Jo Otten en een tumultueus avondje film

5 minuten leestijd
Jo Otten
Jo Otten
Enige tijd geleden verscheen de biografie van schrijver Jo Otten, opgetekend door Rob Groenewegen. Het boek, getiteld Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten 1901-1940, is genomineerd voor de Mr. J. Dutilhprijs 2012. Op Historiek plaatsen we met toestemming van uitgeverij In de Knipscheer een fragment uit het boek:


Innerlijk noodlot

Op maandagavond 20 maart, vijf weken voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1933, begaf Otten zich samen met Jetty, en een tweede vrouw, vermoedelijk Jetty’s vriendin Janny de Korte, naar het Luxor Palast, een bioscooptheater (dat in Duitse handen was) aan de Rotterdamse West-Kruiskade. De kranten stonden op dat moment bol van de politieke spanningen.

In Duitsland hadden de nazi’s op 30 januari de macht gegrepen (enkele dagen later was de bemanning van het oorlogsschip De Zeven Provinciën in de Atjehse haven Olehleh wegens een looningreep aan het muiten geslagen) en Marinus van der Lubbe had drie weken later in Berlijn de Rijksdag in brand gestoken. Deze ontwikkelingen hadden het Duitse UFA-concern er niet van weerhouden de U-bootfilm Morgenrot (1933), een staaltje van Duitse heldenverering, in Holland te programmeren. Morgenrot handelt over een heldhaftige bemanning, waarvan twee matrozen hun leven geven om de overige te redden. Linkse organisaties, waaronder Links Richten, zagen de film als een regelrechte oorlogsverklaring en groepeerden zich om langs die weg tegen het bewind van de nazi’s te demonstreren. In het Amsterdamse Rembrandt Theater leidde dat tijdens de première (op 17 maart) tot hilarische taferelen, waarbij er in de zaal onder leiding van Ivens en de auteur Jef Last brand werd gesticht, stinkbommen werden gegooid en muizen werden losgelaten. Dat verschilde overigens in niets met wat de nazi’s drie jaar tevoren in Berlijn hadden gedaan tijdens de première van de anti-oorlogsfilm All quiet on the western front (1929), de Amerikaanse verfilming van de roman Im Westen nichts Neues van de Duitse auteur Erich Maria Remarque.

Van het Amsterdamse tumult was in Rotterdam aanvankelijk weinig te merken, maar op de desbetreffende maandag liep ook hier de zaak behoorlijk uit de hand. Op het moment dat Otten en zijn gevolg het Luxor Palast bereikten – gedrieën wilden ze de eerste voorstelling bezoeken – deelden linkse activisten voor de entree van het theater pamfletten uit waarin de directe afvoering van de controversiële film werd geëist. In de bioscoopzaal, ter hoogte van de galerij, bevonden zich Linksrichters en andere demonstranten, die gewapend waren met stinkbommen.

Eén partij-genoot meldde dat hij een speciale verrassing bij zich had, maar hij wilde niet zeggen welke. De film begon te draaien en in het donker van de zaal wachtten wij onze kans af. Plotseling stond één van ons op, we waren met een mannetje of tien, en schreeuwde: weg met het fascisme. De direktie van Luxor scheen echter lucht van de demonstratie te hebben gekregen. Het licht floepte aan en van alle kanten schoten rechercheurs toe om de onverlaat de zaal uit te werken. Toen het licht weer uitging en de film verder draaide, deed nummer twee zijn mond open. En opnieuw kwamen de rechercheurs in aktie. Intussen gooiden wij links en rechts onze stinkbommen, zodat het na een poosje niet te harden was en iedereen naar zijn zakdoek greep. De partijgenoot met de speciale verrassing stond nu op en liet twee witte duiven los die onmiddellijk op het scherm afvlogen.

Ook Otten liet zich niet onbetuigd. Terwijl Jetty samen met haar vriendin luidkeels antifascistische leuzen scandeerde, bespeelde hij een signaalfluit die hij voor deze gelegenheid had meegebracht. Lang duurde dit protest waarschijnlijk niet, want ook Otten en zijn secondanten werden in hun kraag gepakt en uit de zaal verwijderd. Otten gaf onmiddellijk toe dat hij de fluitist was geweest en stond het corpus delicti af aan de rechercheurs.

