In een brief aan zijn broer Theo schreef Vincent van Gogh in 1867 over twee glas-in-loodramen die hij in Engeland had gezien. Waar die glas-in-lood ramen waren wist niemand, maar nu beweert een Britse kunsthistoricus ze te hebben gevonden. Dat meldt de Daily Mail.
De kunsthistoricus, Max Donnelly, zegt de ramen te hebben gevonden in de St Andrews-kerk in Owlsebury, een plaatsje in het graafschap Hampshire. In de brief uit 1876 schreef Vincent van Gogh het volgende over de ramen:
“In het midden van het eene raam het portret van een bejaarde dame, o zoo’n nobel gezicht, met de woorden: ‘Uw wil geschiede’ er boven, in het andere raam het portret van haar dochter met de woorden: ‘Het geloof is een vaste grond der dingen, die men hoopt en een bewijs voor de dingen, die men niet ziet.'”
Van Gogh werkte in 1876 enkele maanden als hulpprediker in Engeland. Hij zag de ontwerpen voor de glas-in-loodramen in Londen. Ze blijken uiteindelijk dus terecht gekomen te zien in een klein kerkje in Owlsebury. Ze werden gemaakt in opdracht van de graaf van Northesk, William Carnegie. Deze liet op de ramen zijn overleden vrouw en dochter afbeelden.
Bekijk ook: Schilderijen van Vincent van Gogh
Overzicht van boeken over Vincent van Gogh