Vondels kortste Nederlandse gedicht (1620)

2 minuten leestijd
Joost van den Vondel - Philip de Koninck, 1665
Joost van den Vondel - Philip de Koninck, 1665

Een bekend verhaal is dat beginjaren 1990 de opstelvraag van het examen Nederlands luidde: ‘Wat is lef?’ Een slimme leerling schreef op zijn A4’tje ‘Dit is lef!’ Hij kreeg van de eerste corrector een 10 en van de tweede een 1 en zo haalde hij met een 5,5 net een voldoende. De feitjesfreaks onder u zullen teleurgesteld zijn: deze anekdote is een broodjeaapverhaal. Een soortgelijke actie met in de hoofdrol de Nederlandse dichter Joost van den Vondel (1587-1679) heeft daarentegen wel daadwerkelijk plaatsgevonden.

Grafmonument in de Nieuwe Kerk, 1772
Grafmonument in de Nieuwe Kerk, 1772
Den verbeterden lust-hof

Vondel, zoals Joost kortweg wordt genoemd, ziet in 1587 het levenslicht in Keulen, als zoon van Antwerpse handelaars die daar zijn neergestreken. Vanwege de vervolging van wederdopers in die stad vlucht de familie via Utrecht naar Amsterdam. Joost is acht jaar als zijn vader daar, in de Warmoesstraat, een zijdehandel begint. Op zijn zeventiende begint Joost met dichten, wat resulteert in zijn eerste, licht-erotisch getinte liedbundeltje Den nieuwen verbeterden lust-hof (1607).

Na het huwelijk met zijn buurmeisje Mayken de Wolff, in 1610, neemt Joost de zijdehandel over van zijn moeder, die inmiddels weduwe is, en legt hij zich voornamelijk toe op de kousenhandel.

U, nu!

In 1616 wordt Joost diaken in de Waterlandsche Doopsgezinde Kerk. Vier jaar later treedt hij af vanwege depressiviteit en lusteloosheid, verschijnselen die de artsen wijten aan een overdosis zwarte gal. Wellicht mede vanwege zijn depressie schrijft hij in 1620 een tekstueel wel heel minimaal gedicht, met als enige woorden: ‘U, nu!’

Met dit palindroom (een tekst die je van links naar rechts en andersom kunt lezen), dat volgens het Guinness Book of Records het kortste Nederlandse en vermoedelijk ook internationale gedicht is, wint hij een Nederlandse dichtwedstrijd.

‘Gestorven van de kouw’

Joost houdt wel van grapjes en stelt in zijn laatste dichtwerk voor om op zijn grafsteen de volgende tekst te laten prijken:

‘Hier leit Vondel zonder rouw. Hy is gestorven van de kouw.’

De spreuk geeft de ietwat cynische levenshouding van Vondel goed weer, maar kwam niet terecht op diens grafzerk in De Nieuwe Kerk te Amsterdam.

Overigens liggen de restanten van Vondel al decennialang niet meer in De Nieuwe Kerk. Tussen 1960 en 1980 laat de hervormde kerkvoogdij de zerken en zuilen in deze kerk grotendeels verwijderen, waarbij ook de talloze bot- en schedelresten worden uitgegraven. Veel mensenresten zijn overgebracht naar de Nieuwe Oosterbegraafplaats, waar ze in een massale herbegrafenis opnieuw onder de grond gestopt zijn. Het klinkt bot, maar de botjes van Vondel zijn zoek.

Lees ook: Joost van den Vondel (1587-1679) – Biografie van de dichter


– http://www.onsamsterdam.nl/component/content/article/15-dossiers/67-hier-gebeurde-het-de-nieuwe-kerk-17-november-1937.html

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×