Rechts achteraan, het Luxor Palast (begin jaren dertig)

Dezelfde avond nog schreef hij een brief aan Schuitema, die namens Links Richten ook van de partij was geweest in het Luxor Palast. Otten bracht hem daarin nadrukkelijk onder ogen dat hij van iedere politieke betrokkenheid of socialistische inlijving verschoond wilde blijven.

Gezien de min of meer politiek getinte actie die jullie hebben gevoerd, wil ik er nog eens de nadruk op leggen dat ik hedenavond alleen als individu tegen een oorlogsfilm heb geprotesteerd. Ik heb gehandeld volgens mijn persoonlijke overtuiging en wil dan ook niet geïdentificeerd worden met eenige actie van jullie kant. Ik wil daarom niet dat mijn naam op welke lijst of document ook voorkomt. Financiëel zal ik ook niet aan jullie actie contribueeren, omdat iedere politiek mij verre ligt.

Een keerzijde van Ottens actie was, en dat moet hij zich voorafgaande aan zijn voorgenomen actie toch hebben gerealiseerd, dat zijn bestuursfunctie bij de Filmliga nu in het geding was geraakt. Nadat hij de directeur van het Luxor Palast de volgende dag zijn excuses had gemaakt door te verklaren dat zijn protestactie ‘uitsluitend een persoonlijke, individueele uiting’ was geweest, werd hij door Huijts op het matje geroepen. Het bestuur kende geen genade: Otten had zich met politiek ingelaten en dat was strijdig met het Ligabeginsel dat er geen partijpolitieke standpunten mochten worden ingenomen. Otten trok daaruit zijn consequenties en stelde zijn mandaat op 23 maart ter beschikking.

Even later plofte er een briefje van het ultrarechtse Zwart Front bij ‘den salon-communist den Heer Dr. J.F. Otten’ op de mat. Enkele ‘fascistisch gezinde werklooze arbeiders’ bleken zich erover te hebben opgewonden dat hij en zijn ’trawanten’ zich die maandagavond ‘liederlijk’ in het Luxor Palast misdragen hadden. Otten kon erop rekenen dat zijn daad niet zonder gevolgen zou blijven.

(U) kunt er zich van verzekerd houden, dat ook in Nederland de tijd spoedig rijp is, dat het communistischen en socialistischen vuil met ijzeren bezems weggeveegd zal worden. Vooral het intellect kan er zich van verzekerd houden dat geen pardon zal worden gebruikt.

Hadden de opstellers van het briefje hem die avond opgemerkt of waren ze zijn naam in de krant tegengekomen? Want de dag volgend op de demonstratie in het Luxor Palast werd ‘dr. J.F.O’ door het Rotterdamsch Nieuwsblad tamelijk herkenbaar in de schijnwerpers gezet. En dat was meer mensen opgevallen, ook Ter Braak, die in een brief aan Du Perron verzuchtte dat Ottens aanhouding in het Luxor Palast in niets onderdeed voor de handelingen van de oosterburen.

De brief van Zwart Front was geïllustreerd met een strop waaraan Marx bungelde en opgesierd met enkele swastika’s en straatbezems, blijkbaar om de ernst van de bedreiging meer kracht bij te zetten.

 
Zal Otten na alles spijt hebben gehad van zijn protest? De actie in het Luxor Palast had hem immers zijn baan bij de Filmliga gekost en extreem rechts plakte hem nu het etiket van (salon)communist op. En dat terwijl hij met zijn protestdaad alle verdenkingen van politieke betrokkenheid die er tegen hem bestonden nu juist de kop in had willen drukken, want dat laatste was hem klaarblijkelijk meer aan het hart gegaan dan zijn bestuursfunctie bij de Filmliga.

Boek: Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten 1901-1940

Rob Groenewegen heeft zich toegelegd op het verrichten van cultureel en literair-historisch onderzoek en is tevens actief als tekstschrijver en tekstrevisor. Groenewegen promoveerde in 2011 op een biografie van J.F. Otten. Vorig jaar verscheen zijn biografie van Victor E. van Vriesland.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×