Dark
Light

Eeuwenlang voelden mensen zich verheven boven de natuur

Hoe de mens de ecologie leerde te begrijpen
Auteur:
6 minuten leestijd
Kop van de dodo (G. de Bièvre, 1835) - Afb: Verhalen van de natuur

Planten en dieren werden eeuwenlang slechts beschouwd als middelen bedoeld om te benutten als voedsel, medicijn of bouwmateriaal. En alles dat de mens in de weg stond, kon ongeremd worden vernietigd. In de tijd van de grote ontdekkingsreizigers en de kolonisatie van de wereld ging het rap bergafwaarts met mondiale ecosystemen.

Overal waar westerlingen zich vestigden, schaadden ze het natuurlijk evenwicht door de jacht, ontbossing en de invoer van (gecultiveerde) diersoorten. Het uitsterven van de dodo in de zeventiende eeuw is het bekendste voorbeeld van deze natuurvernietiging. Paradoxaal is echter dat in dezelfde periode de wetenschappelijke belangstelling voor de natuur toenam. Planten en dieren werden, zowel levend als dood, meegenomen naar Europa om daar onderzocht en tentoongesteld te worden. Door alle soorten te classificeren en na te denken over hun bestaan werd de basis gelegd van de ecologie, oftewel de studie naar de onderlinge relaties tussen organismen en hun omgeving.

Ontvellen van de aboma
Ontvellen van de aboma (Stedman, 1796) – Afb: Verhalen van de natuur
Verhalen van de natuur bevat twintig natuurhistorische essays die gaan over hoe de mens vanaf omstreeks de zestiende eeuw leerde de ecologie te begrijpen. Het hardcover boek (25 x 33 cm) vol prachtige historische natuurillustraties verscheen onder redactie van historicus Hans Mulder, conservator natuurlijke historie van het oudheidkundig museum Allard Pierson dat verbonden is aan de universiteit van Amsterdam. Mulder’s in 2021 verschenen boek De ontdekking van de natuur, dat over een vergelijkbaar onderwerp gaat, werd bekroond met de Jan Wolkers Prijs voor het beste natuurboek.

Het nieuwe boek uit 2024 is verschenen ter begeleiding van de expositie De roep van de o’o. Natuur onder druk van het Allard Pierson over bedreigde natuur. Voor de publicatie vroeg de auteur een bonte groep deskundigen, onder wie historici en conservatoren, om een bijdrage te leveren. Zelf verzorgde hij de inleiding waarin hij uitlegt dat in de verhalen de volgende thema’s uit de tentoonstelling aan bod komen: “verzameld, benoemd, veranderen, verweven en verdwenen”.

Een ecologische ramp

Het meest tot de verbeelding sprekend als het gaat om de vernietiging van ecosystemen is het uitsterven van de dodo. In het verhaal Dodo’s in luilekkerland van fysisch geograaf Kenneth F. Rijsdijk en evolutieonderzoeker P.A.M. Claessens komt dit onderwerp aan bod. De geschiedenis speelt zich af op het eiland Mauritius dat in 1598 werd ontdekt door Nederlandse zeevaarders en in de zeventiende eeuw door de VOC in gebruik werd genomen als doorgangshaven op de route naar de Indische archipel.

In het boek opgenomen tekeningen uit die tijd tonen hoe de zeevaarders zeekoeien (doejoengs), dodo’s en papegaaien met knuppels en andere wapens bejagen, alsof ze de dieren op een presenteerblaadje kregen aangeboden. De auteurs, die in 2005 betrokken waren bij de ontdekking van een fossiel dodo-massagraf op het eiland, schrijven dat zich op Mauritius een ecologische ramp voltrok, die niet alleen veroorzaakt werd door de jacht, maar ook door aan boord van schepen meegereisde ratten en met opzet meegenomen vee, die zich in afwezigheid van natuurlijke vijanden explosief vermenigvuldigden en grote schade aanrichtten aan de inheemse flora en fauna.

