Maand van de geschiedenis
Dark
Light

Iemand op de pijnbank leggen

1 minuut leestijd
Pijnbank (CC BY-SA 3.0 - Lokilech - wiki)
Pijnbank (CC BY-SA 3.0 - Lokilech - wiki)

Dagelijks worden er zegswijzen en uitdrukkingen gebruikt waarvan de oorspronkelijke betekenis onbekend is. Wie denkt er bij “iemand in de luren leggen” nog aan de doeken, waarin kinderen met Engelse ziekte werden gewikkeld om het kromtrekken van armen en benen tegen te gaan?

Veel uitdrukkingen die ontleend zijn aan dergelijke voorwerpen kan men tegenwoordig alleen nog in musea bekijken. In de nieuwe rubriek Taalmuseum worden historische gebruiksvoorwerpen en praktijken gekoppeld aan Nederlandse uitdrukkingen en zegswijzen.

Tekening van iemand die op de pijnbank ligt (Publiek Domein - wiki)
Tekening van iemand die op de pijnbank ligt (Publiek Domein – wiki)

Iemand op de pijnbank leggen

Betekenis: Iemand het leven lastig maken, iemand kwellen

Verklaring: De uitdrukking ‘iemand op de pijnbank leggen’ verwijst naar het gebruik van de pijnbank, om door middel van lichaamsfolteringen uit beschuldigden bekentenissen te persen. Het bekennen zonder “scherp examen” was meestal een uitzondering. Men mocht iemand pas veroordelen als deze had bekend. Men mocht de tortuur echter pas toepassen als er voldoende aanwijzing voor schuld bestond. Aan de foltering ging gewoonlijk de “question prรฉparatoir” vooraf om de verdachte schrik aan te jagen. De beul liet de werktuigen zien en gelastte de beschuldigde zich te ontkleden zodat de mannen slechts van navel tot knie, de vrouwen van borst tot knie waren bedekt.

Volgde op die bedreiging niet spoedig de bekentenis, dan begon de foltering. De pijnigingen konden zeer verschillend zijn. Het water, het vuur, het koord, het gloeiend ijzer, de beenschroeven, de wipgalg en het houten paard waren de meest gebruikelijke pijnigingsmiddelen. Het houten paard waarvan de ruggengraat door een scherp gemaakte uitstekende eiken plank werd gevormd was vooral voor echtbreeksters bestemd, die er schrijlings moesten opzitten. Daarbij werden hun voeten soms nog met kanonskogels verzwaard.

~ Girbe Buis

Drs Girbe Buist (1955) studeerde Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na een korte loopbaan in de Volwasseneneducatie (onder meer Open Universiteit) heeft hij 25 jaar gewerkt als adviseur erfgoed bij de Stichting Kunst & Cultuur Overijssel. Sinds twee jaar is hij eigenaar van het bureau Buistbelevingsprojecten en houdt hij zich bezig met projectmanagement, tekstproducties en fondsenwerving. Daarnaast is hij freelancejournalist en schrijft hij boeken en artikelen over regionale geschiedenis en immaterieel erfgoed. Verder geeft hij rondleidingen in de Hanzestad Zwolle. Sinds kort schrijft hij voor Historiek de rubriek Taalmuseum.

Voor meer informatie zie de website www.buistbelevingsprojecten.nl