Johann Burckhardt geniet binnen archeologische en geschiedkundige kringen nog steeds faam als de ontdekker van de eeuwenoude ruïnestad Petra en het imposante tempelcomplex van Aboe Simbel. Het verhaal van een bijzonder man:
Hoe het allemaal begon
Johann Ludwig Burckhardt, zoals hij eigenlijk voluit heette, werd de 24ste november 1784 in het Zwitserse Lausanne in een welgesteld gezin geboren. Het grootste deel van zijn jeugd bracht hij door in Basel waar zijn vader als zijdehandelaar een bloeiend bedrijf leidde.
De politieke omwenteling die met de Franse revolutie tegen het einde van de achttiende eeuw plaatsvond en al vlug de bestaande machtsverhoudingen tussen de Europese mogendheden danig dooreenschudde, deden de jonge Burckhardt besluiten te gaan studeren aan de universiteit van Leipzig en Göttingen, ver weg van de woelige situatie in Frankrijk. Na zijn studies reisde Burckhardt in 1806 met een aanbevelingsbrief van één van zijn vroegere professoren af naar Engeland. Daar maakte hij als werkzoekende kennis met Joseph Banks (1743-1820), de voorzitter van de “African Association”, een select genootschap dat expedities in het binnenland van Afrika organiseerde en financierde. Banks stelde Burckhardt voor om deel te nemen aan een expeditietocht die de loop van de rivier de Niger in kaart moest brengen om zo de precieze ligging van Timboektoe te weten te komen, een stad die volgens de vele verhalen van reizigers bijzonder rijk en welvarend was. Burckhardt ging gretig in op het voorstel maar besloot eerst Arabisch te gaan studeren aan de universiteit van Cambridge en zich vervolgens in de Syrische stad Aleppo verder te bekwamen in de islamitische cultuur. Daar nam hij na verloop van tijd om het vertrouwen te winnen van de rondtrekkende bedoeïenenstammen een valse identiteit aan en noemde zichzelf Ibrahim Ibn Abdullah. Sommige bronnen zouden later beweren dat Burckhardt zich toen tot de islam bekeerde hoewel daaromtrent geen zekerheid bestaat. Wel is zeker dat hij in die periode tijdens één van zijn zwerftochten in de woestijn met behulp van enkele bedoeïenen de al eeuwenlang verlaten hoofdstad van de Nabateeërs ontdekte.
Een onverwachte revelatie
Burckhardt kon niet bevroeden wat hij ging aanschouwen toen hij de Siq, een 1200 meter lange en smalle kloof doorliep die de toegang vormt tot de in de rotsen uitgehakte ruïnestad van de Nabateeërs, een Arabische volksstam die er op het einde van de vierde eeuw v. Chr. de macht uitoefende tot de legioenen van keizer Trajanus de regio in het jaar 100 n. Chr. inlijfden bij het Romeinse Rijk.
De stad met haar talrijke bouwwerken zoals de schitterende graftempel die de bedoeïenen “Al-Khazmeh Far’oun” noemen (hetgeen zoveel betekent als de “Schatkamer van de Farao”) vormt één groot openluchtmuseum. Kort daarna haalde de ontdekking van Petra, zoals de stad in de Oudheid door de Grieken werd genoemd, het wereldnieuws. Toch begonnen de eerste archeologische opgravingen pas laat in de jaren twintig van de vorige eeuw waarna de site voor het publiek werd opengesteld. Sindsdien bezochten reeds miljoenen toeristen de indrukwekkende graftempels en ruïnes van deze lang verborgen gebleven stad die in 1985 door de UNESCO tot werelderfgoed werd uitgeroepen.
Een tweede ontdekking van formaat
Begin 1813 besloot Burckhardt vanuit Caïro de loop van de Nijl te volgen tot aan het vroegere land van Koesj in het huidige Soedan. Ongeveer ter hoogte van de derde cataract in de Nijl stuitte hij per toeval op het grotendeels onder het zand bedolven tempelcomplex van Aboe Simbel, opgericht ter ere van de Egyptische farao Ramses II (ca. 1300-1213 v.Chr.) en zijn echtgenote Nefertari. Omwille van de enorme zandmassa die het complex bedekte, slaagde Burckhardt er echter niet in de toegang tot de tempels bloot te leggen en moest zich noodgedwongen beperken tot het noteren van de juiste locatie.
Bij zijn terugkeer in Caïro vertelde hij zijn vriend en Egypte-kenner Giovanni Belzoni (1778-1823) over zijn ontdekking. Het zou uiteindelijk Belzoni zijn die in de zomer van 1817 een expeditie op touw zette en het tempelcomplex van Aboe Simbel wist uit te graven. Burckhardt kon nog net het baanbrekend nieuws van Giovanni’s succesvolle opgraving vernemen maar kwam enkele weken later, de vijftiende oktober, op 32-jarige leeftijd geheel onverwachts te overlijden aan de gevolgen van dysenterie.
Het verdere verhaal
Eind 1960 begon de Egyptische regering met de bouw van de Aswandam. Hierdoor dreigde het tempelcomplex in het Nassermeer te verdwijnen. Op initiatief van UNESCO en met medewerking van de “National Geographic Society” werd een groots opgezet nooit eerder gezien reddingsplan uitgewerkt. De vier kolossale beelden van Ramses II werden samen met de rest van beide tempels in grote blokken gezaagd en vervolgens verderop op een hoger gelegen terrein opnieuw opgebouwd. Op 22 september 1968 werden de tempels van Aboe Simbel op hun nieuwe locatie plechtig ingehuldigd en zo gered van een zekere ondergang.
Handig: Lijst van ontdekkingsreizigers
Boek: Petra – Lost City of the Nabataeans