In het Joods Historisch Museum is tot en met 1 november een tentoonstelling te zien van de Haagse broeders Verveer. Een artikel over de achtergrond van deze broers én de tentoonstelling.
De drie broers Verveer werden geboren in Den Haag, als zonen van Leonardus Abraham Verveer (1785-1860) en Caroline Elkan (1788-1849). Beide ouders waren Asjkenazische joden (joden die van oorsprong afkomstig zijn uit Midden- of Oost-Europa). Vader Leonardus had een goedlopende manufacturenzaak.

Joods Den Haag
Tussen 1809 en 1899 vervijfvoudigde het aantal inwoners van Den Haag als gevolg van de stijgende werkgelegenheid in en rondom de stad van ruim 46.000 naar bijna 220.000. Het aantal joodse inwoners van de stad verdriedubbelde in die periode naar 5.591 personen. In 1860, toen de gebroeders Verveer al succesvolle kunstenaars waren, was 5,5 procent van de Haagse bevolking joods – het hoogste percentage ooit. De bekendste chroniqueur van negentiende-eeuws Den Haag, Johan Gram (1833-1913), herinnerde zich in 1893 van de joodse buurt dat het…
‘…in het drukke Israëlieten-kwartier […] drukker, rumoeriger, lawaaiiger […], dan in eenige andere wijk is; daar wordt harder gesproken, heftiger met armen en beenen gezwaaid en luidruchtiger geloofd en geboden dan elders.’
Portugese (Sefardische) joden, en in hun kielzog ook de Asjkenazische, woonden al sinds de zeventiende eeuw in Den Haag. In 1694 richtten de joodse gemeenschappen gezamenlijk een joodse begraafplaats op aan de Scheveningseweg. Tegelijkertijd werden ook de eerste synagogen gesticht, op prominente plekken in de stad: de Portugese synagoge aan het Korte Voorhout en na 1726 ook aan de Princessegracht, in een statig, nog steeds bestaand gebouw. De asjkenazische joden hadden een meer bescheiden onderkomen tot zij in 1844 de majestueuze synagoge aan de Wagenstraat in gebruik namen, in het hart van de joodse buurt.
Joodse kunstenaars en burgerlijke emancipatie
Salomon Verveer
Salomon Leonardus Verveer, ook wel Samuel of Sam genoemd, werd in 1813 geboren als eerste kind van zeven. Op twaalfjarige leeftijd begon hij als leerling aan de Haagse tekenacademie. Na deze vierjarige opleiding kwam hij in de leer bij Bartholomeus Johannes van Hove (1790-1880), een bekende Haagse schilder van stadsgezichten en toneeldecoraties, en tevens zijn buurman. In de negentiende eeuw was een leertijd in een atelier een gebruikelijk onderdeel van de opleiding tot kunstenaar.

Foto: Bruno Vandermeulen
In 1832 debuteerde Salomon op de Tentoonstelling van Levende Meesters. Deze tentoonstellingen naar voorbeeld van de Parijse Salon werden in Nederland vanaf 1808 georganiseerd. Salomon zou er zijn hele leven zeer regelmatig aan deelnemen. Na 1840 zond hij ook werken in naar soortgelijke tentoonstellingen in het buitenland. Hij was al jong een van de Nederlandse kunstschilders die internationaal veel succes hadden en edellieden en leden van vorstenhuizen tot hun clientèle konden rekenen. Vanaf circa 1840 onderwees Salomon in zijn Haagse atelier diverse leerlingen, onder wie Jan Weissenbruch (1822-1880).
Salomon was een graag gezien man en had de reputatie zeer geestig te zijn. In Den Haag nam hij volop deel aan het verenigingsleven, met name bij Pulchri Studio. Dit schilderkundig genootschap had hij in 1847 mede opgericht en van 1866 tot 1869 was hij president van Pulchri. Ook was hij in 1866 betrokken bij de oprichting van het Museum voor Moderne Kunst in Den Haag, de voorloper van het huidige Gemeentemuseum.
Maurits Verveer
verzamelingen, Den Haag.
Als een van de eerste beroepsfotografen in Nederland specialiseerde Maurits zich in het carte-de-visite-portret, dat kleiner en goedkoper was dan het toen gangbare formaat en rond 1860 zeer populair werd in Nederland. Maurits zag al vroeg de commerciële mogelijkheden van de carte-de-visite in en bood begin 1861 al ruim honderd van deze kleine portretten van bekende tijdgenoten te koop aan.
Maurits volgde de modes binnen het portretgenre; op zijn foto’s zijn typisch negentiende-eeuwse attributen te zien zoals zuilen, balustrades en gedrapeerde gordijnen. Op latere portretten plaatste Maurits vaak ‘borststukken’ voor een effen achtergrond zonder decor. Weer later fotografeerde hij zijn modellen tegen een geschilderde achtergrond. Een deel van zijn roem dankte hij aan zijn groepsportretten, waarvan er helaas maar weinig bewaard zijn gebleven. Als laatste van de drie broers overleed Maurits Verveer in 1903.
Bekende tijdgenoten
Vanaf maart 1861 adverteerde Maurits Verveer in verschillende kranten dat hij foto’s te koop had van ‘Tijdgenooten op het gebied van Kunsten en Wetenschappen’. Een van de eerste personen die kort na de opening van zijn atelier in 1857 voor zijn camera poseerden, was de schrijfster A.L.G. (Truitje) Bosboom-Toussaint. Maurits portretteerde ook veel bevriende kunstschilders, lid van Pulchri Studio, zoals Andreas Schelfhout, David Bles en Mari ten Kate.

