Zaterdag 16 december 1944. Het was 15u23 toen een gigantische knal door Antwerpen weerklonk. De stad leefde al twee maanden onder angstwekkende oorlogsgeluiden. Elke dag, soms zelfs elk uur, viel er wel ergens een Duitse V1 ā “vliegende bom” ā of een V2-raket. In de zes maanden onder de V-terreur (van oktober 1944 tot en met maart 1945) zouden er bijna 6000 neerstorten in de Antwerpse provincie, wat neerkomt op ongeveer 36 per dag.
Alleen al in Antwerpen en haar randgemeentes vielen 4229 doden: een dodelijke ratio van 25 doden per dag. In heel Belgiƫ kostte de V-bommenterreur aan meer dan 8000 mensen het leven en werden er bijna 9000 inslagen geteld. Wat er die zaterdag 16 december gebeurde in het hartje van Antwerpen was daarvan het bloedige dieptepunt: een V2 trof de overvolle cinemazaal Rex.
567 mensen stierven onder het puin van de Rex, allen slachtoffers van blinde terreur. Onder hen maar liefst 296 geallieerde soldaten, ver weg van huis gestorven tijdens een namiddagje uit. 291 andere bioscoopgangers werden met vaak ernstige verwondingen uit het puin gehaald. De bominslag op de Antwerpse Cinema Rex was de dodelijkste van de hele Tweede Wereldoorlog. Tot de Golfoorlog in de jaren negentig bleef hij zelfs de dodelijkste bomaanslag uit de wereldgeschiedenis. Hoe komt het dan dat we er nooit bij stilstaan? Waarom herdenken we de bloedigste aanslag uit de Europese geschiedenis niet?
Het lijkt wel of we hem doodgewoon vergeten zijn. De enige rechtstreekse verwijzing naar het drama is een tegel bij de ingang van de UGC-cinema op de De Keyserlei, waar toen de Rex gevestigd was. Die kwam er pas in 2009. Als er al geen schreeuwerig reclamebord op de tegel staat om de voorbijgangers te wijzen op al het lekkers dat ze kunnen krijgen in de omliggende zaken, lopen mensen er gewoon voorbij, of ze droppen haastig hun sigarettenpeuk om te gaan genieten van een gezellig filmavondje. Een jaarlijkse herdenking is er niet. De pers besteedt er amper aandacht aan. Politici verzamelen niet aan de tegel om de 567 slachtoffers te herdenken, zelfs niet na een jaar vol terreur zoals 2016.
Volledige censuur
Het vergeten begon al op de avond van 16 december 1944 zelf. Net zoals bij de andere V-bombardementen mocht er niets in de pers verschijnen over het drama in de Rex. Het is moeilijk voor te stellen, maar op de radio of in de kranten viel er dus niets over dit bloedbad te horen of te lezen. De geallieerde overheden hadden kort na de bevrijding in september 1944 al een volledige censuur afgekondigd op alles dat met V1- en V2-inslagen te maken had. Zo wilden ze vermijden dat Duitse spionnen cruciale informatie konden inwinnen over de doelgerichtheid van hun terreurwapens. Die aanpak heeft gewerkt, maar maakte ook dat er geen ruimte was voor collectieve rouw. Zelfs op de bidprentjes werd enkel gesproken van ‘gestorven ten gevolge van oorlogsomstandigheden’. De geallieerde Rex-slachtoffers waren officieel ‘gesneuveld’. Met geen woord werd er gerept over de dodelijke V2 of de bioscoopzaal. Die censuur is eigenlijk altijd blijven bestaan.
Wie waren de daders van het dodelijkste V-bombardement uit de geschiedenis? Om 15.17 uur lanceerde Batterie 500 in het Nederlandse Hellendoorn een raket. Na enkele minuten landde die op de Rex, met de bekende gevolgen. Doelbewust was de aanslag zeker niet. Heinz Wellmann, die de raket mee had afgevuurd, benadrukt:
āOnze officieren vertelden ons nooit waar onze V2ās op gericht waren. We wisten van Londen en vermoedden ook Antwerpen, maar dat is ons nooit direct gezegd. Enkel de navigators wisten het, niet wij die de raketten moesten klaarmaken.ā
De V’s vormen de eerste generatie van een nieuw soort oorlogswapens die van op grote afstand hun doelwit kunnen treffen. Het aantal kilometers tussen de lanceerinstelling en de geviseerde steden was zo groot dat de daders meestal onwetend waren. Het op afstand doden maakt onverschillig. Een soldaat ziet immers niet langer wat hij aanricht, iets wat vandaag ook tot discussies leidt bij bijvoorbeeld de droneaanvallen.
