Al een tijdje had ik een stukje in de pen over de gisteren overleden Drs. P. Ik had later deze week willen betogen dat de P.C. Hooftprijs als de bliksem moest worden uitgereikt aan de goede doctorandus. Dat zou ik hebben geschreven zonder ironie en ik zou verschillende argumenten hebben genoemd.
Reden één: poëzie is leuk. Dit is het simpelste argument. Met grappige liedjes als De Gezusters Karamazov, Markt, Oost-Groningen, De Dodenrit en het Sneker Café heeft Drs. P. in elk geval mijn generatie getoond dat poëzie leuk kon zijn. Hij bewees dat je ook aansprekende gedichten kunt schrijven zonder aanstellerig taalgebruik en overdreven voornaamheid.
Reden twee: het gaat om het ambacht. Hij stelde het prettige van een mooie formulering weer centraal, hielp de poëzie afstoffen en toonde zo de weg aan een of twee generaties Nederhoppers. Zijn “credo” maakt dit duidelijk.
Ik waarschuw u op goede gronden
Veel dichters zijn te licht bevonden
Light verse (plezierdicht, zeggen wij)
Is speels, maar geenszins ongebondenDus (zij het dan qua inhoud vrij)
Qua vorm van hechte makelij!
En dat men ’t puntig af moet ronden
– Die noodzaak komt er ook nog bij’t Gaat niet om kolder, niet om grap
Ook niet om rederijkerskuren
Het is geen zwelgen in de taalMaar wel berust het allemaal
Op innerlijke avonturen
En onvermoeibaar vakmanschap
Reden drie: Drs. P. was een aardige kerel. De diverse necrologen zullen de komende dagen allemaal wel een persoonlijke anekdote vertellen – hier is de mijne. Mijn goede vriend Richard is getrouwd met Shirin, die afkomstig is uit Iran en een fenomenaal talent heeft om vreemde talen te leren. Ze houdt er echt van. Bij haar cursus “Nederlands als Tweede Taal” hoorde ze op een mooie dag de De Veerpont, een tekst die haar onbedaarlijk deed lachen. “Die zanger, die wil ik eens ontmoeten!” riep ze uit.
Dat viel te regelen. Ik had Drs. P. wel eens ontmoet, want zijn boeken kwamen uit bij de uitgeverij die ook de mijne uitgeeft. Ik schreef hem dus een korte brief, waarin ik hem uitlegde dat hij bewonderaars had die helemaal uit Isfahan kwamen. Zou hij niet eens thee willen drinken met zijn fan? Niet veel later spraken ze af in het Pulitzer Hotel, waar al sinds jaar en dag een “canapé reservé” voor Drs. P. staat.
Zoals u weet kwam Heinz Polzer uit Zwitserland. Het heeft me altijd getroffen als buitengewoon mooi dat een Zwitser en een Iraanse elkaar ontmoetten door een gedeelde liefde voor het Nederlands.