De strijd van de Ieren om zich te ontdoen van de Britse overheersing is een bloedige geweest. Deze begint met een opstand in 1916 en loopt zes jaar later uit op een burgeroorlog. Uiteindelijk krijgt de Ierse Vrijstaat vorm die in 1923 wordt toegelaten tot de Volkenbond. Maar lang daarna blijven privémilities elkaar bestrijden. In 1939 verklaart de republiek zich neutraal als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt.
Nationalisme en zelfbeschikking
Op paasmaandag 1916 breekt in Dublin een opstand uit tegen het Britse bewind aangevoerd door de leider van de zogeheten Irish Volunteers, Pádraig Pearse. Ook Éamon de Valera, geboren in New York als zoon van een Ierse moeder en een naar zeggen Spaanse vader (Juan Vivion de Valera, afkomstig uit het Baskenland), speelt een rol in deze opstand die mislukt. Een uit Duitsland afkomstig schip met wapens wordt onderschept en door de Duitse kapitein opgeblazen. Als dit ter ore komt van de gematigde en alom gerespecteerde nationalist Eoin MacNeill, die niet op de hoogte is van de geplande opstand, probeert hij deze af te blazen. Pearse zet echter door. Dublin Castle, de zetel van de Britse regering wordt ingenomen, maar Dublin zelf komt niet in opstand.
De Britten reageren snoeihard en executeren diverse Ierse opstandelingen, waaronder Pearse. De Valera, die technisch gezien geen Iers onderdaan is en wellicht een Amerikaans paspoort heeft, verdwijnt in Engeland achter de tralies. De Britten willen geen ruzie met de Amerikanen om deze zaak. Op zich is de Paasopstand van weinig betekenis, maar het wakkert wel anti-Britse sentimenten aan en brengt het Ierse nationalisme in een stroomversnelling, vooral nadat bijna tweeduizend rebellen zonder enige vorm van proces door de Britten worden ingescheept en overgebracht naar Frongoch, een interneringskamp op het terrein van een verlaten distilleerderij in Noord-Wales. Dit kamp ontpopt zich als een broedplaats voor nationalisme en een trainingskamp voor leden van het Ierse Republikeinse leger (IRA) dat onder leiding staat van Michael Collins, bijgenaamd ‘the big Fellow’, niet te verwarren met ‘the long Fellow’ zoals De Valera wordt genoemd. Pleidooien van de Amerikaanse president Woodrow Wilson tijdens en vlak na de Eerste Wereldoorlog om volkeren zelfbeschikkingsrecht te verlenen geven verder voeding aan het Ierse streven naar zelfstandigheid en de Paasopstand krijgt daarmee een welhaast mythische betekenis voor de Ierse vrijheidsstrijders. De dichter Yeats begreep dit al door in juli 1916 te schrijven dat wat je ook zeggen kan over de wijsheid van de Paasopstand, deze zal voortleven in de herinnering vanwege zijn heroïek.
Het doet enigszins merkwaardig aan dat de Britse premier Lloyd George, in onderhandeling te Parijs over de vredesverdragen na de overwinning van de geallieerden op de Centraal Europese machten (waarbij het Wilsoniaanse principe van zelfbeschikking een belangrijke rol speelt), de Ieren dit recht ontzegt. Deels komt dit door de uitslag van de verkiezingen van eind 1918 die een voor Ierland verdeeld beeld opleveren. Weliswaar verovert Sin Fein, de partij die streeft naar een zelfstandig Ierland een meerderheid in zetels, maar de opkomst onder de stemgerechtigden bedraagt 69%, waarvan 47% op Sin Fein stemt. Geen meerderheid dus voor de nationalisten.
Daarbij komt nog dat Sin Fein een verenigd Ierland wil, inclusief Ulster waar de Unionisten, die niets willen weten van afscheiding, de meerderheid hebben veroverd. Lloyd George houdt vast aan zijn idee van Home Rule, een concept dat een zekere mate van zelfstandigheid inhoudt voor Ierland, dat echter wel deel blijft uitmaken van de Britse monarchie. Voor Sin Fein is de maat vol. In de wetenschap dat men zich in Parijs weinig gelegen laat liggen aan het zelfbeschikkingsrecht – met als sprekend voorbeeld Elzas-Lotharingen dat zonder de bewoners naar hun mening te vragen aan Frankrijk wordt gegund – doen de nationalisten een greep naar de macht. Enkele weken na de verkiezingen, op 15 januari 1919, besluiten de 67 afgevaardigden van Sin Fein tijdens een congres van de partij het Westminster parlement links te laten liggen en een eigen assemblee te formeren, Dail Eireann geheten. Een week later nemen zij een onafhankelijkheidsverklaring aan en formeren een regering.
