Winter in de kunst

5 minuten leestijd
Winterlandschap met schaatsers – Hendrick Avercamp ca. 1608 | Rijksmuseum
Winterlandschap met schaatsers – Hendrick Avercamp ca. 1608 | Rijksmuseum

Winterlandschap van Gijsbrecht Leytens
Winterlandschap van Gijsbrecht Leytens
Eerst in middeleeuwse miniaturen in getijdenboeken en vervolgens in de schilderkunst is de winterperiode met zijn stormen, vrieskou, ijs en sneeuw voor menig kunstenaar steeds een verleidelijke inspiratiebron geweest. De winterse capriolen van ‘moeder natuur’ lenen zich immers zonder meer tot betoverende taferelen en sfeervolle scènes. Een kennismaking:

De 16de en 17de eeuw

Winterlandschap met schaatsers en vogelknip – Pieter Brueghel de Oude, 1565

Pieter Brueghel de Oude (ca. 1525-1569), bijgenaamd de ‘Boerenbrueghel’ vanwege zijn voorliefde voor het schilderen van het alledaagse plattelandsleven en boerenbruiloften, was ontegensprekelijk ook een briljant schilder van winterse taferelen. Treffende voorbeelden daarvan zijn de ‘Terugkomst van de jagers’ (Kunsthistorisches Museum, Wenen) en ‘Winterlandschap met schaatsers en vogelknip’ (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel). Zo verwijst het laatste schilderij wellicht naar de barre winter van 1564-1565, die volgens de kroniekschrijvers bijzonder hard was. Het doek heeft ongetwijfeld een diepere betekenis dat samenhangt met de gangbare zestiende-eeuwse allegorische interpretatie van het menselijk bestaan.

Volgens de toen wijdverspreide opvatting was de godvruchtige mens zoals een pelgrim die door een leven vol verlokkingen en gevaren moest trekken om zo tot zijn redding te komen. De vogelvallen, zoals rechts op de voorgrond, werden in de toenmalige literatuur gezien als het symbool van de talrijke bekoringen van de duivel voor de onbezonnen zielen (vogels werden in die tijd traditioneel beschouwd als het symbool van de ziel). Daarnaast zien sommige kunstcritici in de schaatsscène een verwijzing naar de onzekere (gladde) aard van het bestaan.

Winterlandschap – Pieter Brueghel de Jonge

Pieter Brueghel de Jonge (1564-1638), de oudste zoon van de ‘Boerenbrueghel’ imiteerde en kopieerde vaak de werken van zijn vader die hij dan enigszins aanpaste aan zijn eigen stijl . Later legde hij zich voornamelijk toe op het schilderen van helse taferelen, hetgeen hem de bijnaam ‘de Helse Brueghel’ opleverde. Maar ook hij schilderde talloze winterlandschappen. Zijn doek ‘Winterlandschap’ (Museum van Schone Kunsten, Doornik) toont Sint-Anna-Pede, een dorp in de buurt van Brussel, onder een geheimzinnig diffuus licht en een loodkleurige hemel. De levendige bruine tinten van het gebouw links en de boomstronken staan in harmonie met de grijsblauwe nuances van de bevroren rivier en vormen een wonderlijk geheel met het lichtroze van de huizen en de kerk op de achtergrond. Het tafereel wordt opgevrolijkt door toekijkende pittoreske personages, terwijl op de dichtgevroren rivier een boer zijn vrouw op het ijs voorttrekt op een omgekeerd krukje dat als slee dient. De scène wordt vervolledigd door schaatsende kinderen, soldaten en honden.

De werken van Gilles Mostaert (1528-1598), een tijdgenoot van Brueghel de Oude, kenmerken zich daarentegen door een levendig coloriet en stijlvolle figuurtekeningen die vaak het onstuimige volksleven als onderwerp hebben. Op het tweede plan van zijn schilderij De vlucht naar Egypte, te bezichtigen in het Hermitage museum in Sint-Petersburg, zien we de Maagd die het Kind vasthoudt op een ezel die geleid wordt door Jozef terwijl ze een brug oversteken boven een bevroren rivier.

Winterlandschap met schaatsers – Hendrick Avercamp ca. 1608 | Rijksmuseum

Een ander icoon en meester in het schilderen van winterse taferelen is Hendrick Avercamp (1585-1634). Ondanks zijn handicap, Avercamp was doofstom, ontpopte hij zich tot één van de meest talentvolle Nederlandse kunstschilders van zijn tijd. Als buitenbeentje in de toenmalige schilderswereld is hij tot op de dag van vandaag bij kunstliefhebbers tot ver in het buitenland befaamd omwille van zijn talrijke winterse schaatsscènes waarbij hij niet alleen een eigen stijl ontwikkelde, maar tevens in zijn werken vaak een ondeugende en soms zelfs een verdoken frivole toets verwerkte. Avercamp maakte in zijn winterlandschappen gebruik van verscheidene schildertechnieken. Zo creëerde hij vaak diepteperspectieven door in elkaar opgaande kleurencontrasten toe te passen of door donkere figuren of afbeeldingen op de voorgrond te schilderen om zo de illusie van diepte te scheppen. Tot zijn bekendste werken behoren onder meer Winterlandschap met ijsvermaak (Rijksmuseum Amsterdam), Kolfspelers op het ijs (Museum van Schone Kunsten, Houston, collectie Edward en Sally Speelman) en IJsgezicht (Teylers museum, Haarlem).