Rijksprentenkabinet, Amsterdam
Portretten uit zijn serie ‘Tijdgenoten’ waren bijzonder in trek en werden verzameld in speciaal daarvoor ontworpen albums. Maurits schaarde zich met zijn serie portretten in een lange traditie; al vanaf de zestiende eeuw verschenen seriematig geproduceerde portretprenten van bekende en illustere mannen en vrouwen: vorsten, bestuurders, politici, geleerden, schrijvers en kunstenaars. Maurits volgde de modes binnen het portretgenre; op zijn foto’s zijn typisch negentiende-eeuwse attributen te zien zoals zuilen, balustrades en gedrapeerde gordijnen. Op latere portretten plaatste Maurits vaak ‘borststukken’ voor een effen achtergrond zonder decor. Weer later fotografeerde hij zijn modellen tegen een geschilderde achtergrond.
Geografische en andere onderwerpen
Naast portretten maakte Maurits ook foto’s van tentoonstellingszalen, marine-instrumenten en het Haagse Binnenhof, en vervaardigde hij fotografische reproducties van kunstwerken. Hiervan is echter maar weinig werk bewaard gebleven; waarschijnlijk maakte het maar een klein deel van zijn oeuvre uit.
Dit is een foto van het winnende ontwerp voor het Monument 1813 in Den Haag, het Nationale Monument voor Onafhankelijkheid.

Tekeningenarchief van de Rijksgebouwendienst (RGD) en rechtsvoorgangers
Hoffotograaf
Vanaf 1863 mocht Maurits zich hoffotograaf noemen en het wapen voeren van de koning, en later dat van de koningin. Maurits fotografeerde verschillende leden van de Koninklijke Familie. In 1880 had hij de eer om op Paleis Noordeinde ‘het eerste photografisch portret’ te maken van prinses Wilhelmina der Nederlanden. Het hof speelde een belangrijke rol in Den Haag. Als je het predicaat ‘hofleverancier’ kon dragen, of je nu bakker, hoedenverkoper of fotograaf was, liet dat zien dat je in de smaak viel bij het koningshuis, wat uiteraard meer klanten aantrok.
Elchanon Verveer
Elchanon maakte na zijn terugkomst in Nederland regelmatig litho’s en houtsneden die als illustraties voor periodieken als de Kunstkronijk dienden. Ook illustreerde hij boeken van eigentijdse auteurs zoals Jacob van Lennep (1802-1868) en Johan Gram (1833-1913). Elchanon werkte in 1857 en 1859 enige tijd in Parijs, waar zijn aanleg voor het tekenen van karikaturen tot uiting kwam. Uiteindelijk heeft Elchanon zich in zijn carrière vooral toegelegd op het schilderen van het Scheveningse vissersleven. In eerste instantie maakte hij geromantiseerde taferelen van spelende kinderen, maar later besteedde hij ook aandacht aan het harde bestaan van de vissersbevolking van negentiende-eeuws Scheveningen.
Elchanon nam net als zijn oudere broer Salomon regelmatig met succes deel aan tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Zijn werk was ook te zien op de grote Wereldtentoonstellingen, zoals die in Parijs (1867 en 1879), Wenen (1873) en Philadelphia (1876). Hoewel Elchanon als kunstenaar was gevormd door de romantische school koos hij steeds realistischer onderwerpen en een grovere penseelvoering; daarmee werd hij een overgangsfiguur tussen de romantiek en de impressionistisch georiënteerde Haagse School.
Vissersdorp
Elchanon voelde zich net als zijn broer Salomon aangetrokken door Scheveningen en zijn vissersbevolking. Hij maakte er veel schetsjes in potlood die hij uitwerkte in aquarellen en schilderijen. Bijzondere aandacht besteedde Elchanon aan gezichtsuitdrukkingen, houdingen en klederdrachten. Aanvankelijk waren zijn werken van spelende kinderen geromantiseerd, maar later had vooral het harde en onzekere bestaan van de vissersbevolking zijn aandacht, zoals in De terugkeer van de vissersvloot. Vreugde en radeloosheid. Op zijn meest gelauwerde schilderij Invaliden der zee uit 1869, zijn vier oude vissers afgebeeld die een leven van ontberingen achter de rug hebben. Met dit werk viel Elchanon in de prijzen, zowel op tentoonstellingen in Den Haag als in Brussel. Het schilderij werd zo populair dat Elchanon er meerdere kleinere versies van maakte, waaronder de hier getoonde aquarel. Het inspireerde letterkundige Jo de Vries (1838-1915) tot het gedicht Invaliden der zee, dat lang in Nederlandse schoolboeken stond.

Galerie Nieuw Schoten, Haarlem
Karikaturen van Pulchri-leden
Zo treffend als Elchanon de karakters van de Scheveningse vissers wist te verbeelden, zo raak zijn ook de karikaturen van de kunstenaars van Pulchri Studio die hij waarschijnlijk rond 1890 maakte. Veel van de geportretteerde kunstenaars behoorden tot de toen moderne Haagse School, zoals Jozef Israëls, Willem Roelofs, Paul Gabriël, Louis Apol en de gebroeders Jacob en Willem Maris. Maar hij tekende ook letterkundigen als kunstcriticus Antonie Cornelis Loffelt, professor Jan ten Brink en chroniqueur Johan Gram. De leden van Pulchri koketteerden graag met hun nonchalante uiterlijk. Door Elchanons scherpe waarneming weet hij de specifieke karaktertrekken van zijn artistieke vrienden op een ontwapenende manier weer te geven.
Historiek.net-lezers krijgen 25% korting op een toegangskaartje.
Reserveer uw kaartje via www.jhm.nl/ticket en maak gebruik van de kortingscode: HISTORIEK.
Tip! Met een ticket kan men tevens de Portugese Synagoge, het JHM Kindermuseum en de Hollandsche Schouwburg bezoeken.
Boek bij de tentoonstelling: De gebroeders Verveer