Dark
Light

James Ensor ontmaskerd

Auteur:
4 minuten leestijd

James Ensor in 1944 – Foto: onbekend
Naar aanleiding van James Ensors 150ste verjaardag hebben ING België, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) en het Paleis voor Schone Kunsten (BOZAR) in Brussel opnieuw de handen ineengeslagen voor een tentoonstelling die het werk van de eigenzinnige en talentvolle Belgische kunstenaar James Ensor voor het voetlicht moet plaatsen.

Een schets

De oestereetster – James Ensor, 1882 (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen)
De tentoonstelling neemt de bezoeker als het ware mee naar het atelier van de kunstenaar en brengt hem in contact met diens gedachtewereld en artistieke evolutie. De expositie is opgebouwd rond drie centrale thema’s. Een eerste luik portretteert Ensor als negentiende-eeuwse schilder en tekenaar van stillevens, portretten en moderne genretaferelen. De tentoonstelling illustreert dit onder meer aan de hand van werken zoals ‘De Oestereetster’ en ‘Het Burgersalon’.

Met het tweede thema belicht de tentoonstelling met enkele meesterwerken zoals ‘De Intrige’, ‘Skeletten twisten om een gehangene’ en ‘De verbazing van het masker Wouse’, Ensors meest originele en vernieuwende werken, namelijk zijn bezetenheid voor het schilderen van groteske schilderijen en maskers.

Tot slot worden ook nooit eerder vertoonde foto’s, documenten, schoolschriften en kladnotities tentoongesteld die de samenhang van Ensors artistiek traject in woord en beeld naar voren moeten brengen. Alles samen kan de bezoeker naast een 65-tal schilderijen ook meer dan 150 tekeningen bewonderen.

Ensor als artistieke duizendpoot

Honderdvijftig jaar na zijn geboorte blijft James Ensor (1860-1949) – schilder, schrijver, tekenaar, etser en musicus – nog steeds verbazen. Ensor was immers een veelzijdig talent. In de loop van zijn lange artistieke loopbaan ontpopte hij zich van een realistische schilder van natuurlandschappen en buitengewoon colorist tot een avant-gardistische kunstenaar waarbij hij hilarische maskerades en groteske satires niet schuwde. Minder bekend is wellicht dat hij sinds 1884 eveneens satirische kunstkritieken en ironisch getinte redevoeringen schreef en publiceerde. Ook op muzikaal vlak was Ensor succesvol. Zo werd in 1924 in de Koninklijke Vlaamse Opera in Antwerpen een integrale opvoering gebracht van de balletvertoning ‘La Gamme d’Amour’, waarvoor Ensor niet alleen een synopsis neerschreef, de kostuums en decor ontwierp maar ook de muziek componeerde.

Ensors schilderstraject

Geraamten twistend om een gehangene – James Ensor, 1891 (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen)

James Ensor wordt als zoon van James Frederic, een Engelsman, en Catherina Haegheman, de dochter van winkeluitbaters in Oostende geboren. Het gezin leefde van de inkomsten uit de winkel waar allerlei souvenirs, strand- en carnavalbenodigdheden werden verkocht en van het verhuren van gemeubelde kamers aan zomergasten.

Reeds op vrij jonge leeftijd is het duidelijk dat Ensor over een uitzonderlijk talent beschikt. In 1876 gaat Ensor zijn eerste tekenlessen volgen aan de plaatselijke tekenschool te Oostende. In diezelfde periode schildert hij op karton tientallen kleine natuurstudies zoals: ‘Duinen’ en ‘Zicht op Mariakerke’. Een jaar later, in 1877, schrijft hij zich in aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Brussel waar hij tot 1880 zal studeren. Eenmaal terug in Oostende installeert Ensor een atelier op de zolder van de ouderlijke woning.

Het zijn voornamelijk de voorwerpen en personen uit zijn naaste omgeving die Ensors lievelingsmodellen worden: zijn zuster Mariette, bijgenaamd “Mitche”, zijn kunstenaarsvrienden Théo Hannon (1851-1916) en Willy Finch (1854-1930), zijn tante Mimi, voorwerpen in de salon of keuken, maar vooral zijn moeder die tot aan haar dood in 1915, nagenoeg zonder onderbreking op zijn werken naar voren treedt.

Tegelijkertijd maakt hij tientallen kopieën van andere kunstenaars en oude meesters maar ook van tijdgenoten zoals Alfred Stevens (1823-1906) en Edouard Manet (1832-1883). In hun werk ging Ensor op zoek naar moderne of eigentijdse onderwerpen die hij dan soms als voorontwerp gebruikte voor eigen composities.

Hoewel hij tot zijn dood in Oostende blijft wonen zal hij geregeld in Brussel vertoeven en er actief deelnemen aan het artistieke leven in de hoofdstad. Zo debuteerde hij in 1881 bij de vooruitstrevende Brusselse kunstkring ‘La Chrysalide’. Later zal hij samen met enkele oud-leerlingen van de Brusselse academie een stichtend lid worden van de kunstenaarsvereniging ‘Les XX’, die een niet onbelangrijke rol zou spelen in de verspreiding van internationale avant-gardistische trends en stromingen.

Onder impuls van kunstenaars zoals onder meer Constantin Meunier (1831-1905), Jules Bastien Lepage (1858-1884) en Charles Hermans (1839-1924) waren monumentale voorstellingen van arbeiders, boeren en bedelaars tegen het einde van de negentiende eeuw bijzonder populair. Ook Ensor waagde zich aan deze nieuwe naturalistische en eigentijdse kunstvorm. Later, geïnspireerd door de poëzie en de schilderkunst van de symbolisten (zie artikel: Het Belgisch Symbolisme als kunststroming) probeert Ensor een nieuwe vorm van kunst te ontwikkelen. In de etsen en werken van sommige oude meesters gaat hij op zoek naar een minder rationele, maar meer emotionele en mysterieuze benadering van de belichting, lichtinvallen en kleurvakken.

Het meest spectaculair van Ensors kunst wordt echter ongetwijfeld gevormd door zijn schilderijen waarbij groteske maskers en carnavaleske optochten op een omzeggens expressionistische wijze de lachwekkende en boosaardige inborst van de mensheid naar voren schuift. Hierbij is zijn monumentaal meesterwerk, De intrede van Christus in Brussel, wereldberoemd. Het schilderij, 2,58 bij 4,31meter groot, stelt een Christusfiguur op ezel voor die omringd door een joelende menigte in een bonte stoet van groteske figuren en gemaskerde personages de stad binnentrekt. Andere bekende werken uit deze ‘stijlperiode’ zijn: ‘Maskers tarten de dood’, ‘Doop van de maskers’ en ‘De oude dame met de maskers’. Ensor is tot op hoge leeftijd blijven schilderen en was 81 jaar oud toen hij aan zijn ‘laatste’ schilderij begon.

Boek: James Ensor – Xavier Tricot

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schrijft Rudi Schrever al verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen. Verder is hij bestuurslid van de Geschied- en Heemkundige kring van de Brusselse deelgemeente Laken. [email protected]

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×