Ondanks de strenge censuur bereikte het nieuws over de aanslag op Cinema Rex opvallend genoeg algauw Hitlers Arendsnest. Op 9 januari 1945 berichtte Alfred Jodl hem over hun succes. āIk moet nog een boodschap van een informant in Antwerpen voorleggenā, zou de nazigeneraal gezegd hebben.
āHij rapporteert dat er op 17 december een V2 neergestort is op de Cinema Rex tijdens een druk bijgewoonde show. Er vielen 1100 slachtoffers, waaronder 700 soldaten.ā
Het rapport vermeldde een verkeerde datum en was stevig aangedikt, maar voor de FĆ¼hrer moet het bericht een opsteker geweest zijn. Toch toonde hij met zijn antwoord allesbehalve een hernieuwd geloof in de ooit zo beloftevolle vergeldingswapens:
āDat zou dan eindelijk de eerste succesvolle lancering zijn. Maar het is zo sprookjesachtig dat mijn sceptische zelf het niet wil geloven.ā
Voor de Duitsers was de Rex dus een groot succes. Hun wapens waren in hun doel geslaagd: terreur zaaien in de geallieerde gelederen.
Wraak
Want dat waren de V1’s en V2’s: vergeldingswapens. Vliegende bommen en raketten die gebouwd werden om de geallieerde steden te terroriseren. Met de V-bommen wilden de Duitsers wraak nemen voor de terreurbombardementen op hun steden, die volgens de geallieerde propaganda al een vergelding waren voor de Duitse aanvallen op de Britse steden in 1940. De V-oorlog eindigde bovendien opnieuw met een weerwraak. Ditmaal waren het de Britten die op 3 en 4 april duizenden bommen dropten op Nordhausen, het stadje nabij het ondergrondse concentratiekamp Dora, waar de V-bommen werden gefabriceerd. Het resultaat: 8800 doden, onder wie meer dan 1500 concentratiekampgevangenen. Bij dat ene vergeldingsbombardement vielen meer doden dan bij alle V-inslagen in BelgiĆ« samen.
Er leek maar geen einde te komen aan de vicieuze cirkel van geweld. Oorlog werd beantwoord met oorlog, waardoor duizenden burgerslachtoffers vielen.
Van dit wraakzuchtig geweld was in Belgiƫ de Rex het bloedige dieptepunt.
Wanneer er begin april 1945 eindelijk geen V’s meer vielen, kwamen de Antwerpenaren terug uit hun kelders tevoorschijn. Plots mocht er wel over de maandenlange terreur gepraat en gepubliceerd worden. Dat resulteerde in verschillende boekjes en folders, maar vooral de tentoongestelde V1 en V2 op de Groenplaats vormden een ware attractie. Toch kwam er geen grote herdenkingsplechtigheid in de stad.
En daarna werd er opnieuw gezwegen. Jarenlang.
Is het typisch Belgisch? Over moeilijke, pijnlijke onderwerpen spreken we liever niet. “Den bompa heeft het moeilijk, laat hem maar.” Pas de laatste jaren, nu de generaties die de wereldoorlogen hebben meegemaakt stilaan dreigen te verdwijnen, komen de verhalen bovendrijven. Maar ondertussen lijkt het drama van Cinema Rex te zijn vergeten, ook al leeft het nog altijd onder vele Antwerpenaren.
En toch is het niet te laat. Zouden we vanaf nu op 16 december niet kunnen herdenken wat oorlog echt betekent? Dat retoriek zoals we die vandaag ook horen ā denk aan Hollandes woorden na de aanslagen in Parijs: “c’est un acte de guerre” ā vooral inspeelt op de wraakgevoelens onder de bevolking en enkel leidt tot meer geweld. Het kan een dag worden waarop we ons hoeden voor de logica van oog om oog en tand om tand. Een dag waarop we reflecteren over hoe we de vicieuze cirkel van oorlogsgeweld kunnen doorbreken, over hoe we net niet in de vallen kunnen trappen die de terreurdaders hebben opgezet door hun haat te beantwoorden met boodschappen van hoop en vrede. Een dag waarop we stilstaan bij datgene wat elke oorlog kenmerkt en veroorzaakt. Want net zoals 72 jaar geleden in Antwerpen en vandaag in Aleppo sterven er altijd talloze mensen door haat en vergelding.