Een poosje geleden besprak uw recensent het boek Wereldtheater van de Noorse auteur Thomas Reinertsen Berg. Dat boek liet zien hoe de aarde en de zeeën, de hemel en het heelal beetje bij beetje in kaart werden gebracht en hoe de witte, blinde vlekken op de wereldkaart langzaam oplosten. De koopman van Peru, de nieuwe, fantastische roman van Natasha Pulley, gaat daar ook over – en over onvoorstelbaar veel meer.
Natasha Pulley, gedebuteerd met de alom geprezen roman De horlogemaker van Londen, plaatst haar personages graag in een historisch decor. Waar haar eerste roman zich afspeelde in Victoriaans Londen, speelt De koopman van Peru zich af in het Peru van de negentiende eeuw. Een boeiende setting.
Kinine
Hoofdpersoon Merrick Tremayne, voormalig ontdekkingsreiziger, botanist en smokkelaar voor de Britse Oost-Indische Compagnie (de East India Company), herstelt op zijn vervallen landgoed in Cornwall van ernstige verwondingen aan zijn been – het nare gevolg van een vorige missie. Ondanks dat Merrick door zijn versplinterde been veroordeeld is tot het lopen met een stok, wordt hij opnieuw gevraagd voor een niet ongevaarlijke missie. Het India Office, de opvolger van de East India Company, geeft Merrick namelijk de opdracht om in de Peruviaanse hooglanden te zoeken naar de kinaboom. Een belangrijke opdracht, want kinine is een belangrijk medicijn tegen malaria – en laten de Britse koloniën, met name India, nu net flink geplaagd worden door een enorme malaria-epidemie.
Als Merrick slaagt in het vinden van de boom, en daar stekjes van neemt, kan de Britse overheid in Ceylon namelijk zélf een kinaboomplantage aanleggen. Op die manier proberen de Britten het Peruviaanse monopolie op de kininehandel, volledig gecontroleerd door maffia-achtige kininebaronnen, te omzeilen. Niet ongevaarlijk: eerdere expedities, waaronder een Nederlandse, werden ontdekt door de kininebaronnen met als gevolg dat haast alle expeditieleden de kogel kregen.
Clements Markham
Merrick, die zich graag wil ontdoen van de benauwende en beklemmende sfeer in Cornwall, aanvaardt desalniettemin de opdracht en gaat, met gezonde tegenzin, op reis naar Peru. Op zijn reis wordt hij vergezeld door de geograaf en collega-ontdekkingsreiziger Sir Clements Markham, door Merrick ‘Clem’ genoemd. Clements Markham, overigens een echt bestaand historisch personage en werkzaam voor het India Office, had een indrukwekkend cv: poolreizen, Zuid-Amerika, Afrika – de geograaf heeft een groot deel van de wereld bereisd. Mount Markham, een bergmassief op Antarctica, getuigt nog altijd van de grote geografische verdienste van Sir Clements Markham.
Witruimte
Vanuit deze op feiten gestoelde context vertrekt de lezer, in het gezelschap van Merrick en Clem, op een magische (jawel, goeddeels fictieve) expeditie naar de Peruviaanse hooglanden. Het verhaal voert ons over ellenlange rivieren, door onoverzichtelijke oerwouden en naar de torenhoge Andes, waar de ijle lucht ervoor zorgt dat ademen nauwelijks gaat. Tot aan de Anders is de route op de landkaart uitgestippeld, daarna houdt het op: geen van de latere bossen of dorpen is nog in kaart gebracht. Een grote witruimte op de kaart, slechts opgevuld met wat gekunstelde tekeningetjes en de suggestie van nog meer bergen. Kortom, Merricks en Clems expeditie belooft een avontuur te worden.
Die verwachting wordt bewaarheid. Samen met onze protagonisten reizen we langs Indiaanse stammen, bijzondere, bewegende standbeelden (de marqayuk, volgens Pulley een echt bestaande Inca-mythe), exploderende bomen en – niet onbelangrijk – gewelddadige kininebaronnen; ook komen we langs de eens zo hoogstaande Inca-beschaving, waarvan Clem, naar waarheid, opmerkt dat die door de Spanjaarden is vernietigd, puur en alleen vanwege het feit dat de Spanjaarden de pokken met zich meebrachten. “Het is een historische gelukstreffer dat de Spanjaarden het ooit van ze hebben gewonnen”, vertrouwt Clem Merrick – en tegelijkertijd de lezer – toe.
Magistraal
De wijze waarop Pulley beelden in woorden vervat en verpakt is – althans, dat vind uw recensent – magistraal. We ruiken de de dennennaalden, de bijenwas en de zware, grasachtige geur van thee, getrokken uit cocabladeren; we horen het geluid van Clems lach als een gouden luchtbel en van de bevreemdende, holle stilte; we zien het meer, zo blauw als een ijsvogel, en de mistige landbouwterrassen, waar op onmogelijke plekken de ruïnes van Inca-huizen balanceren; we proeven de zwarte koffie, zijdezacht en stroperig, en de zachtzoete ananas.
Pionierswerk
Hoewel Clements Markham dus een echt historisch persoon was en echt een expeditie leidde naar de binnenlanden van Peru om kinabomen te winnen, is Merrick Tremayne – net als veel andere zaken in het boek – fictief, verzonnen, ontsproten uit Pulleys fantasie, losgekoppeld van historische accuratesse.
Maar dat nemen we Pulley uiteraard niet kwalijk, net zomin als dat, in haar eigen woorden, je het een vlinder kwalijk kunt nemen dat hij geen web kan weven. Het boek is – uw recensent benadrukt het nog even – een historisch-getinte roman, géén klassiek-historische roman en al helemaal geen historisch naslagwerk. Toch doet het boek iets heel belangrijks: zo laat het zien hoe enorm ingewikkeld en gevaarlijk het ontdekken- en in kaart brengen van de wereld moet zijn geweest. Gevaarlijke jungles, bulderende rivieren en watervallen, vijandige stammen en dorpen, messcherpe rotsen, onpeilbaar diepe ravijnen – alleen geografen en cartografen met moed, avontuurszin en nieuwsgier moeten een dergelijke tocht hebben durven ondernemen. Dit boek laat zien hoe moeilijk en menselijk dat cartografisch pionierswerk moet zijn geweest.
Wereldtheater is een bijzonder degelijk en informatief boek over de ontdekking en optekening van de wereld. De koopman van Peru verweeft dat thema – en nog vele andere thema’s – tot een magisch mooi verhaal. Het resultaat is een schitterende roman met een historisch tintje, als een dun laagje, vers gevallen sneeuw over een grijs gesteend landschap.
Soms geeft fictie de feiten pas kleur en betekenis.
Boek: De koopman van Peru