De Mont Ventoux staat vooral bekend als de berg waar wielrenners tijdens de Tour de France heroïsche duels uitvechten. Minder bekend is dat de Mont Ventoux in april 1336 bedwongen is door de Italiaanse dichter Francesco Petrarca (1304-1374). Deze actie wordt beschouwd als de start van het moderne toerisme en de bergsport, en tevens als het symbolische begin van een nieuw wereldbeeld: het humanisme.
Louter uit begeerte
Op 26 april 1336 beklimt de dichter Francesco Petrarca samen met zijn broer en twee metgezellen de Mont Ventoux. Deze berg ligt op ongeveer 65 kilometer van hun woonplaats Avignon. Fransesco’s tocht heeft geen specifiek doel. Hij onderneemt deze ‘louter uit begeerte om zijn bijzondere hoogte nader in ogenschouw te nemen’, zo schrijft hij in een brief aan een monnik.
De brief die Petrarca in zijn Epistolae familiares (ca. 1350) over zijn recreatieve beklimming heeft gepubliceerd, staat symbool voor de doorbraak van een nieuw humanistisch wereldbeeld. In het middeleeuwse denken en in de dicht- en beeldende kunst uit die tijd, staat de relatie tussen God en mens centraal. En niet de relatie tussen de mens en de natuur, of mensen onderling. Petrarca’s brief legt geen connotatie met religie en wordt daarom beschouwd als de eerste literaire neerslag van de natuur om de natuur zelf.
Waanzinnige veertiende eeuw
Waar Petrarca’s brief het nieuwe wereldbeeld symboliseert, brengt zijn leven de belangrijkste aspecten samen uit de “waanzinnige veertiende eeuw”, zoals Barabara Tuchmann deze eeuw in 1978 in haar gelijknamige boek heeft getypeerd. Ten eerste studeert Petrarca rechten aan de in 1289 opgerichte Universiteit van Montpellier, de op twee na oudste Europese universiteit (na Cordoba en Bologna). Deze universiteiten vormen de vooraankondiging van een nieuwe, renaissancistisch Europa.
Met name door Petrarca’s niet-religieuze interpretatie van de werkelijkheid als romantiserend dichter over ‘de perfecte vrouw’, staat hijzelf in persona aan de basis van het humanisme en van de Renaissance.
In de tweede plaats beleeft Petrarca de strijd tussen het geestelijke en wereldlijke gezag, dat typerend was voor de Middeleeuwen, van nabij. Van 1309 tot 1377 zitten de pausen in de meest luxueuze ballingschap ooit in Avignon, de woonplaats van Petrarca, waar ze zich tevreden moeten stellen met een marginale rol in de internationale politiek. Petrarca verafschuwt de klerikale overdaad en noemt Avignon in zijn geschriften ‘het Babylon van het Westen’. Het leven van Petrarca eindigt in 1376 aan de vooravond van het Westers Schisma (1378-1409), als de dubbelpausen – pausen en tegenpausen – in Avignon en in Rome gelijktijdig de pauselijke titel opeisen.
Ten slotte maakt Petrarca de grootste ramp van die eeuw van dichtbij mee: de Zwarte Dood. Tijdens de grote uitbraak van 1347-1349 verliest hij zijn grote, onbereikbare liefde Laura aan de dood, evenals zijn beschermheer kardinaal Giovanni Colonna en veel goede vrienden. In de jaren 1350 vertrekt Petrarca uit de Provence richting Milaan, omdat veel van zijn vrienden zijn overleden en hij walgt van de klerikale overdaad en zinneloosheid in Avignon. In Milaan wordt hij hofgezant en bezoekt onder meer de steden Venetië, Praag en Parijs. Twee keer slaat hij in deze tijd op de vlucht voor de pest, in 1361 naar Padua, maar als daar ook de pest uitbreekt zoekt hij in september 1362 onderdak in Venetië.
Bronnen â–¼
- Lex Reurings en Willem Janssen Steenberg, De kale berg. Op en over de Mont Ventoux (2010)
- Barbara Tuchmann, De waanzinnige veertiende eeuw (23e druk; Amsterdam: De Arbeiderspers, 2014 [1978])
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Beklimming_van_de_Mont_Ventoux
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Toerisme#Geschiedenis