Gedoe om lichaam graaf van Egmont

In Vlaanderen is de laatste tijd een en ander te doen om het lichaam van de in de zestiende eeuw onthoofde graaf van Egmont. Het stadsbestuur van Zottegem wil het lichaam van de graaf verplaatsen naar het Egmontkasteel, maar stuit op veel verzet.

Lamoraal I van Gavere, Graaf van Egmont (1522-1568) speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van de Nederlanden. Samen met Willem van Oranje en de graaf van Horne vormde hij het zogenaamde Driemanschap. De drie edelen verzetten zich tegen de kardinaal Antoine Perrenot Granvelle die in Vlaanderen de inquisitie invoerde. Per brief lieten ze de Spaanse koning Filips II weten uit de Raad van State te stappen als de kardinaal niet ontslagen zou worden.

De graaf van Egmont steunde het Eedverbond der Edelen maar was wel tegen gewapend verzet tegen de Spaanse koning. In 1566 brak de Beeldenstorm uit. Lang niet iedereen sympathiseerde met de beeldenstormers. Graaf van Egmont, een overtuigd katholiek, was er duidelijk tegen. Hij trad op tegen de beeldenstormers en zwoer weer trouw aan de Spaanse koning, die eveneens woedend was over de vernielingen die protestanten aangericht hadden in de katholieke heiligdommen.

Om de onrust te bedwingen stuurde koning Filips II de Hertog van Alva (1507-1582) naar de Nederlanden. Alva kreeg een leger van tienduizend man mee om de opstand mee te onderdrukken. Augustus 1567 arriveerde hij met zijn leger in Brussel en verving hij Margaretha van Parma als landvoogd. Alva trad direct hard op. Hij stelde een Raad van Beroerten in, een bijzonder gerechtshof dat door protestanten al snel de Bloedraad werd genoemd.

In 1567 liet hij de graven van Egmont en Horne arresteren. Ontzag voor het feit dat deze twee graven ridders van de orde van het Gulden Vlies waren had Alva niet. De twee bij het volk erg populaire edelen werden veroordeeld voor hoogverraad en op 5 juni 1568 in Brussel publiekelijk onthoofd.

Het lichaam van de graaf van Egmont kreeg in 1857 een plek in de crypte van de Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaartkerk in Zottegem. In deze crypte kreeg ook het lichaam van zijn vrouw Sabine een plek.

Het stadsbestuur van Zottegem wil het skelet van de opstandige katholiek, samen met dat van zijn vrouw, verplaatsen naar een kelder in het kasteel van Egmont, de voormalige verblijfplaats van de graaf in Zottegem. De overheidsorganisatie Ruimte en Erfgoed Oost-Vlaanderen stak daar echter een stokje voor. De organisatie wil dat het skelet van de onthoofde graaf in de kerk in Zottegem blijft. Een nieuwe ‘laatste rustplaats’ in een soort voorraadkelder van het kasteel is volgens de organisatie niet waardig genoeg.

Ook de politiek bemoeit zich inmiddels met de kwestie. De partij Groen!Zottegem wil net als de overheidsorganisatie dat het skelet in de crypte van de kerk blijft, meldt de krant het Nieuwsblad. Het bestuur van Zottegem heeft zich nog niet neergelegd bij het advies van Ruimte en Erfgoed Oost-Vlaanderen. Het schepencollege heeft een onderhoud aangevraagd met Geert Bourgeois, de Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed.

Lees ook: De onthoofding van Egmont en Horne (1568)
Boek: Geschiedenis van de Nederlanden