Het doek Het huwelijk van Tobias en Sara van Jan Steen blijft in zijn geheel in museum Bredius in Den Haag hangen. De gemeente Den Haag heeft een schikking bereikt met de erfgenaam van kunsthandelaar Jacques Goudstikker.
Over het schilderij van Jan Steen is veel te doen geweest. Het doek van Jan Steen (ca. 1625–1679) werd vermoedelijk in de negentiende eeuw in twee delen gesneden. Het linkerdeel was de laatste decennia eigendom van Goudstikker-erfgename Marei von Saher en het rechterdeel
was in handen van de gemeente Den Haag. Dit deel, De aartsengel Rafaël, verwierf de gemeente uit de nalatenschap van de Haagse kunstverzamelaar Abraham Bredius. Deze verzamelaar had in zijn testament echter vastgelegd dat het doek altijd in museum Bredius in Den Haag te zien moet zijn.
De twee delen van het doek werden in 1996 door restaurateurs van het Gemeentemuseum in Den Haag weer aan elkaar gezet. Sinds die tijd is het volledige werk te zien in Museum Bredius in Den Haag. Beide partijen wilden het doek echter niet blijvend delen.
Aanvankelijk was de gemeente Den Haag van plan om haar deel te verkopen aan Goudstikker-erfgename Marei von Saher. De rechter stak daar vorig jaar vanwege bepalingen in het testament van Abraham Bredius echter een stokje voor.
Nu is dan uiteindelijk toch een oplossing gevonden. Het volledige werk blijft in Museum Bredius in Den Haag hangen. In ruil voor haar deel ontvangt Marei von Saher een bedrag van een miljoen euro. Van het miljoen betaalt De Mondriaan Stichting vier ton, de Rembrandt Stichting twee ton en de gemeente Den Haag 92.000 euro. Eerder vroeg Von Saher 1,8 miljoen euro voor haar deel.