In november 1688 zeilde stadhouder Willem III met een ontzagwekkende oorlogsvloot, driemaal groter dan de Spaanse armada van 1588, door het Nauw van Calais. Zijn missie: het protestantse geloof en de vrijheid van Engeland beschermen. Oranje pakte groots uit. De bijna zeshonderd schepen navigeerden 24 rijen diep. Aan weerszijden zeilden oorlogsfregatten met aan dek paraderende regimenten ‘met schallende trompetten en slaande trommels’. Benedendeks vuurden matrozen saluutschoten af naar Dover en Calais.
Alleen Calais antwoordde met een enkel saluutschot.
De vloot landde zonder incidenten in Torbay, aan de Engelse zuidwest kust. In zes weken marcheerden Willems regimenten van Brixham naar Londen en namen de stad in. Dit onversaagde optreden tegen de Engelse koning Jacobus II, markeerde het begin van de zogenaamde ‘Glorieuze Revolutie’ die een nieuwe fase inluidde voor de machtsverhoudingen in Europa.
Als een staaltje van organisatie markeert de Nederlandse invasie van Groot-Brittannië in november 1688 het hoogtepunt van het succes van de Republiek als grote mogendheid. (1)
Deze heroïsche constatering van de gewaardeerde historicus Israel streelt het ego van mijn vaderlands hart. Maar wat deed de Nederlanders besluiten om alles op het spel te zetten en in te grijpen in Engeland? En waarom zou Willem bereid zijn de wapens op te nemen tegen koning Jacobus II, die niet alleen zijn oom maar ook zijn schoonvader was? En hoe kwam het dat de Franse en de Engelse koningen de prins van Oranje niets in de weg legden?
De Glorieuze Revolutie is door de eeuwen heen door verschillende historici bestudeerd en verklaard. Sommigen noemden het een ‘Bloedeloze Revolutie’ omdat er nauwelijks bloed vloeide. Maar dat is betrekkelijk. De gevolgen van deze opmerkelijke invasie pakten vooral later in Schotland en Ierland zeer bloedig uit. En tot op de dag van vandaag houdt Willem daar de gemoederen bezig. Ieder jaar, op 12 juli, marcheren de protestantse Unionisten in Noord Ierland door de straten en wordt Oranjes overwinning aan de Boyne in 1690 herdacht. Dat de Protestantse hardliners Willem als held hebben genomineerd is aanvechtbaar en ik kom daar in het juli-blog op terug.
Om antwoord te vinden op de vraag waarom de invasie plaats vond, keren we terug naar het jaar 1685. De Engelse koning Karel II had slechts bastaards voortgebracht en dus volgde zijn broer, Jacobus II, hem op. Jacobus was anders dan Karel. IJverig maar onbuigzaam en lang niet zo innemend als zijn charmante broer. Bovendien was Jacobus ongeduldig en waren zijn opvattingen zelden in overeenstemming met die van zijn onderdanen. Én, hij was openlijk katholiek. Dat laatste werd pas problematisch toen hij besloot een einde te maken aan de achterstandspositie van de katholieke minderheid en op belangrijke posten uitsluitend katholieken liet benoemen.
In datzelfde jaar herriep de Franse koning Lodewijk XIV het Edict van Nantes. Hiermee kwam een eind aan de beperkte mate van godsdienstvrijheid in Frankrijk. Lodewijk liet de protestantse ketters met harde hand vervolgen. De Franse hugenoten namen de wijk richting noorden. Een groot deel vluchtte naar het tolerante Amsterdam en Den Haag. Het waren vooral predikanten, legerofficieren en gegoede vaklui die de Republiek kon gebruiken. De Hollanders waren geschokt van de verhalen die bol stonden van folteringen, verkrachtingen en plunderingen. De anti-Franse sentimenten groeiden en daarmee de haat tegen de katholieken.
Maar wie denkt dat de anti-Franse gevoelens uitsluitend werden gevoed door antikatholieke sentimenten, heeft het mis. Het maakte Willem niet uit wat iemand geloofde, al was hij zelf een protestant, zolang het geen politieke gevolgen had. En de Hollanders vonden het als maar agressiever wordende mercantilistische beleid van de Franse koning een veel kwalijker zaak dan welke kerk iemand bezocht. Het begon met een verbod op de import van Nederlandse haring, tenzij voorzien van een certificaat dat zij met Frans zout gepekeld was, gevolgd door een verdubbeling op de invoerrechten van fijn laken en andere nijverheidsproducten. En hoewel de regenten protesteerden en op de koning probeerde in te praten, draaide Lodewijk de duimschroeven steeds strakker aan. In maart 1688 klaagden de Leidse afgevaardigden in de Hollandse Statenvergadering dat de nieuwe Franse tarieven de doodsteek betekenden voor de lakenhandel. Het was duidelijk, de diplomatie had haar houdbaarheidsdatum overscheden. Het werd tijd voor krachtiger maatregelen.
