In 1976 werd in de Verenigde Staten gevierd dat de Onafhankelijkheidsverklaring tweehonderd jaar eerder was ondertekend. Om stil te staan bij de Amerikaanse vrijheid trokken enkele kinderen op een boerderij in Clinton County in Ohio een voor een aan een bel. Net zoals op 8 juli 1776 de Liberty Bell in Philadelphia geluid zou zijn ter aankondiging van de voordracht van de vier dagen eerder afgesloten Declaration of Independence.
Een van de jonge klokkenluiders in 1976 was de zesjarige Timothy. De boerderij was van zijn grootouders en zijn moeder werd hier geboren. Bijna vijftig jaar later is Timothy Snyder een internationaal geprezen historicus die vooral bekend is van zijn in 2011 gepubliceerde boek Bloedlanden over hoe Oost-Europa in de vorige eeuw getroffen werd door zowel de terreur van Stalin als van Hitler.
Positieve en negatieve vrijheid
In zijn nieuwste boek, dat is vertaald door Toon Dohmen en Janine van der Kooij, richt Snyder zich op zijn geboorteland Amerika en onderzoekt hij de betekenis van vrijheid. Zijn uitgangspunt is dat de door Thomas Jefferson gedefinieerde universele rechten – life, liberty and the pursuit of happiness – in de VS van vandaag niet meer vanzelfsprekend zijn. Het nastreven van de ‘American Dream’ wordt volgens hem aan velen ontzegd, wat bijvoorbeeld blijkt uit de enorme economische ongelijkheid. Dat terwijl er volgens Jefferson, die de architect was van de Onafhankelijkheidsverklaring, geen maatschappelijke toestand was die wenselijker was dan economische gelijkheid.
Bij het beschrijven van wat volgens hem vrijheid zou moeten inhouden, onderscheidt Snyder vijf vormen, waaronder (sociale) mobiliteit, feitelijkheid en solidariteit. Hij laat zich inspireren door verschillende denkers uit het heden en verleden, onder wie de rooms-katholieke Joods-Duitse filosoof Edith Stein, die in 1942 door de nazi’s werd vermoord in Auschwitz-Birkenau, en Václav Havel, een belangrijke criticus van de communistische Tsjecho-Slowaakse overheid die na de val van het communisme eerst president was van Tsjecho-Slowakije en vervolgens van Tsjechië.
Snyder grijpt in zijn boek veelvuldig terug op de door de Britse filosoof Isaiah Berlin bedachte concepten van positieve en negatieve vrijheid. Negatieve vrijheid staat gelijk aan het wegnemen van barrières, terwijl positieve vrijheid juist actief mogelijkheden creëert. “Vrijheid is niet alleen de afwezigheid van het kwade, maar de aanwezigheid van het goede”, zo benadrukt Snyder.
Tijdens een ontmoeting met een vijfentachtigjarige Oekraïense vrouw in september 2022 in Posad-Pokovske zag hij dat vrijheid meer inhoudt dan de bevrijding van het kwaad. Het dorp in het zuiden van Oekraïne ligt op de plek waar de opmars van het Russische leger was gestuit. Weliswaar hoefde de vrouw niet meer te vrezen voor acuut Russisch geweld en had ze in de vorm van een noodwoning een dak boven haar hoofd, maar doordat de oorlog nog steeds voortduurde, waren haar levensomstandigheden beperkt en kon ze zich niet echt vrij voelen. Positieve vrijheid behelst immers meer dan slechts het wegnemen van onderdrukking en oorlogsgeweld, maar vergt voortdurende inspanning.
Große Lüge
Snyder vergelijkt het Rusland van tegenwoordig met het stalinistische tijdperk, waar de werkelijkheid aangepast werd aan de grillen van de machthebbers. In onze tijd leek de oorlog tegen Oekraïne de ene dag nog ondenkbaar en was deze de andere dag onvermijdelijk. Decennia eerder keerden dissidenten zich met het risico om in de goelag te belanden tegen het Sovjet-communisme. Zij begrepen volgens de schrijver “dat feiten een voorwaarde voor vrijheid vormen”. In nazi-Duitsland werd burgers toegang tot de feiten eveneens ontzegd. Ervoor in de plaats werd een propaganda-apparaat opgetuigd dat werkte volgens het idee van Hitlers pr-strategie van de große Lüge, zoals de dictator had uitgezet in zijn boek Mein Kampf. Snyder legt uit:
…vertel een leugen die zo kolossaal is dat je aanhangers zich niet kunnen voorstellen dat je ze zozeer zou misleiden. Juist doordat de leugen zo schaamteloos is, gaan mensen die haar geloven er psychologisch zozeer in mee dat ze er niet langer pijnloos afstand van kunnen nemen. Een grote leugen is een onwaarheid die te groot is om haar te ontkennen.