De Valera, Black and Tans en Bloody Sunday
De eerste daad van deze regering, de bevrijding van De Valera en zijn terugkeer naar Ierland, loopt uit op een succes, maar hij toont zich bepaald geen vredesduif en is niet bereid tot onderhandeling. Integendeel, hij neemt de wapens op en richt zich vooral op de bestrijding van de Royal Irish Constabulary (RIC), die hij afschildert als onderdrukkers van de arme bevolking. De Britse regering tolereert dit niet. In augustus 1919 wordt Sin Fein verboden en de Dail Eireann illegaal verklaard. Maar het geweld neemt niet af. Winston Churchill, de toenmalige Britse minister van Oorlog, schrijft:
‘We zagen de oranje en groene vlammen omhoog spatten uit de Ierse vuurhaard’.
Dan komt Lloyd George met een nieuwe voorstel: er komen twee afzonderlijke parlementen, een voor Noord- en een voor Zuid-Ierland met een overkoepelende raad. Geen volledige zelfstandigheid voor beide landsdelen, maar wel veel eigen verantwoordelijkheid. Vredesbeleid, Buitenlandse Zaken, leger en landbouwbeleid blijven ter behandeling door het centrale Britse gezag. Begin maart slikt de Ulster Unionist Council zijn bezwaren in en accepteert dit plan, maar Sin Fein veegt het van tafel. Dat neemt niet weg dat op 23 december 1920 de zogeheten Government of Ireland Bill van kracht wordt en op 24 mei 1921 verkiezingen worden gehouden voor de beide parlementen. In het noorden winnen de Unionisten 40 van de 52 zetels en in het zuiden is Sin Fein de onbetwiste winnaar. De partij sleept 124 van de 128 zetels in de wacht. Intussen voert De Valera de druk op en start begin april 1920 een ware guerrilla. Op voorstel van Churchill wordt de RIC versterkt met een eenheid van 8.000 man waarbinnen de zogeheten Auxilliary Cadets (AD) een elite-eenheid vormen van ervaren ex-militairen. Aan hun kledij met de khaki uniformen, zwarte riemen en groene baretten, ontlenen zij hun bijnaam Black and Tans.
De Britse regering raakt niet uitgediscussieerd over mogelijke oplossingen voor het toenemende geweld in Ierland en schuift het probleem af op het Ierse gouvernement dat in augustus de Restoration of Order in Ireland Act proclameert die in feite de militairen volmacht verleend tot het veroordelen van verdachten door niet-openbare zittingen van de krijgsraad. Dan vinden er eind 1920 twee zeer ernstige incidenten plaats. De eerste is Bloody Sunday op 20 november. Een aantal officieren van de RIC en twee burgers worden in koelen bloede in bed vermoord in het bijzijn van hun echtgenotes. De Black and Tans nemen op een vreselijke manier wraak door ‘s middags het vuur te openen op een menigte voetbalsupporters waarbij veertien doden en tientallen gewonden vallen. Tweede incident is de Burning of Cork waarbij de Auxiliaries en de Black and Tans, nadat een aantal Auxiliaries in een hinderlaag zijn gelopen en vermoord, grote delen van de stad in de as leggen. Tot aan de herfst van 1920 klinkt er slechts kritiek door op het Britse beleid van de zijde van Liberale- en de Labourpers, maar rond 1 december voegt ook de Times zich in het koor van de opposanten. Lloyd George schildert hen af als bolsjewieken, Sin Feiners en gekken, maar het tij keert zich tegen de premier als ook hooggewaardeerde burgers en Anglicaanse bisschoppen openlijk kritische kanttekeningen plaatsen bij zijn beleid van repressie.
Wapenstilstand
In de boezem van het Britse kabinet woedt een stevige ruzie over hoe de Ierse kwestie tot een oplossing te brengen. Churchill wil een wapenstilstand sluiten, maar hij krijgt onvoldoende steun. Lloyd George kan rekenen op een kabinetsmeerderheid voor zijn onderdrukkingsregime. Maar toch, nadat ook de koning zich keert tegen het beleid en het kabinet zich realiseert dat het wederzijdse geweld alsmaar heviger wordt (Ierse bronnen geven aan dat er ongeveer 750 Ierse vrijheidsstrijders zijn omgekomen, terwijl aan regeringszijde meer dan 500 politieagenten en soldaten het leven hebben gelaten), suggereert de regering de koning om bij de opening van het Ierse parlement op 22 juni 1921 in zijn rede een verzoenende toon aan te slaan. Dat helpt. Sin Fein, dat in feite over niet meer dan 3.000 bewapende strijders beschikt, hapt toe en op 11 juli wordt een wapenstilstand gesloten waarna De Valera op 13 juli de oversteek maakt om te overleggen met Lloyd George. Hij wordt hoffelijk ontvangen door de premier. Wanneer De Valera hem een document overhandigt met als titel (in Gaelic) Saorstat Eireann vraagt Lloyd George langs zijn neus weg wat die titel betekent. Vrijstaat, is het antwoord, waarop Lloyd George aan De Valera vraagt wat het Ierse woord is voor republiek. De Valera raakt in verwarring en Lloyd George merkt op dat de Kelten nooit republikeins zijn geweest en er dus geen term in het Iers bestaat voor republiek. In die sfeer nemen de onderhandelingen, gekarakteriseerd als vrede via beproeving, een aanvang. Onderhandelingen die uitmonden in het Anglo-Ierse Verdrag dat op 6 december 1921 ondertekend wordt door de Ierse delegatie waarvan Michel Collins deel uitmaakt. De Ierse Vrijstaat is geboren.
