Onder de slogan Architecture for justice loopt in BOZAR te Brussel nog tot 15 mei een gratis te bezoeken tentoonstelling met uiteenlopende ideeën over mogelijke herbestemmingen van het Brusselse Justitiepaleis, eens ongetwijfeld het architecturaal testament van Joseph Poelaert (1817-1879), alias de ‘Schieven architect’.
Wat voorafging
Het imposante Justitiepaleis in Brussel, gebouwd tussen 1866 en 1883, bepaalt zonder meer nog steeds de
skyline van de stad. Maar volgens sommigen is het gerechtsgebouw echter niet langer meer aangepast aan de huidige eisen inzake beveiliging, functionaliteit en justitiële noden. De behoefte aan enerzijds een bijzonder sterke visie om het Justitiepaleis te moderniseren en anderzijds tegelijk de status als beschermd erfgoed te respecteren, werd de jongste jaren dan ook alsmaar groter. Het was dan ook binnen dit canvas dat de regering tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in 2010 besloot om een internationale ideeënwedstrijd te organiseren om zo de mogelijke toekomstige functies en herbestemmingen van het Justitiepaleis in kaart te brengen.
Via deze ideeënwedstrijd onder de naam “Brussels Courthouse, imagine the future”, konden de deelnemers hun concept indienen binnen twee mogelijke scenario’s: een eerste waarbij het Justitiepaleis een partiële justitiële functie zou behouden en een tweede waarbij deze functie totaal zou verdwijnen. De internationale respons op de wedstrijd was enorm en uiteindelijk werden er niet minder dan 188 dossiers ingediend uit 28 verschillende landen. Binnen elk scenario weerhield een jury drie laureaten.
Lees ook: Justitiepaleis Brussel, architecturaal huzarenstukje of puur wangedrocht
De tentoonstelling
Met de bedoeling het maatschappelijk debat over de toekomst van het Justitiepaleis aan te zwengelen, worden nu de ideeën van de laureaten evenals een selectie van andere interessante visies in de vorm van een tentoonstelling voorgesteld aan het publiek. Aan de bezoeker worden in totaal dertig mogelijke concepten, visies en potentiële herbestemmingen aangereikt. Daarnaast bevat de expositie ook een historisch luik met onder meer enkele authentieke documenten waaronder een architectuurtekening van Joseph Poelaert. Voorts vestigt de expo de aandacht op enkele prangende vragen over de verdere toekomst van dit gerechtsgebouw, zoals plaats en rol in het stadsbeeld en belicht ze een brede diversiteit aan allerlei mogelijke invalshoeken hierover.
Pragmatisme versus radicalisme
De winnaar in de categorie ‘met behoud van een partiële justitiële functie’ is het architectenbureau T.O.P. Office-Expo 68. Het uitgangspunt van hun plan is de herbestemming van de sokkel onder het justitiepaleis om op die manier 15.000 vierkante mter gewelfde ruimtes te recupereren die aansluitend op de stadswijken eromheen zich kunnen lenen voor commerciële, recreatieve, culturele en zelfs toeristische activiteiten. De ruimtes boven de sokkel blijven in dit voorstel verder dienen voor gerechtelijke bedrijvigheden.
De laureaat in de groep die geen justitiële taken herneemt voor Poelaert’s gerechtshof is het bureau Scale. Met hun radicaal idee “Pas de palais, Pas de palais” stellen zij dat het justitiepaleis nooit een andere functie kan hebben en het ondenkbaar is om aan het gebouw een andere invulling te geven, waardoor men het volgens hen maar best zou ontmantelen en omvormen tot een volledige nieuwe stadswijk waarbij de restanten van het justitiepaleis zowat de rol zouden spelen vergelijkbaar met het Paleis van Diocletianus in Split of het amfitheater in Firenze.
Toch bedenkingen alom
Het Justitiepaleis is binnen ons maatschappelijk bestel al decennia lang een symbool van ons nationaal gerechtssysteem. Het torent uit boven de omgeving en wordt door de fysieke impact op de stad onvermijdelijk met Brussel geassocieerd. Men kan zich dan ook de vraag stellen of de overheid niet de plicht heeft om een dergelijk architecturaal patrimonium te vrijwaren van afbraak.
Het gebouw is beschermd als justitiepaleis, het is echter niet ondenkbaar dat met het wegvallen van de justitiële functies deze bescherming op de helling komt te staan en zo uiteindelijk de deur opent voor een weinig scrupuleuze immobiliënlobby die in het verleden reeds aantoonde met het cultureel en architecturaal erfgoed maar zelden rekening te houden.
Wat er dus de eerstkomende maanden of jaren precies met het Brusselse Justitiepaleis zal gebeuren blijft dus zeer de vraag.
Rudi Schrever
Brusselse stadsgids
Rondleidingen op aanvraag
e-mail: [email protected]