Begin april worden in Amsterdam enkele voorwerpen uit het persoonlijk bezit van Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend onder de naam Mata-Hari, geveild. De verzameling, afkomstig uit particulier collectie, bestaat onder meer uit enkele sieraden, een pendule, een Chinees marmeren beeld, zilveren bestek en een toneelkijker. Vermoed wordt dat Mata Hari de stukken toen ze in 1916 naar Spanje vertrok in bewaring gaf aan kunstenaar Piet van der Hem.
In 1915-1916 was Mata Hari voor het laatst in Nederland en trad zij op op het Leidse Plein in Amsterdam. Haar roem had zij toen al ruim verworven door vanaf 1905 in Parijs op te treden met ‘oosterse’ of ‘Indische’ erotische dansen waarbij zij zich langzaam ontkleedde door zich telkens te ontdoen van meerdere sluiers. Mata Hari reisde tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) door Europa, verbleef in militaire en mondaine kringen en zou daar affaires hebben gehad met onder meer hoge militairen. Dat laatste werd haar fataal, ze werd er na verloop van tijd van verdacht een spionne te zijn voor de Duitsers. In februari 1917 gearresteerd in Parijs, werd zij veroordeeld en op 15 oktober 1917 gefusilleerd. Haar (on)schuld is nooit geheel vast komen te staan, hetgeen vrijwel meteen na haar dood tot een grote legendevorming leidde.
De sieraden van Mata Hari die in Amsterdam geveild worden bestaan uit een grote copalt halsketting, een roségouden solitairring met diamant en een witgouden halsketting. Het grote Chinese marmeren beeld – dat een wijze op zetel omringd door zotjes voorstelt – is mogelijk afkomstig uit Indonesië, het land waar Margaretha Zelle voor het eerst haar artiestennaam Mata Hari (Maleis voor ‘Oog van de Dageraad’) gebruikte.
- Lees ook: Mata Hari – Exotisch danseres (en spion?)
- Boek: Was Getekend, Mata Hari