Als leider van de IRA is Collins’ handtekening van grote betekenis en de Britten gaan ervan uit dat vrijwel alle strijders hem hun steun zullen geven. Dat inzicht blijkt te optimistisch te zijn, want in Dublin zet De Valera zijn hakken in het zand en pleit ervoor om het verdrag te verwerpen. Dat gebeurt niet, de Ieren snakken gewoon naar vrede en tegen het eind van het jaar accepteert de Dail Eireann het verdrag.
Burgeroorlog en de verzoening van De Valera
Maar de Ierse beproevingen zijn geenszins ten einde. Het ogenschijnlijk bezworen conflict is slechts de opmaat voor een burgeroorlog. In maart 1922 komt het tot een scheuring in de IRA en de Irregulars, oftewel de Army of the Irish Republic, sluit zich aan bij de kersvers opgerichte Republican Party van De Valera. Er breken gevechten uit tussen de IRA van Collins en de Irregulars van De Valera. De Britten voorzien Collins van wapens, maar houden zich verder wijselijk buiten het conflict. Op 9 juni zijn er verkiezingen waarbij de voorlopige Ierse regering onder leiding van Collins 58 zetels en De Valera 35 zetels behalen. Steun dus voor Collins, maar de gevechten worden alleen maar heviger. Collins wordt vermoord en de Ierse regering doodt meer dan zeventig rebellen. In de loop van de winter van 1922 weet de regering onder de nieuwe premier William Cosgrave langzamerhand de overhand te krijgen. De Valera geeft zich over in april 1923 en gelast zijn strijders de wapens neer te leggen. Ulster is en blijft buiten de Ierse republiek, in juli winnen de voorstanders van het verdrag de verkiezingen en in september wordt de nieuwe Ierse Vrijstaat lid van de Volkenbond.
In 1926 formeert De Valera een nieuwe partij, de Fianna Fáil en wint 45 zetels tijdens de verkiezingen, maar de gekozenen weigeren hun zetels te bezetten. Uiteindelijk verzoent De Valera zich met de Ierse republiek, de Vrijstaat, in het vooruitzicht dat het in 1931 de status zal verwerven van dominion binnen het Britse Gemenebest. In 1932 vinden verkiezingen plaats waarbij Fianna Fáil van De Valera de grootste partij wordt. Cosgrave belandt in de oppositie en De Valera wordt de nieuwe premier. Hij voert onmiddellijk zijn verkiezingsbelofte uit en wel de afschaffing van de in het verdrag van 1921 opgenomen verplicht af te leggen Eed van trouw aan de Britse kroon. In 1937 introduceert hij bij referendum een nieuwe grondwet waarin Eire een virtuele republiek wordt, waarmee geheel Ierland wordt bedoeld.
Gedurende de jaren dertig zijn privémilities niet verdwenen. De ban op de IRA blijft bestaan nadat De Valera de constitutie heeft omarmd en krijgt een tegenhanger in de vorm van de Army Comrades Association (ACA), bekend als de Blue Shirts dat onder leiding komt te staan van de gewezen politiechef generaal O’Duffy en voornamelijk bestaat uit veteranen uit het leger. IRA en AGA bestrijden elkaar te vuur en te zwaard met gebruik van boksbeugels en ploertendoders. Om de Blue Shirts in te tomen creëert de regering een speciale eenheid, de Broy Harriers, bestaande uit IRA-leden die het verdrag van 1921 afwijzen. Als de Spaanse Burgeroorlog uitbreekt stuurt O’Duffy zevenhonderd blauwhemden naar Spanje om Franco bij te staan. Tweehonderd IRA-leden vechten er mee met de republikeinen. Wanneer in 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt verklaart De Valera de republiek neutraal.
Ulster is anders
Jean McConville – Moord en verraad in Noord-Ierland
-Johnson, P., Ireland, A concise History from the Twelfth Century to the Present Day, Academy Chicago Publishers, Chicago 1992.