Kamp van de Nederlanders op Mauritius, 1598
Kamp van de Nederlanders op Mauritius, 1598 – Afbeelding in een publicatie van I. Commelin uit 1646

Nadat de Nederlanders in 1710 vertrokken, werd het eiland overgenomen door de Fransen en later door de Britten. Toen het in 1968 een zelfstandige staat werd, resteerde als gevolg van ontbossing voor landbouw nog minder dan vijf procent van het oerbos. Niet alleen de dodo, maar in totaal meer dan vijftig inheemse gewervelde diersoorten waren voorgoed verdwenen en kennen we tegenwoordig nog slechts uit historische beschrijvingen en afbeeldingen.

De eerste ecoloog

Bij het ontstaan van bewustzijn van het feit dat menselijk ingrijpen in de natuur een vernietigende kettingreactie zoals op Mauritius in gang kan zetten, speelde Maria Sibylla Merian (1647-1717) een pionierende rol. In zijn verhaal De verandering van Surinaamse insecten: een ecologisch werk schrijft Hans Mulder dat zij ook wel “de eerste ecoloog” wordt genoemd.

Maria Sibylla Merian
Maria Sibylla Merian
In haar natuurtekeningen, onder andere van de Surinaamse flora en fauna, toonde zij, geholpen door haar twee dochters, hoe dieren en planten onderling van elkaar afhankelijk zijn. Een in het boek opgenomen illustratie toont niet alleen een sinaasappelplant maar ook een rups en vlinder voor wie de plant als waardplant fungeert.

Uit veel verhalen blijkt dat het begrijpen van de natuur, vaak op basis van verklaringen en tekeningen van anderen, niet makkelijk was. In haar essay De glibberige geschiedenis van de vis verwijst Didi van Trijp, wetenschapshistoricus en conservator bij Museon-Omniversum in Den Haag, bijvoorbeeld naar het postuum verschenen vissenboek Ichthyologia van de Zweed Peter Artedi (1705-1735), waarin op basis van waarnemingen van zeelieden de zeemeermens werd opgenomen. De onderzoeker had volgens Van Trijp besloten…

…dat het wetenschappelijker is om niet te oordelen over iets dat hij niet zelf had gezien, dan om de stoutmoedige uitspraak te doen dat het bestaan van de zeemeermin onzin was.

Dik van der Meulen schrijft in zijn bijdrage De hond van de nieuwe duivel over het hardnekkige en eeuwenoude geloof in weerwolven en legt een verband tussen de tegenwoordige angst in Nederland voor de teruggekeerde wolf.

Afbeelding van de uitgestorven blauwe duif van Mauritius
Afbeelding van de uitgestorven blauwe duif van Mauritius – Levaillant, 1808 – Afb: Verhalen van de natuur

Uitgestorven dieren

Naast de dodo worden ook andere uitgestorven dieren behandeld, zoals de Tasmaanse buidelwolf en de quagga. In de bijdrage Genadeslag of sluipmoord? legt ecoloog en natuurhistoricus Marc Argeloo, schrijver van het eerder op deze website gerecenseerde boek Natuuramnesie, uit hoe de mens het fenomeen uitsterven ontdekte. Ooit dacht men nog dat fossielen de restanten waren van dieren die de zondvloed niet hadden overleefd.

De schrijver legt uit dat de dodo en dinosaurus “de topjes van twee verschillende ijsbergen” zijn, want in totaal kende de wereld vijf-massaextincties. Momenteel is de zesde uitstervingsgolf gaande. Vonden de eerste vijf respectievelijk 444, 359, 251, 202 en 66 miljoen jaar geleden plaats, en dus zonder toedoen van de mens; de zesde, waar de dodo onder valt, is het gevolg van menselijk handelen. De mens is nog in staat om te voorkomen dat ‘de ijsberg’ verder smelt, zo benadrukt de auteur, die waarschuwt dat de mens zelf ook onderdeel uitmaakt van het bedreigde ecosysteem.

