De Amerikaan Whitcomb Judson is de uitvinder van de eerste ritssluiting, toen nog kramsluiter genoemd. Judson deed zijn uitvinding in 1893, demonstreerde hem tijdens de Wereldtentoonstelling in Chicago en ontving in 1896 patent.
De sluitingsmethode voor kleding, tassen en dergelijke verving de knoop en het knoopsgat, die tot die tijd voornamelijk gebruikt werden. In eerste instantie bestond de ritssluiting uit op twee banden bevestigde rijen metalen klauwtjes die met behulp van een schuifmechanisme in elkaar konden worden geschoven.
Het systeem wordt later ook in het bedrijfsleven toegepast, zoals bij de ritsbandtransporteur. Als Whitcomb Judson in 1909 overlijdt is de ritssluiting nog niet ingeburgerd. Na zijn dood ontwikkelt de techniek zich echter door en raken meer en meer mensen met zijn uitvinding bekend.
De Zwitser Winterhalter ontwikkelde de kramsluiter van Whitcomb Judson verder tot de huidige vorm die momenteel ook van nylon wordt gemaakt. De Duitser W.E. Heilmann ontwikkelde samen met de Amerikaan N. Wahl een type nylon treksluiting, bestaande uit twee doorlopende spiralen.
De ritssluiting is in Amerika vooral bekend onder de naam zipper. Deze term voor het sluitingssysteem werd in 1923 geïntroduceerd door de B.F. Goodrich Company die de rits gebruikten op laarzen die ze vervaardigden.
- Lijst met andere uitvindingen
- Boek: 1001 Uitvindingen