Het is China’s nationale boom, hij is heilig voor boeddhisten en in de westerse wereld wordt hij gezien als de ‘boom van hoop’. In de vergankelijke wereld is hij nog precies hetzelfde als ten tijde van de dinosauriërs: de Ginkgo biloba ofwel Japanse notenboom.
De boom wordt gezien als levend fossiel, omdat het de enige soort is die overbleef van een aparte orde van bomen die tijdens de Jura-periode (200 tot 145 miljoen jaar geleden) op aarde bestond. Vanwege de lange geschiedenis van de boom en diens ‘geneeskrachtige’ gaven, is de boom verbonden aan diverse historische gebeurtenissen, waarvan een overzicht:
Van dino naar mens
De Ginkgo begon als naaldboom, zo’n 200 miljoen jaar geleden. De boom beleefde zijn hoogtepunt tijdens het dieptepunt van de dinosauriërs. Die sterven zo’n 65 miljoen jaar geleden plotseling uit door een natuurramp, mogelijk door een meteorietinslag of plotselinge klimaatverandering. De Ginkgo-boom leek het in ieder geval weinig te deren en doorstond de veranderingen met verve.
Tempelboom
Rond het begin van onze jaartelling was de boom bijna uitgestorven, in Noord-Amerika en Europa kwam hij al miljoenen jaren niet meer voor. Alleen in het westen van China leeft de boom, nog steeds, in het wild. In het jaar 800 na Christus kwam de boom, samen met het boeddhisme, over van China naar Japan. De ‘heilige’ boom werd bij tempels gekweekt en kreeg daardoor de bijnaam ‘Japanse tempelboom’. Voor de boeddhisten is het de ‘boom van kennis’, ook vanwege de geneeskracht die al sinds 2800 voor Christus word beschreven in de Chinese literatuur. De bladeren zouden goed zijn voor de bloedcirculatie, het geheugen en de longen.
Herintrede in Europa
In Europa ging men er van uit dat de boom allang was uitgestorven. De Duitse arts en botanicus Engelbert Kaempfer (1651-1716) kwam de boom in 1690 echter tegen in Japan toen hij daar was met de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Hij beschreef de boom in 1712 en nam zaden mee. In 1730 werd vermoedelijk de eerste Nederlandse boom geplant in de Oude Botanische tuin in Utrecht. De beroemde botanicus Carolus Linnaeus zou de boom in 1735 in de botanische tuin in Harderwijk hebben gepland, waar hij nog steeds staat. Linnaeus zou echter bij een determinatie van de boomsoort wel een probleem gehad kunnen hebben, want de Ginkgo zit tussen een naaldboom en een loofboom en behoort tot een boomsoort die op de Ginkgo na is uitgestorven.
Goethe’s boom
In de negentiende eeuw maakt de Oosterse oerboom opnieuw deel uit van de geschiedenis. De Duitse schrijver, filosoof en dichter Johann Wolfgang von Goethe was weg van de boom. Hij kweekte en plantte honderden bomen in de Weimarstreek, waar hij destijds woonde. Charles Darwin maakte later nog gebruik van Goethe’s natuurkundige kennis. Goethe zelf schreef een bekend gedicht over de boom voor zijn geliefde Marianne van Willemer:
Dieses Raums Blatt, der von Osten
Meinem Garten anvertraut,
Gibt geheimen Sinn zu kosten,
Wie ’s den Wissenden erbaut.Ist es ein lebendig Wesen
Das sich in sich selbst getrennt?
Sinds es zwei, die sich erlesen,
Dass man sie als eines kennt?Solche Fragen zu erwidern
Fand ich wohl den rechten Sinn;fühlst du nicht an meinen Liedern,
Dass ich eins und doppelt bin?
Atoomaanval (1945)
Ruim 65 miljoen jaar nadat de boom (vermoedelijk) een meteorietinslag overleefde, bleek dat de Ginkgo tegen elke mogelijke bedreiging van de aarde is opgewassen. Nadat de Amerikanen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, op 6 augustus in 1945, een atoombom gooien op Hiroshima, raakt een tempel op een kilometer afstand van de inslag zwaar beschadigd. De Ginkgo die volgens traditie naast de tempel is gebouwd, blijkt echter korte tijd later gewoon weer uit te lopen. Het was de eerste boom die op de plek des onheils weer begon te bloeien en werd daarom wereldwijd het symbool van hoop. Die bewuste boom heeft een gedenkplaat met als opschrift: ‘No more Hiroshima’.
De boom is dus tegen veel bestand, wortelt al miljoenen jaren op aarde en wordt bovendien zelf ook erg oud, tot zo’n 2500 jaar.
Omdat de boom weinig ziektes kent kan hij vrijwel overal groeien. Ook heeft de boom weinig problemen met luchtvervuiling waardoor hij vooral in steden wordt gepland, langs wegen.