Kolfspelers op het ijs – Hendrick Avercamp, 1625

Gijsbrecht Leytens (1586-1656) wordt dan weer door menig kunstcriticus omschreven als de ‘Meester van de Winterlandschappen’. Kale, knoestige bomen, verwrongen in allerlei vormen en bevroren door de witte vlokken van de eerste sneeuw vormen zijn handelsmerk en zijn typerend voor heel wat van zijn schilderijen.

De 18de en 19de eeuw

Domein van Groenendael onder de sneeuw – Guillaume Vogels

In de achttiende eeuw worden onze gewesten danig beïnvloed door de Italiaanse en Franse tijdsgeest. Winterlandschappen in de schilderkunst worden bij het brede publiek steeds minder geliefd. Het ideeëngoed van Voltaire, Rousseau en het rationalisme van Montesquieu zetten immers de Franse schilders niet aan tot het weergeven van sombere winterscènes of schilderachtige wintertaferelen.

In de daaropvolgende negentiende eeuw inspireert de realistische beweging opnieuw enkele schilders zoals Pieter Frans de Noter (1779-1842). Heel wat van zijn winterse landschappen en stadsgezichten hebben de stad Gent als achtergrond, zoals Weerkaatsing op de sneeuw (Chartreuse Museum, Douai) en Winter, vanaf de Nieuwbrug (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel). Jean-François Taelman (1851-1931) schilderde in 1897 Winter in het dorp (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel) terwijl de Brusselse kunstenaar Victor Gilsoul (1867-1939) verscheidene etsen maakte van winterse stadsgezichten, de zogenaamde ‘Vlaamse steden onder de sneeuw’.

En dan zijn er onder meer nog James Ensor (1860-1949) (zie ook artikel “James Ensor ontmaskerd”) en zijn Van Iseghemlaan onder de sneeuw (Kunstmuseum aan zee, Oostende); Emile Claus (1849-1924) met Aken in de sneeuw en Sneeuw over de Theems; Joseph Coosemans (1828-1904) met Een winterdag in de Kempen en Guillaume Vogels (1836-1896), behorend tot de ‘Groupe des XX’, met Hondenweer, Houthakkers in de sneeuw en zijn meest bekende wintertafereel: het Domein van Groenendael onder de sneeuw (Museum van Elsene).

De 20ste eeuw

Winter in Vlaanderen – Valerius de Saedeleer, 1927

Alweer lieten heel wat twintigste-eeuwse schilders zich verleiden tot het schilderen van winterse taferelen. Naast kunstenaars zoals Rod de Saegher, Gustave Den Duyts en Pierre Paulus behoort Valerius de Saedeleer (1865-1961) ongetwijfeld tot één der grootmeesters van het genre. Zijn ‘Winter in Vlaanderen’ geschilderd in 1927, is te bezichtigen in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Brussel. Op de voorgrond zien we een verbluffend sneeuwlandschap met een vijftiental grote boomstammen in bruinzwarte kleurtonen. Een weidse hemel in een kleurenpalet van zwart tot groen en grijsroze tinten domineert de ijzige vlakte en huizen van het dorp. Twee van de huizen zijn bedekt met sneeuw en omringd door een sombere afsluiting, het geheel omgeven door enkele bomen met naakte takken op een korte stam. Het hele platteland is bedekt onder een wit sneeuwtapijt, nog geaccentueerd door het grijs van de daken, de okerkleurige tonen van het rechterhuis en het intense rood van de links geschilderde woning met groene deuren en luiken.

Terecht kan men dus stellen dat door de eeuwen heen heel wat kunstenaars zich lieten inspireren door ‘koning winter’. Op meesterlijke wijze gaven zij de ontelbare nuances van licht, lucht en winterse atmosfeer weer, soms somber en dreigend, soms olijk en sfeervol, maar steeds met een sublieme streling voor het kunstminnend oog.

  • Bronvermelding: “Science Connection”, uitgave van het Belgisch Federaal Wetenschapsbeleid

Rudi Schrever
Brusselse stadsgids
Rondleidingen op aanvraag
e-mail: [email protected]

Oorspronkelijk gepubliceerd op 6 december 2012

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schreef Rudi Schrever verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×