Naar aanleiding van de 200ste verjaardag van het overlijden van de schilder Pieter-Jozef Verhaghen loopt nog gelijktijdig tot 25 september 2011 in het Leuvense M-Museum en in de prestigieuze norbertijnenabdij van Park te Heverlee een tentoonstellingsproject dat de verschillende aspecten van Verhaghens leven en werk belicht.
Een nadere kennismaking
Deze kunstenaar,
geboren te Aarschot in 1728 en overleden te Leuven in 1811 wordt door de meeste kunsthistorici terecht beschouwd als zowat de laatste vertegenwoordiger van wat de ‘Vlaamse school’ wordt genoemd. Verhaghen zette immers tijdens zijn leven de artistieke traditie van onder meer Rubens voort en bouwde een dermate sterke reputatie op dat zijn werken de aandacht trokken van keizerin Maria Theresia (1717-1780). Deze stelde hem in 1773 aan als haar hofschilder waardoor hij de kans kreeg om kunstreizen naar Italië en Wenen te ondernemen.
Als succesvol schilder legde hij zich voornamelijk toe op grote historiestukken met religieuze en mythologische thema’s. Tot zijn voornaamste opdrachtgevers behoorden dan ook heel wat kerken en abdijen, waardoor hij zonder meer in de voetsporen trad van de grote Vlaamse meesters en tevens de traditie volgde van wat in de kunst gangbaar was tijdens de contrareformatie. Verhaghen groeide daardoor uit tot één van de laatste kunstenaars die de Vlaamse School van de zeventiende eeuw navolgden, meer bepaald naar het voorbeeld van kunstschilders zoals Pieter Paul Rubens (1577-1640) en Gaspard de Crayer (1584-1669).
Contradictorisch genoeg markeerde hij echter ongewild ook het einde van deze usance. De plotse afschaffing van de reguliere geestelijken door de paternalistische hervormingspolitiek van Jozef II (1741-1790) op het einde van de achttiende eeuw, samen met de onrust van de Brabantse omwenteling (zie ook artikel: De Boerenkrijg) en uiteindelijk de inlijving van onze gewesten door de Fransen zorgden ervoor dat het marktsegment waarvoor Verhaghen voornamelijk werkte dusdanig drastisch verkleinde waardoor hij ten slotte zonder opdrachten kwam te zitten. Daarbij kwam nog dat grote historiestukken in het begin van de negentiende eeuw als oubollig werden beschouwd en door de meeste kunstliefhebbers omzeggens helemaal niet meer in trek waren.
Het tentoonstellingsproject onder de loep
Terwijl het M-Museum te Leuven focust op het leven van Verhaghen door onder meer de evolutie binnen zijn werk te schetsen, ligt het zwaartepunt van de tentoonstelling in de abdij Park op de grote religieuze werken waarmee de kunstschilder onder meer de kapittelzaal decoreerde die gebouwd werd door de Leuvense architect Amand Van Bullenstraten. Hoogtepunt in situ vormt echter ongetwijfeld het kerkkoor. Boven het hoofdaltaar hangt een doek van de bekende Antwerpse barokschilder Jan Erasmus Quellijn (1634-1715): ‘De geboorte van Christus’ terwijl niet minder dan tien grote schilderijen van Pieter-Jozef Vergahen het kerkkoor en het schip versieren: Het doopsel van Christus, De aanbidding der wijzen, De opdracht in de tempel, Jezus met de kleine kinderen, Norbertus geneest een blinde vrouw te Würzburg, Norbertus bij paus Innocentius II en keizer Lotharius II, De hertog van Kappenberg ten dienste van de orde, Norbertus deelt geld uit aan de armen, Paus Innocentius II keurt de orde van Prémontré goed en Norbertus predikt te Antwerpen tegen Tanchelm, de ketter. Daarnaast kan de bezoeker er diverse salons bezichtigen waarin voor de gelegenheid kleinere en minder bekende schilderijen van Verhaghen uit het museumdepot van de abdij tijdelijk worden uitgestald.
De combinatie van dit tentoonstellingsevenement op twee verschillende locaties maakt het voor de geïnteresseerde bezoeker zonder meer uitermate fascinerend omdat telkens andere facetten van Verhagens werk onder het voetlicht worden geplaatst en daardoor een goed inzicht wordt geboden op het leven van een kunstenaar die ervoor koos om in het spoor van Rubens te treden…
Praktische informatie: www.mleuven.be en www.parkabdij.be
Rudi Schrever
Brusselse stadsgids
Rondleidingen op aanvraag
e-mail: [email protected]