De non Beatrijs wordt verliefd op een mooie jongeman en verlaat haar klooster. Zeven jaar duurt haar geluk. Ze wordt door haar geliefde in de steek gelaten en leeft zeven jaren in bittere armoede. Daarna besluit ze terug te keren naar het klooster in de hoop daar weer in genade te worden aangenomen. Tot haar verwondering heeft niemand haar gemist. Maria zelf heeft tijdens Beatrijs’ afwezigheid haar taken als kosteres waargenomen.
De enige Middelnederlandse versie van het dichtwerk met dit verhaal is opgenomen in dit kostbare handschrift uit 1374. In de letter V waarmee dit verhaal opent, zijn de hoofdpersonen uit deze legende afgebeeld: zuster Beatrijs knielt voor Maria die het Christuskind op haar arm houdt. Digitaal door dit boek bladeren? Dat kan op www.kb.nl/bladerboeken/beatrijs
Vorige topstuk | Volgende topstuk