In het Paleis voor Schone Kunsten (Bozar) in Brussel is momenteel de tentoonstelling Het Rijk van de Sultan. De Ottomaanse wereld in de kunst van de renaissance te zien.
De tentoonstelling focust op de aantrekkingskracht die het Ottomaanse rijk uitoefende op westerse kunstenaars als Bellini, Dürer, Memling en Tintoretto. Ze lieten zich inspireren door de Ottomaanse cultuur en de pracht en praal van het hofleven van de sultans. De wederzijdse fascinatie bracht een nooit geziene culturele uitwisseling op gang tussen Oost en West.
Wederzijdse aantrekkingskracht
29 mei 1453: Constantinopel valt. De overwinning van de Ottomanen luidt het einde in van het Byzantijnse rijk en vormt een keerpunt in de geschiedenis. Ondanks de talrijke militaire conflicten groeide er in het Westen tijdens het bestaan van het Ottomaanse rijk (1453-1918) ook een wederzijdse aantrekkingskracht en fascinatie voor de cultuur van “de ander”.
Handels- en diplomatieke reizen tussen Oost en West waren zeer courant vanaf de zestiende eeuw. Kunstenaars vergezelden de officiële delegaties vaak op hun reis naar de Bosporus-regio om van dichtbij de zeden en gebruiken in het Ottomaanse rijk te bestuderen. Ze speelden een belangrijke rol bij de beeldvorming van ‘de ander’ via meegebrachte reisverslagen, kostuumboeken en kunstwerken.
Het beeld van ‘de Turk’ in het Westen was vaak ongenuanceerd en doordrongen van angst en clichés. Tegelijk werd er met bewondering naar de Ottomaanse discipline en militaire kracht gekeken. In het bijzonder de hoogstaande Ottomaanse cultuur en wetenschap, en de oriëntaalse pracht en praal van het hof van de sultans spraken in het Westen tot de verbeelding.
Tentoonstelling
De tentoonstelling Het Rijk van de Sultan. De Ottomaanse wereld in de kunst van de renaissance toont de ambivalente aantrekkingskracht die de cultuur van het Ottomaanse rijk uitoefende op westerse kunstenaars uit de renaissance.
Het publiek ontdekt werken van onder andere Gentile Bellini, Albrecht Dürer, Jacopo Tintoretto, Melchior Lork, Hans von Aachen, Hans Memling en werken van Paolo Veronese en zijn atelier.
Het Rijk van de Sultan verzamelt in zes thematische hoofdstukken zo’n 160 kunstwerken en kostbare objecten (zoals schilderijen, etsen, rijkelijke stoffen, wetenschappelijke instrumenten, munten, verfijnde manuscripten, luxueuze tapijten en oriëntaalse wapenuitrustingen) uit de periode van ca. 1420 tot 1620. Er is ook aandacht voor kunst uit Hongarije en Polen, landen die allebei in rechtstreeks contact stonden met de Ottomanen.
De werken komen uit gerenommeerde internationale kunstinstellingen zoals de National Gallery (Londen), het Metropolitan Museum (New York), het British Museum (Londen), Galleria degli Uffizi (Firenze) en de Staatliche Museen (Berlin). Ook zijn er een groot aantal topwerken uit het Kunsthistorische Museum (Wenen) te zien.
Het Rijk van de Sultan is nog in Brussel te zien tot en met 31 mei 2015. Daarna reist de tentoonstelling door naar het Nationaal Museum in Krakau.
Boek bij de tentoonstelling: Het rijk van de Sultan