsch-Chineesche ontdekkingsreis door de Gobiwoestijn 1927-1928. Van Pool tot Pool. Mijn 75.000 kilometer lange reis door Oostelijk Europa, Azië en Australië, Amerika en de Poolstreken. Amerika in den Strijd der Kontinenten. Duitschland en de wereldvrede.
25 – Sven Hedin Archives, vol. 413, getypte brief Hedin aan Visser, 22-06-1938.
26 – Faas, Nederlands laatste ontdekkingsreiziger, p. 54-60 & 62-63.
27 – Albert Kersten, Buitenlandse Zaken in ballingschap 1940-1945. Institutionele aspecten van het buitenlands beleid in een stroomversnelling, A.W. Sijthoff, Alphen aan den Rijn 1981, p. 79. “Een categorie op zich vormden de honoraire attachés. Hoofden van een zending hadden de bevoegdheid zulke titularissen na verkregen koninklijke goedkeuring aan hun missie te verbinden. Deze attachés verrichtten hun werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van de Chef de Poste, die hen had benoemd. Het was hun niet toegestaan ambtelijke stukken te tekenen. Zij konden op staande voet door het hoofd van de zending worden ontslagen, ontvingen geen bezoldiging en genoten niet de status van staatsambtenaar, maar wel de diplomatieke voorrechten.”
28 – National Archives – Sven Hedin Foundation and Library at the Royal Swedish Academy of Sciences, Stockholm, Sven Hedin Archives, vol. 413, correspondentie tussen Hedin en Visser, Uitnodiging Jenny Visser aan Hedin, 02-03-1921. (Verder geciteerd als: Sven Hedin Archives, vol. 413.)
29 – Sven Hedin Archives, vol. 413, aantekeningen van Hedin tijdens eerste ontmoeting/diner met echtpaar Visser, maart 1921.
30 – Nun Kun is een bergmassief gelegen op de grens van Jammu en Kasjmir en Ladakh in Noord-India.
Philips Christiaan Visser, Naar Himalaya en Karakorum, Nijgh & Van Ditmar’s Uitgevers, Rotterdam 192, p. 11.
31 – Faas, Nederlands laatste ontdekkingsreiziger, p. 62-63.
32 – Sven Hedin Archives, vol. 413, getypte brief zuster Hedin aan Visser, 01-11-1922.
33 – De vierde expeditie van Hedin: https://svenhedinfoundation.org/expeditions/fourth-expedition/
34 – Hedin was nooit getrouwd. Hij leefde samen met zijn vier zussen, die hij financieel onderhield en die in zekere zin zijn ‘staf’ vormden. Deze zussen voerden het secretariaat, organiseerden het huishouden en regelden de voortdurende ontvangsten van gasten van over de wereld.
35 – Sven Hedin Archives, vol. 413, brief Jenny Visser aan Hedin in Peking, 08-11-1930. Sven Hedin Archives, vol. 413, brief Jenny Visser aan Hedin vanaf American Mail Line President Jefferson, 02-11-1930.
36 – Sven Hedin Archives, vol. 413, brief Jenny Visser aan Hedin vanuit Lago di Como Italië, 16-03-1931.
37 – Deze lezing vond plaats op 23 februari 1931. The Geographical Journal, 77(1931)4, p. 400.
38 – Dit gebeurde na een lezing van Visser op 22 februari 1926 tijdens een vergadering van de Royal Geographical Society in Londen. De lezing ging over zijn tweede Karakoram expedtitie naar de Hunzavallei in 1925. Na deze lezing vond er een uitwisseling plaatst over de opbrengsten van de expeditie met eminente leden van de Society zoals George Cockerill, Martin Conway, Francis Younghusband and Tom Longstaff.
Samenvatting van de lezing: Ph.C. Visser, ‘Explorations in the Karakoram’, in: The Geographical Journal, 68(1926)6, p. 457-468.
Samenvatting van de discussie: G. K. Cockerill, Martin Conway, Francis Younghusband and T.G. Longstaff, ‘Explorations in the Karakoram: Discussion’, in: The Geographical Journal, 68(1926)6, p. 468-473.
39 – Sven Hedin Archives, vol. 413, brief Philip Visser aan Hedin vanuit Istanbul, 18-08-1935.
