Zo omschreef Gerrit Noordzij onlangs in een ingezonden brief aan Trouw een handschrift in de collectie van Museum Meermanno. Dit handschrift, geschreven in 1653 door de Franse schrijfmeester Jarry, werd in 1824 door de baron Van Westreenen gekocht op de veiling van de bibliotheek van boekhandelaar en verzamelaar Charles Chardin.
Nicolas Jarry werd rond 1610/1615 geboren en overleed hoogstwaarschijnlijk vóór 18 september 1666. Op die dag werd Robert Ballard benoemd tot Noteur de la Chapelle-Musique du Roi, een functie die Jarry vanaf ca. 1637 bekleed had. De meeste handschriften van Jarry zijn religieus van aard, zoals gebedenboeken en liturgische werken en werden hoofdzakelijk gemaakt voor leden van het Franse hof, waaronder Anne d’Autriche, de moeder van Louis XIV, Richelieu en Mazarin. De oorspronkelijke eigenaar van het handschrift in Museum Meermanno is niet bekend, maar de 18e-eeuwse band toont het wapen van Paul Godet des Marais (1649-1709), bisschop van Chartres (1703-1709) en biechtvader van Madame de Maintenon.
Het is echter niet de herkomst, maar vooral de prachtige letter die de handschriften van Jarry zo bijzonder maakt. Gerrit Noordzij en anderen hebben gewezen op de formele overeenkomsten tussen de kalligrafie van Jarry en de beroemde Romain du Roi, de invloedrijke drukletter die in 1702 voor het eerst in een boek wordt toegepast. Opmerkelijk, want het eerste gedateerde handschrift van Jarry werd geschreven in 1633.
Het Meermanno-handschrift bevat verschillende liturgische teksten, waaronder de bisschoppelijke toediening van het Heilige Vormsel en de wijding van misgewaden, altaargerei, beelden en reliekhouders. In de veilingcatalogus van 1824 staat bij dit handschrift vermeld:
‘Les marques des premiers feuillets sont salis par les doigts; on voit qu´il a beaucoup servie’.
De gebruikssporen blijven echter niet beperkt tot wat vegen op de eerste bladen. Een van de gebruikers heeft met een rood potlood ‘regie-aanwijzingen’in de marge genoteerd. De liturgische handelingen zijn in het handschrift in een sierlijke rode cursief genoteerd, maar voor het gebruik was een enkel symbool zoals een mijter, miskelk of kruisteken sneller te lezen. Hoewel het de formele schoonheid wel wat ontsierd, is het toch aardig om te constateren dat het handschrift niet alleen door bibliofielen gekoesterd, maar in de dagelijkse praktijk werd gebruikt.
~ Rickey Tax – Museum Meermanno