De Italiaanse operatenor Carlo Bergonzi is vorige week vrijdag op 90-jarige leeftijd overleden. Hij was bij het grote publiek vooral bekend om de opera’s van Giuseppe Verdi, die hij geregeld uitvoerde.
Bergonzi werd in 1924 geboren in de buurt van Parma en begon op veertienjarige leeftijd aan een zangopleiding. Tijdens de oorlog zat hij gevangen in een Duits krijgsgevangenenkamp. Na de Tweede Wereldoorlog studeerde hij aan het Boito Conservatorium in Parma.
In 1951 maakte Bergonzi zijn debuut als tenor, in de titelrol van Andrea Chénier in Bari. Eerder was hij enkele jaren als bariton actief geweest, maar de Italiaan ontdekte toen dat hij beter uit de verf kwam als tenor.
De zanger had een grote carrière en reisde de wereld over. In 2000 werd gemeld dat Bergonzi de hoofdrol zou spelen in de opera Otello van Verdi. De opera zou opgevoerd worden in New York maar Bergonzi moest op het laatste moment afhaken omdat zijn stel geïrriteerd was.
Carlo Bergonzi liet veel opnames van complete opera’s na, waaronder werken van Giuseppe Verdi, Giacomo Puccini, Pietro Mascagni en Ruggiero Leoncavallo.