Willem had een dubbele agenda en die was geheel in de traditie van Oranje, militair van aard. De stadhouder was er op uit om Engeland in het anti-Franse kamp te krijgen. Achter de schermen deden de prins, die zelf half Engels was, en zijn vertrouwelingen er alles aan om in Londen een netwerk van sympathisanten te vormen. De diplomatieke bezoeken van Everhard van Weede van Dijkvelt en Willem Hendrik van Nassau Zuylestein aan Whitehall in het voorjaar en de zomer van 1688 hadden precies dat opgeleverd. Maar toen de koningin in juni een gezonde zoon baarde, barstte de paniek los. Nu was er een katholieke troonopvolger. Zeven vooraanstaande edelen, de ‘onsterfelijke zeven’, stelden de geboorte van deze telg voor als zwendel en smeekten Willem naar Engeland te komen.
Uiteindelijk werden de baby en de dreiging van het Katholicisme ingezet als propaganda. De buitenwereld hoefde niets te weten van Willems dubbele agenda. Het is de vraag of de zeven edelen helemaal op de hoogte waren. Engeland zat vast niet te wachten op een oorlog met Frankrijk…
In een geheime zitting van de Hollandse Statenvergadering op 29 september 1688 onthulde Willem het volledige strategische plan. Frankrijk bracht de handel, scheepvaart en visserij grote schade toe en was uit op de economische ondergang van de Republiek. De Franse koning kwam de gemaakte afspraken bij het Verdrag van Nijmegen in 1678 niet na. Als de Republiek een afwachtende houding aannam, zouden de koningen van Frankrijk en Engeland weer samenspannen en het land onder de voet lopen. Willem oordeelde dat het beter was om Engeland binnen te vallen omdat het land zwak en verdeeld was. Bovendien had hij bondgenoten in Europa. Dat kon je van de Franse koning niet meer zeggen.
Waarom koning Jacobus II niet is opgetreden tegen de vlootuitbreiding in de Republiek is nooit bevredigend beantwoord. Wout Troost suggereert dat de koning waarschijnlijk lang niet heeft kunnen geloven dat zijn schoonzoon en bloedeigen dochter Mary in staat zouden zijn militaire actie tegen hem te ondernemen.(2) Zeker, naïviteit was Jacobus II niet vreemd.
De Franse koning nam de kleine man in de fluwelen jas niet au serieux. Bovendien had Frankrijk een urgenter probleem: de Duitse keizer Leopold I. Deze had in Hongarije een overwinning behaald op de Ottomaanse veldheer Süleyman Pasa. En terwijl zich in Keulen een crisis ontwikkelde rond de opvolging van de keurvorst, mobiliseerden zowel koning Lodewijk XIV als keizer Leopold I hun legers. Het lijkt er op dat de Franse koning de berichten rond de prins van Oranje zwaar onderschatte. Hij kwam niet verder dan te dreigen met een oorlog tegen de Republiek mocht het Engeland aanvallen. Maar Willem redeneerde dat Frankrijk dat toch wel zou doen. Het was een kwestie van tijd. Beter was het dan als Engeland aan zijn zijde vocht.
De grote armada verzamelde zich eind september 1688 in de havens van Rotterdam en Hellevoetsluis. Een eerste poging in oktober mislukte en de vloot werd terug de havens in gedreven. Op 11 november voer de vloot voor een tweede maal uit met een stevige oostenwind in de rug. Vier dagen later zette Willem en zijn legers voet aan land in Tor Bay.
De Glorieuze Revolutie wordt door historici beschouwd als een van de belangrijkste gebeurtenissen in de lange evolutie van het Parlement van Engeland. De macht van de koning werd zo beperkt dat hij zonder goedkeuring van het Parlement geen besluiten kon nemen. Dat was zeker vernieuwend.
De verkapte coup was het resultaat van gebeurtenissen en ontwikkelingen in Europa en in Engeland zelf. Voor de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën was het er op of er onder. Samen met de ‘onsterfelijke zeven’ en een netwerk van vertrouwelingen en spionnen deed Willem waar de Hollanders en de Zeeuwen goed in waren. Hij bracht een zwaar bewapende oorlogsvloot bijeen, niet alleen om op zee te kunnen vechten maar ook op het land. Bijna 20.000 manschappen, een bonte verzameling van verschillende nationaliteiten, artillerie en paarden, mobiliseerden zich zo goed als probleemloos. Israel betoogt dat Willem III de drijvende kracht was achter de Glorieuze Revolutie.(3) En daar is weinig tegen in te brengen.
Wordt vervolgd…
Dit is mijn eerste blog waarin de Glorieuze Revolutie centraal staat. Het is onderdeel van de website: the Orange Way. Het volgende blog gaat over de financiering van de invasie van Engeland en verschijnt in de week van 13 mei 2012.
Meer weten?
Hét handboek over Willem III is nog altijd Wout Troost, Stadhouder-koning Willem III, een politieke biografie (Uitg. Verloren, 2001). Wie meer over de logistieke kant van de operatie wil weten, leest Drs. Arjen van der Kuijl, De glorieuze overtocht (De Bataafsche Leeuw, 1988). Hoe de Glorieuze Revolutie de weg vrij maakte voor de Amerikaanse Bill of Rights van 1791, wordt verklaard door Michael Barone, Our first revolution (Three Rivers Press, 2007).
1 – Jonathan I. Israel: De Republiek 1477 – 1806, p. 936
2 – Wout Troost: Stadhouder-koning Willem III: een politieke biografie, p. 197
3 – Jonathan I. Israel: De Republiek 1477 – 1806, p. 927
De titel van dit artikel is ontleend aan het eerste hoofdstuk van Michael Barone: Our first revolution, p. 1