Excuses voor bloedbad van Rawagede

De Nederlandse ambassadeur in Jakarta biedt vrijdag namens de regering zijn excuses aan voor het bloedbad dat Nederlandse militairen in 1947 in het Javaanse dorp Rawagede aanrichtten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft dat maandag bekendgemaakt.

Nederlandse militairen richtten op 9 december 1947 een bloedbad aan in het Javaanse dorp Rawagede, nu Balongsari. Ruim vierhonderd mannen in het dorp werden geëxecuteerd. De inval maakte deel uit van de eerste politionele actie in Indonesië.

Het Nederlandse leger probeerde door middel van die acties de onafhankelijkheid van Indonesië, die kort daarvoor was uitgeroepen, in de kiem te smoren of te vertragen. Volgens de Nederlandse militairen zou zich een guerrilla-commandant schuilhouden in het dorp op West-Java. Toen de bewoners dat ontkenden werden ze bijeen gebracht en werden ruim vierhonderd dorpsbewoners doodgeschoten.

In september van dit jaar wees de rechtbank Den Haag een schadevergoeding toe aan zeven weduwen uit het Indonesische dorp. Eind november maakte de Nederlandse staat vervolgens bekend graag tot een schikking te willen komen met de nabestaanden van het bloedbad. Aankomende vrijdag worden er namens de regering dus officieel excuses aangeboden.

Volgens minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken zijn de excuses aan de nabestaanden een passend gebaar:

“De excuses doen recht aan de ernst van de gebeurtenissen in Rawagedeh. Ik hoop dat zij de nabestaanden helpen deze buitengewoon moeilijke episode in hun leven af te sluiten en in staat te zijn de blik op de toekomst te richten.”

Het is voor het eerst dat er officieel excuses worden aangeboden voor het gebeurde.

Overzicht van boeken over Nederlands-Indië en Indonesië