Joseph Wolff in Buchara

Spannender dan Indiana Jones
3 minuten leestijd

Joseph Wolff, die ik eerder noemde in mijn verhaal over Stoddart en Connolly, was een van die bijzondere mensen waaraan de negentiende eeuw zo rijk is. Geboren in Beieren leefde hij in Engeland; geboren als jood werd hij christen, zelfs dominee. En zijn avonturen zijn spannender dan die van Indiana Jones.

Joseph Wolff
Joseph Wolff
In 1845 waagde Wolff zijn leven om te achterhalen wat het lot van de twee Britse officieren was geweest. En niet alleen dat: hij was ook op zoek naar de tien verloren stammen van Israël, die ergens in het oosten zouden moeten wonen.

Anders dan de twee eerdere bezoekers aan Buchara, las Wolff zich in. Hij leerde de plaatselijke zeden en gewoonten, begreep hoe de Centraal-Aziatische diplomatie werkte en zorgde voor passende geschenken: horloges en een Arabische vertaling van Robinson Crusoë, een boek dat elke moslim moet hebben doen denken aan het verhaal van Hayy ibn Yaqdhan van de twaalfde-eeuwse geleerde Ibn Tufail, en dus in goede aarde zou vallen. Hij had wél geloofsbrieven bij zich, niet alleen van koningin Victoria maar ook van Mohammad Sjah van Perzië; toen hij de citadel beklom, deed hij dat lopend; toen hij emir Nasrallah benaderde, wierp hij zich, zoals het hoorde, ter aarde en riep dat God groot was. En dat niet de voorgeschreven drie keer, maar dertig keer. De vorst vatte meteen sympathie op voor zijn gast, liet zijn orkest “God Save The Queen” spelen en stuurde ’s avonds een oosterse schone naar ’s dominees slaapkamer.

De poort naar de citadel van Buchara. Het orkest van de emir speelde “God Save The Queen” vanuit de loggia.
De poort naar de citadel van Buchara. Het orkest van de emir speelde “God Save The Queen” vanuit de loggia.
Wolff zou later verslag doen en presenteerde het liedje als een cynische grap en zijn nachtelijke bezoekster als een poging hem te compromitteren. Vermoedelijk legde hij de zaken verkeerd uit, maar dat neemt niet weg dat aan het hof van Buchara zijn overleven niet vanzelfsprekend was. Toen Wolff het lot van Stoddart en Connolly had vernomen, nam hij opgelucht afscheid van Buchara.

Maar dat was niet alles. Zoals gezegd zocht hij naar de verloren stammen van Israël, en dat betekende dat hij zich met Duitse grondigheid had verdiept in de Altertumswissenschaft en veel wist over de oude geschiedenis van Margiana, Baktrië en Sogdië. Die was tot dan toe vooral bekend uit een handvol oude teksten, die nooit echt grondig waren bestudeerd. Acht namen van koningen en enkele van hun daden en een handvol munten: dat was alles wat de Europeanen wisten. De voornaamste publicatie, die Wolff zeker heeft gelezen, was de een eeuw eerder – in 1738 om precies te zijn – gepubliceerde Historia Regni Graecorum Bactriani van Th. Siegfried Bayer, de “Geschiedenis van het Baktrische koninkrijk van de Grieken”.

Zeus op een munt van Antimachos Theos
Zeus op een munt van Antimachos Theos
Tot dan toe had men gehoopt van elke uit een tekst bekende vorst een munt met een portret te vinden, en dat leek ook te zijn gelukt. Wolff realiseerde zich – hoewel niet als eerste – dat er geen enkele reden was om aan te nemen dat de portretten op de munten correspondeerden met de namen van de bekende Grieks-Baktrische koningen. In 1788 was al een munt gevonden van een volkomen onbekende koning Heliokles en in 1822 was de eerste munt van een al even onbekende Antimachos Theos opgedoken, terwijl Alexander Burnes (die al vóór Stoddart en Connolly in Buchara was geweest) ook de nodige munten had weten aan te kopen.

Wolff benutte zijn bezoek aan Centraal-Azië om meer munten te bemachtigen. Emir Nasrallah vond dat maar niets. Waarom hielden de Europeanen zo van die oude betaalmiddelen, wilde de vorst weten. Wolff zou later schrijven dat

…their value … arose from the circumstance that coins were looked upon as the very backbone on which the frame of history is supported. That without them we could not ascertain the duration of the world, dynasties of kings, and national events. That they were the great guides of the historian in determining his eras, and formed a metallic history of the earth.

Toen Wolff terugkeerde, had hij zekerheid over het lot van de twee vermiste officieren, maar hij voegde ook verschillende nieuwe namen toe aan de lijst van Grieks-Baktrische heersers. Tegenwoordig kennen we zeventien Griekse koningen die heersten over Baktrië en daarnaast achtendertig die heersten in India: de geschiedenis van Centraal-Azië is grotendeels gebaseerd op betaalmiddelen. De tien stammen van Israël zijn overigens nooit gevonden.

Moraal: vergeet Indiana Jones of Lara Croft. De werkelijkheid is altijd spannender.

Boek: Narrative of a Mission to Bokhara – Joseph Wolff

Jona Lendering is historicus, webmaster van Livius.org en docent bij Livius Onderwijs. Hij publiceerde verschillende boeken en verzorgt een nieuwsbrief over de Oudheid. Zie ook zijn blog: mainzerbeobachter.com

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×