Donald Trump
De ineenstorting van de Sovjet-Unie bracht Russische burgers geen positieve vrijheid, want in de plaats kwam geen opkomende democratie, maar een agressief imperium in de vorm van het oligarchische Rusland van Poetin. Snyder ziet het voorbeeld van Rusland als een waarschuwing voor zijn eigen land, waar in de eenentwintigste eeuw het kapitalisme “ook de richting van monopolies, concentratie van rijkdom en decadentie [is] opgedreven”. Hij drukt de Amerikanen op het hart dat ze niet moeten denken uitzonderlijk te zijn als het om hun “toewijding van de vrijheid” gaat, want deze overmoed maakt hen “vatbaar voor propaganda van tirannen die gericht is op wat we willen horen”.
Snyders boek kwam uit voor de herverkiezing van Donald Trump, die hij in zijn boek hekelt als “de onderhorige van Poetin”. Hij noemt de Republikein “een negatieve vrijheidsheld: hij dankt zijn rijkdom aan een onvoldoende belaste erfenis en heeft er geen probleem mee om voortdurend allerlei feitelijkheden te ontkennen”.
Volgens Snyder heeft Amerika zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot een oligarchie, waarvan Trump een exponent is. In de jaren tachtig van de vorige eeuw was het, in de woorden van Snyder, president Ronald Reagans overtuiging “dat de overheid nooit kan helpen, alleen schade kon berokkenen”. Terwijl in Amerika een hetze tegen de verzorgingsstaat werd gevoerd, leefden Canadezen in 1981 gemiddeld anderhalf jaar langer dan de Amerikanen. Tegenwoordig is dit verschil zelfs opgelopen tot vijf jaar. Het woord freedom ging in het Amerikaans-Engels volgens Snyder weinig anders inhouden “dan het privilege van een paar rijke Amerikanen om geen belasting te hoeven betalen, de macht van een paar oligarchen om het debat te bepalen en de oneerlijke toepassing van het strafrecht”.
Snyder concludeert dat de bevrijding van mensen niet kan worden overgelaten aan de vrije markt en benadrukt dat een civil society niet zonder solidariteit kan functioneren. Hij waarschuwt verder dat het kapitalistische streven naar efficiency kan ontaarden in ontmenselijking:
Efficiëntie was in de negentiende eeuw al het argument voor Amerikaanse slavernij en in de twintigste eeuw voor de nazi- en Sovjetconcentratiekampen. In zijn autobiografisch verslag over vijf jaar in de goelag definieerde Julius Margolin het kamp als een plek waar niemand ooit ‘waarom’ mocht vragen. ‘Hier bestaat geen waarom,’ zei een kampbewaker in Auschwitz tegen Primo Levi.
The land of the free
Snyder grijpt niet alleen terug op grote gebeurtenissen in de geschiedenis, maar beziet de toestand van Amerika ook door het oog van zijn eigen jeugdervaringen. Als kind beoefende hij honkbal en vond hij het geweldig om in het stadion naar wedstrijden te kijken. In het Riverfront Stadium in Cincinnati leerde hij het volkslied The Star-Spangled Banner kennen, waarin een ode wordt gebracht aan “the land of the free and the home of the brave”. Snyder vroeg zich toen nog niet af…
…wat het voor Afro-Amerikaanse spelers betekend moet hebben om in de houding te staan voor een lied over vrijheid dat geschreven was in een tijd dat hun voorouders tot slaaf waren gemaakt.
Hij betoogt dat je de vrijheid wel kunt vereren door te zingen, maar dat dit niet gelijk staat aan het verwezenlijken ervan. Zijn land scoort tegenwoordig niet hoog op het gebied van burgerlijke en politieke vrijheden. Amerikanen zijn volgens hem teveel gericht op vrijheid van, terwijl landen waar het draait om vrijheid om het beter doen.
Het verhaal dat de schrijver aanhaalt van Leon Bass, een Afro-Amerikaan die tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwillig dienst nam in het Amerikaanse leger en onder meer tijdens het Ardennenoffensief vocht, maakt duidelijk hoe onvrij Amerika ooit was. Toen Bass als veteraan van het front terugkwam in zijn geboorteland, waar de Jim Crowe-wetten nog altijd golden, weigerde men hem te bedienen in een restaurant. Hij verklaarde:
Ik heb drie jaar van mijn leven gegeven, mijn leven in de waagschaal gesteld om te zorgen dat die jongedame en die manager of van wie die tent ook was gewoon konden blijven leven en zich konden verheugen in de rechten en voorrechten van Amerikanen. En dan zeiden ze tegen mij, net als de nazi’s gedaan hadden, net zoals ik in het Zuiden te horen had gekregen, wat ze tegen mijn vader hadden gezegd: ‘Leon, je bent niet goed genoeg.’ Wat een walgelijk iets om tegen iemand te zeggen.
