In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden liepen genoeg bijzondere mensen rond. Een van de meer kleurrijke figuren onder hen was de in Fez (Marokko) geboren globetrotter Samuel Pallache (ca.1550-1616). Hij was diplomaat van de Marokkaanse sultan in de Republiek, koopman, spion en kaper.
Over zijn veelzijdige leven is, als vertaling van het originele boek uit 2013, bij Amsterdam University Press (AUP) een contextuele biografie verschenen die een beeld geeft van de 17e-eeuwse Republiek, de internationale contacten in die tijd en religieuze identiteitsvorming en -verandering.
Het mooie aan de levensbeschrijving van Pallache is dat het biografisch verhaal op een grondige manier in de historische en geografische context is geweven. De twee auteurs, Mercedes GarcÃa-Arenal, hoogleraar Islam in de vroegmoderne tijd te Madrid, en Gerard Wiegers, hoogleraar Religiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, hebben hier een goede keuze gemaakt want het verhaal is hierdoor, hoewel soms wat minder vlot leesbaar, wel een stuk begrijpelijker geworden.
Levensverhaal
Van origine was Pallache een Spaanse Jood, wiens voorgeslacht naar Fez in Marokko verhuisde in verband met de Jodenvervolging op het Iberisch schiereiland vanaf 1492. In 1603 vluchtte Pallache uit Marokko vanwege pestepidemieën, schaarste en burgeroorlog, waarmee zijn avonturen feitelijk begonnen.
Ongeveer vijf jaar later belandde de familie Pallache in Amsterdam, mede omdat Pallache door de sultan aangewezen was als Marokkaans ‘agent’ (diplomaat) in Den Haag. In de Republiek integreerde Samuel niet in bestaande Joodse kringen, maar onderhield hij voornamelijk contacten met Hollandse koopmannen.
Kaapvaart
Op aanbeveling van prins Maurits van Oranje kreeg Pallache in oktober 1613 een volledig uitgerust oorlogsschip om daarmee naar ‘Barbarije’ te varen. Het doel van de reis was, naast kaapvaart, het bezetten van de door de Spanjaarden beheerste haven van La Mamora aan de Atlantische kust van Marokko:
“In april 1614 lichtte een aantal Hollandse oorlogsschepen het anker en vertrok richting La Mamora. Ze stonden onder bevel van admiraal Jan Evertsen en moesten de piraten verdrijven die daar waren neergestreken. Het waren, volgens het verslag van Orozco uit 1615, ‘Fransen, Engelsen, Hollander (…) aangevuld met Turken en Moren’. Pallache was een paar dagen eerder met zijn twee schepen vertrokken, hij moest hen bij de missie begeleiden en ondersteunen. Evertsen moest de piraten verdrijven, La Mamora binnentrekken en een fort bouwen dat door de Hollanders zou worden verdedigd en bevoorraad.” (168,169)
De slag verliep moeizaam. De Spanjaarden bleken op de hoogte te zijn van alle Hollandse manoeuvres, en de bevelhebbers – onder wie Evertsen – beschuldigden Pallache van sabotage en verraad. Uiteindelijk belandde Pallache in een Londense cel.
Mercantilisme vs. religie
De auteurs eindigen met enkele boeiende conclusie over de vroegmoderne tijd (ca.1450-1790). Ze stellen dat het mercantilisme, ook wel handelskapitalisme of vroegkapitalisme genoemd (een economisch systeem dat import ontmoedigde en export stimuleerde), belemmeringen als traditie, religie en privileges doorbrak. En verder dat de Joods-Marokkaanse Pallache deze mercantilistische mentaliteit, die in de Nederlanden prominent aanwezig was, overnam:
“Om het in de woorden van één van zijn meest illustere onderzoekers [D.C. Coleman, EK] te zeggen, vertegenwoordigde het mercantilisme een ‘emancipatie’, een ‘secularisatie’ en een ‘ont-moralisering’. Het mercantilisme is een nieuwe politiek gebaseerd op de raison d’etat, de motor achter het begin van wat de eerste grote Europese emancipatie wordt genoemd. Pallache paste perfect in het door Coleman ontwikkelde schema.” (240)
Boek: Samuel Pallache – Mercedes Garcia-Arenal & Gerard Wiegers