Bekende oude schoolplaat met de titel 'Schoolplaat Dieren in hun omgeving' - Marinus Adrianus Koekkoek
Bekende oude schoolplaat met de titel ‘Schoolplaat Dieren in hun omgeving’ – Marinus Adrianus Koekkoek

Menseneters

Dat de mens niet boven de natuur staat, werd al geconcludeerd door Carolus Linnaeus (1707- 1778), de vader van de soortenclassificatie. Botanisch filosoof Norbert Peeters beschrijft in zijn bijdrage Alle vlees is gras dat de Zweedse wetenschapper op een kerkhof in het plaatsje Frändefors een soort eurekamoment had. Hij bedacht ter plaatse dat de grond met daarin de afgebroken mensenresten voeding kon vormen voor een koolplant die dan vervolgens weer opgegeten kon worden door mensen. Dan at je dus indirect menselijke resten, wat Linnaeus deed gruwen. Hij concludeerde echter wel dat de mens, net als elk ander organisme, tot stof vergaat en zo de voedingsbodem vormt voor nieuw leven. Peeters schrijft:

Linnaeus schetste hier wat tegenwoordig een voedselketen heet. Met elke stap in deze keten verandert de materie van gedaante. Concluderend legde Linnaeus op het kerkhof van Frändefors de contouren bloot van de verwevenheid van alles wat leeft.

Het boek sluit af met een tekst van bioloog en paleontoloog Jelle Reumer met als titel Over rewilding en het referentiekader, waarin hij begint met een terugblik op zijn jeugd in Hilversum, begin jaren zestig. Op braakliggende terreinen waar hij op ontdekkingstocht ging, was de kuifleeuwerik nog een veelvoorkomende verschijning. Tegenwoordig wordt deze vogelsoort in heel Nederland nauwelijks nog waargenomen. Maar hoe ver ga je om de natuur van vroeger terug te brengen, en is dit überhaupt wel zinvol?

Negentiende-eeuwse afbeelding van een wolf
Negentiende-eeuwse afbeelding van een wolf – Afb: Verhalen van de natuur

Reumer beschrijft hoe het is gelukt om de bever in Nederland te herintroduceren en hoe de wolf na lange afwezigheid uit zichzelf terugkeerde. Hij waarschuwt echter ook dat ecosystemen wereldwijd zo zijn veranderd dat het niet per se verstandig is om terug te willen keren naar de natuur van ooit. Hij speelt met de gedachte om op basis van DNA-overblijfselen de mammoet te herintroduceren, maar concludeert dat het beter is om te beschermen…

…wat er vandaag nog is. Wanneer dat gelukt is, kunnen we ons zorgen maken om de fauna van gisteren. En desgewenst die van eergisteren. Het is voorlopig zonder de mammoet al moeilijk genoeg.

Verhalen van de natuur
 
De teksten in Verhalen van de natuur zijn toegankelijk geschreven en vertellen, hoe divers van onderwerp ook, een aaneensluitend verhaal. De publicatie vormt een eerbetoon aan zowel de historische wetenschappers die ons hielpen de natuur te doorgronden als aan hun tekenende tijdgenoten die ervoor zorgden dat we tegenwoordig nog weten hoe uitgestorven diersoorten eruit zien.

Behalve een terugblik op uitgestorven dieren en de ontwikkeling van de ecologische wetenschap biedt de publicatie ook inzichten voor de tijd van nu en voor de toekomst, want de pas laat ontstane erkenning dat de mens onderdeel uitmaakt van de natuur heeft ons doen beseffen dat flora en fauna niet alleen mooi zijn om te bekijken, in het echt en op papier, maar ook voor ons eigen voortbestaan van belang zijn om te behouden. Hoe schitterend dit boek met alle tot de verbeelding sprekende illustraties ook is, de inhoud stemt droevig over wat al verloren gegaan is door toedoen van de expansiedrift en hebzucht en van de mens.

Boek: Verhalen van de natuur

Kevin Prenger (1980) is hoofdredacteur artikelen van TracesOfWar.nl. Zijn aandacht gaat vooral uit naar de 20ste eeuw, in het bijzonder de geschiedenis van de Holocaust en nazi-Duitsland. In 2015 publiceerde hij het boek Oorlogszone Zoo, over de geschiedenis van de Berlijnse dierentuin tijdens de naziperiode en de Tweede Wereldoorlog. Verschillende boeken over minder bekende verhalen uit de Tweede Wereldoorlog volgden: De boodschapper uit de hel, Een rechter in Auschwitz, Het masker van de massamoordenaar, Kerstmis onder vuur en Kolberg. In 2021 verscheen zijn boek Meer dan alleen Auschwitz, gevolgd door In de schaduw van Schindler in 2022. Momenteel werkt hij aan een boek over onderwijs en indoctrinatie van de jeugd in nazi-Duitsland. Zie ook zijn website of X-account.

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 52.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×