Ph.C. Visser, Durch Asiens Hochgebirge. Himalaya, Karakorum, Aghil und K’un-lun, Verlag Huber & Co, Frauenfeld 1935.
Sven Hedin Archives, vol. 413, brief Philips Visser aan Hedin vanuit Ankara op briefpapier van het NL Gezantschap, 09-06-1938.
Ph.C. Visser & Jenny Visser-Hooft, Wissenschaftliche Ergebnisse der Niederländischen Expeditionen in den Karakorum und Angrenzenden Gebiete in den Jahrern 1922, 1925, 1929/30 und 1935. Band II, Glaziologie, E.J. Brill, Leiden 1938.
40 – Sven Hedin Archives, vol. 413, brief van Hedin aan Visser vanuit Stockholm, 08-09-1938.
41 – Sven Hedin Archives, vol. 413, overlijdenbericht, 18-09-1939.
42 – Sven Hedin Archives, vol. 413, persoonlijk geschreven bedankkaart, 30-01-1940.
43 – Faas, Nederlands laatste ontdekkingsreiziger, p. 54-60.
44 – Faas, Nederlands laatste ontdekkingsreiziger, p. 149-150.
Archieven
– National Archives – Sven Hedin Foundation and Library at the Royal Swedish Academy of Sciences, Stockholm, Sven Hedin Archives, vol. 413, correspondentie tussen Hedin en Visser.
– Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 558 Ph.C. Visser, nummer toegang 2.21.284.
Literatuur
– Michael Carrington, ‘Officers, Gentlemen and Thieves. The Looting of Monasteries during the 1903/4 Younghusband Mission to Tibet’, in: Modern Asian Studies, 37(2003)1, p. 81-109.
– S.K. Danielsson, The Intellectual Unmasked. Sven Hedin’s Political Life from Pan-Germanism to National Socialism, dissertation University of Minnesota, Minneapolis 2005.
– Maarten Faas, Nederlands laatste ontdekkingsreiziger. Philips Christiaan Visser (1882-1955), Uitgeverij Verloren, Hilversum 2024
– Sven A. Hedin, Genom Persien, Mesopotamien och Kaukasus. Reseminnen, Albert Bonniers Förlag, Stockholm 1887.
– Sven A. Hedin, King Oscar’s Legation to the Shah of Persia in 1890, Albert Bonniers Förlag, Stockholm 1891.
– Sven A. Hedin, Mein Leben als Entdecker, F.A. Brockhaus Verlag, Leipzig 1928.
– Albert Kersten, Buitenlandse Zaken in ballingschap 1940-1945. Institutionele aspecten van het buitenlands beleid in een stroomversnelling, A.W. Sijthoff, Alphen aan den Rijn 1981.
– Astrid Mehmel, ‘Sven Hedin und nationalsozialistische Expansionspolitik’, in: I. Diekmann, P. Krüger, J.H. Schoeps (red.), Geopolitik. Grenzgänge im Zeitgeist. Band 1.1, 1890 bis 1945, Verlag für Berlin-Brandenburg, Potsdam 2000, p. 189–238.
– Bahram Sohrabi, ‘Early Swedish Travelers to Persia’, in: Iranian Studies, 38(2005)4, p. 631-660.
– Ph.C. Visser, Naar Himalaya en Karakorum, Nijgh & Van Ditmar’s Uitgevers, Rotterdam 1923.
– Ph.C. Visser, Durch Asiens Hochgebirge. Himalaya, Karakorum, Aghil und K’un-lun, Verlag Huber & Co, Frauenfeld 1935.
– Ph.C. Visser & Jenny Visser-Hooft, Wissenschaftliche Ergebnisse der Niederländischen Expeditionen in den Karakorum und Angrenzenden Gebiete in den Jahrern 1922, 1925, 1929/30 und 1935. Band II, Glaziologie, E.J. Brill, Leiden 1938.
– Eric Wennerholm, Sven Hedin. En biografi, Bonnier, Stockholm 1978.
Kranten
– Rotterdamsch Nieuwsblad 29 december 1933.
– De Maasbode 22 oktober 1937.
– Algemeen Handelsblad 23 oktober 1939.
– Rotterdamsch Nieuwsblad 20 april 1940.