Raciale detentiepraktijken
Nog altijd wordt de Afro-Amerikaanse bevolking volgens Snyder gediscrimineerd. Zo wordt het hen moeilijk gemaakt om te stemmen, bijvoorbeeld door stemlokalen op locaties waar veel Afro-Amerikanen wonen te sluiten. Snyder hekelt ook de “raciale detentiepraktijken”, waarmee hij doelt op de oververtegenwoordiging van zwarte mannen in het gevangeniswezen. Snyder beschrijft hoe in zijn thuisstaat Ohio gevangenissen in landelijke county’s worden ondergebracht. Terwijl gevangenen hun stemrecht wordt ontzegd, telt hun aanwezigheid wel mee bij het inwoneraantal dat bepaalt hoe sterk een staat is vertegenwoordigd in het Congres. Hij vergelijkt deze praktijk met de tijd toen slaven niet konden stemmen, maar wel meetelden (60% per slaaf) bij het berekenen van het aantal volksvertegenwoordigers per staat. Snyder legt uit:
Vertegenwoordiging in het Congres werd daarom direct bepaald door slavernij, ten voordele van de slavenhouders en ten nadele van de slaafgemaakten. Hoe meer slaven er in een staat woonden, hoe meer mensen er gekozen konden worden om de slavernij in stand te houden en uit te breiden.
Sociale media
Niet alleen verzet Snyder zich tegen economische en raciale ongelijkheid, maar ook tegen de verraderlijke invloed van sociale media. In de tijd dat hij in een gevangenis in Connecticut werkcolleges gaf over filosofie leerde hij een man van ongeveer zijn leeftijd kennen die voor het jaar 2000 in de gevangenis belandde. Bij zijn vrijlating in het nieuwe millennium was hij verbaasd over al die ‘vrije’ mensen die de hele tijd naar het beeldscherm van hun smartphone tuurden. “Ik heb hier meer onvrije mensen gezien dan daarbinnen ooit het geval is geweest”, merkte hij hierover scherp op. Snyder zelf vergelijkt sociale media met de Sirenen uit de ‘Odyssee’ die Odysseus zwaar op de proef stellen:
Hun gezang is onweerstaanbaar omdat ze het aanpassen aan wat hun luisteraars willen horen – net als de algoritmen van tegenwoordig. Iedereen die bezwijkt voor hun lokroep wacht een wisse dood…
De historicus ziet ook een parallel met de jaren zeventig, toen de Tsjecho-Slowaakse Communistische Partij de televisie inzette als middel van politieke instructie. De staatstelevisie verleidde mensen met spraakmakende tv-series en hielp zo het volk onder de duim te houden. Volgens Snyder hebben techbedrijven tegenwoordig via algoritmen nog veel meer mogelijkheden om ons te beïnvloeden. “Sociale media maken ons voorspelbaarder, en daarmee makkelijker te overheersen”, vindt hij.
Keerpunt
“Het systeem is gebouwd op leugens”, zo citeert Snyder Václav Havel. “Het blijft alleen overeind zolang de mensen bereid zijn in de leugens te leven.” In Over vrijheid probeert Timothy Snyder zijn landgenoten te overtuigen om, mede op basis van het verleden en filosofische wijsheden, de waarheid te omarmen en het tij te keren. Economische en raciale ongelijkheid, misleiding op sociale media en klimaatverandering moeten worden aangepakt zodat Amerikanen werkelijk kunnen leven in vrijheid. “We kunnen niet nadenken over de weg die ons naar de vrijheid voert zonder daarbij oog te hebben voor het verleden”, zo schrijft de historicus.
Volgens hem staat de VS op een keerpunt: “Of we vrij zullen zijn, hangt van ons af – niet alleen van wat we doen, maar ook van waarom we het doen: onze idealen.” In zijn goed doordachte, hoewel hier en daar wat abstract geschreven boek spreekt hij vooral Amerikanen aan. Ook lezers uit andere westerse landen, waar de vrijheid zoals Snyder die definieert eveneens onder druk staat, zouden zich zijn waarschuwingen echter moeten aantrekken.