Boek van de Maand
V
olgens Aernout Vosmaer (1720-1799), de directeur van het ‘natuur- en kunstkabinet’ en de ‘menagerie’ van Stadhouder Willem V, is deze ‘vyfvingerige Bengaalsche luiaard’ een ‘zo verwonderens-waerdig schepsel, wegens zyne ongelooflyke traagheid, dat hy de oplettendheid van alle zyn beschouwers heeft naar zich getrokken’. De luiaard was in 1768 uit Bengalen naar Den Haag verscheept en Vosmaer was zo gefascineerd door het dier dat hij besloot om het ‘in weerwille van de onaangenaame reuk’ op zijn eigen kamer te houden.
De luiaard sliep de hele dag, en als hij ’s avonds wakker werd ‘was zyne beweeging ongemeen traag’. Hij at fruit en eieren en een mus die hem levend voorgehouden werd, beet hij dood alvorens hem op een enkele veer na helemaal op te eten.
De beschrijving van de luiaard maakt deel uit van een reeks beschrijvingen van dieren uit de dierentuin van de Stadhouder, waaronder ook een ‘Africaansch breedsnuitig varken’, een ‘basterd-mormeldier’ (een soort marmot), een ‘groenglanzige mol’, de ‘Amerikaansche ratelslang’ en de ‘Ceylonsche purper-roode loeri’ (een papegaai). Ook de eerste orang-oetan die Europa bereikte staat er in. De afzonderlijke beschrijvingen verschenen van 1766 tot 1787 bij verschillende drukkers in Amsterdam; de serie werd in 1804 gebundeld als Natuurkundige beschryving eener uitmuntende verzameling van zeldsaame gedierten. Baron Van Westreenen bezat twee exemplaren van dat boek.
De dierentuin van Willem V bevond zich in Den Haag, op het landgoed Het kleine Loo aan de Bezuidenhoutseweg. De beroemdste bewoners waren vermoedelijk Hans en Parkie, twee Indische olifanten die al snel naar het Loo bij Apeldoorn en uiteindelijk in 1795 door de Fransen naar Parijs werden overgebracht.
~ Erik Geleijns, Museum Meermanno