Ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van de bevrijding van Kamp Westerbork bracht minister-president Dick Schoof woensdag een bezoek aan het herinneringscentrum. Kamp Westerbork werd op 12 april 1945 bevrijd, drie dagen voor de officiële capitulatie van de Duitse troepen in Noord-Nederland.
Tijdens zijn bezoek sprak de minister-president onder meer met Holocaust-overlevenden Eva Weyl en Hans Dresden. Weyl werd als jong meisje via Westerbork naar kamp Bergen-Belsen gedeporteerd, maar overleefde en keerde na de oorlog terug. Dresden overleefde de oorlog in onderduik; haar ouders zaten gevangen in Kamp Westerbork. Na de bevrijding verbleef het gezin nog enkele weken in het kamp.
Schoof ging ook in gesprek met leerlingen van de Burgemeester Harsma School uit Gorredijk, die het kamp eerder die dag bezochten. Aansluitend werd bij het monument ‘De 102.000 stenen’ stilgestaan bij de slachtoffers die vanuit Westerbork naar vernietigingskampen in het oosten zijn gedeporteerd.
Kamp Westerbork werd in de oorlogsjaren gebruikt als doorgangskamp voor Joden, Sinti en Roma. Vanuit het kamp werden ongeveer 107.000 mensen weggevoerd naar kampen als Auschwitz, Sobibor en Theresienstadt. Slechts enkelen keerden terug.

Na-oorlogse geschiedenis
In het Herinneringscentrum wordt momenteel gewerkt aan een herinrichting van het terrein en de uitbreiding van het museumgebouw. Tijdens het bezoek lichtte directeur Bertien Minco de plannen toe. Daarbij is ook aandacht voor de naoorlogse geschiedenis van het kamp, dat tussen 1951 en 1971 onder de naam Woonoord Schattenberg dienstdeed als woonoord voor Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen.
Schoof sprak van een bijzonder bezoek:
Kamp Westerbork speelt een belangrijke rol in de koppeling van heden en verleden. Hier leren alle generaties zich realiseren hoe kostbaar vrijheid is en dringt tot je door wat er op deze plek is gebeurd. Deze verhalen moeten we blijven vertellen. Het kabinet vindt de rol van het Herinneringscentrum erg belangrijk. Er is een mooi plan gepresenteerd en wij kijken wat we kunnen doen om te helpen.