Kasteel van Bouchout (Meise)

6 minuten leestijd
Kasteel van Bouchout – Foto: CC/Jean-Pol GRANDMONT

In een voorgaand artikel: De Brusselse Kruidtuin, een juweel van landschapsarchitectuur werd reeds breedvoerig de ontstaansgeschiedenis van de eerste Brusselse “Hortus Botanicus” geschetst. De aandachtige lezer zal zich wellicht herinneren dat in 1939 deze botanische tuin verhuisde naar het domein van Bouchout, dat sindsdien bekend staat als de ‘Nationale Plantentuin van Meise’. Minder bekend is dat zich centraal in het meer dan negentig hectare groot domein een kasteel, of liever gezegd een waterburcht situeert met toch een bijzondere geschiedenis. Een historische schets:

Een vleugje geschiedenis ter inleiding

Toen de “Homo Sapiens” zijn nomadisch bestaan stilaan begon in te ruilen voor een meer sedentair leven bleek al heel snel de noodzaak om de vaak gemeenschappelijke woonplaats of de primitieve nederzetting te beschermen tegen niet alleen allerlei roofdieren, maar ook tegen andere vijandelijke stammen of op buit beluste rovers. Aarden verdedigingswallen en summiere houten palissades waren zowat de eerste vorm van verdediging.

Met een sprong in de tijd herinneren we ons mogelijkerwijs uit onze vroegere geschiedenislessen nog wel dat medio tiende eeuw onze contreien het geliefkoosde actieterrein vormden van de Noormannen die onze kuststroken onveilig maakten en met hun ranke snekken behendig de rivieren opvaarden om zo al plunderend vaak tot in het binnenland een meedogenloos spoor van vernieling achter zich te laten. Als afweer en tegelijkertijd ter bescherming werden naast de zogenaamde vluchtburchten door de lokale heersers mottekastelen opgetrokken die beschouwd kunnen worden als de eerste voorlopers van de latere ‘stenen’ en burchten. Meestal ging het echter over niet meer dan een alleenstaande soort houten donjon, hetzij opgetrokken op een natuurlijke verhevenheid in het terrein, hetzij op een kunstmatig aangelegde heuvel en omzoomd door een stenen muur of soort walgracht. De versterkte toren kon daardoor beter beveiligd worden en in het laatste geval zelfs enkel bereikt worden via één enkele, vrij gemakkelijk te verdedigen smalle brug. Deze kasteelvorm ‘avant la lettre’ zou, op enkele uitzonderingen na in de daaropvolgende eeuwen zeer effectief blijken.

Eduard III
In 1346 werd echter tijdens de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) in de slag bij Crécy door de Engelse koning Eduard III (1312-1377) voor het eerst gebruik gemaakt van kanonnen. Dergelijke voor die tijd moderne bewapening zorgde dan ook voor een radicale nieuwe kastelenarchitectuur. Kastelen, of althans wat daar toen voor doorging, werden vrij snel echte versterkte burchten, de schietgaten werden vergroot en beschikten algauw over eigen artillerieplatforms om eventueel vijandelijk vuur gepast te beantwoorden. Tegelijkertijd werden metersdikke schuilplaatsen gebouwd om zich tegen het geschut van potentiële aanvallers te beschermen. Toch verloren deze versterkte vestigingen door de verdere opkomst van het buskruit en de steeds meer geavanceerde artilleriestukken spoedig hun militaire betekenis als dusdanig en groeiden in de daaropvolgende eeuwen dan ook uit tot loutere lusthoven of residentiële buitenverblijven.

De waterburcht van Bouchout

Halverwege de twaalfde eeuw vervulde het versterkte waterslot van het geslacht der Bouchouts omwille van de strategische ligging op de grens van het toenmalige graafschap Vlaanderen en het domein van de machtige en de gevreesde Berthouts, de Heren van Grimbergen en Mechelen, onvermijdelijk een belangrijke rol bij de verdere ontstaansgeschiedenis en latere machtspositie van het Hertogdom Brabant.

De Berthouts die weigerden om zich aan het gezag van de Graven van Leuven te onderwerpen, oefenden immers vanuit hun burcht te Grimbergen de controle uit over vroegere diverticuli en verscheidene belangrijke handelswegen in de regio waardoor ze doelbewust de autoriteit en het gezag van de rechtmatige heersers ondermijnden. De situatie leidde al vrij snel tot een openlijke strijd, bekend als de ‘Grimbergse Oorlogen’ (1139-1159). Na enkele schermutselingen vond in 1142 een eerste grootschalige confrontatie plaats tussen beide partijen die in de geschiedenisboeken vermeld wordt als de ‘Slag bij Ransbeek’. Pas enkele jaren later lukte het Godfried III van Leuven (ca. 1142-1190) om de strijd definitief in zijn voordeel te beslechten en het kasteel van de Berthouts in brand te steken om het vervolgens met de grond gelijk te maken.

Het kasteel van de Bouchouts speelde hierbij als ondersteunende uitvalsbasis een niet te verwaarlozen rol en Godfried III zou later dankzij een sluwe huwelijkspolitiek en aankopen van diverse landerijen en heerlijkheden de basis leggen voor de eigenlijke stichting van het Hertogdom Brabant dat nadien onder zijn erfopvolger, Hendrik I van Brabant (ca. 1165-1235) werkelijkheid werd.

Kopergravure met daarop het ‘ Castellum Bouchaut’ – Jacobys Harrewijn, 1706

Het verdere verloop van de saga

Tekening van het gerenoveerde kasteel in 1843 – Jean Michel Cels
Zoals zo vaak gebeurde onderging het kasteel In de daaropvolgende eeuwen belangrijke transformaties. Tot één van de belangrijkste wijzigingen op architecturaal vlak van de burcht behoort zeker de bouw van de imposante uit het begin veertiende eeuw daterende meestertoren. De realisatie van deze meer dan twintig meter hoge donjon en muren van één meter dik wordt toegeschreven aan een telg van het geslacht der Bouchouts, met name Daniël van Bouchout die zich in de Slag bij Woeringen (1288) op het slagveld dermate onderscheidde dat hij door Hertog Jan I van Brabant (1254-1294) prompt werd benoemd tot Seneschalk, één van de belangrijkste juridische, financiële en militaire functies in de feodale periode van onze geschiedenis.

Amper enkele decennia later, in 1356 werd het kasteel door de toenmalige graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Male (1330-1384) reeds een eerste maal langdurig belegerd. In 1582 van onze jaartelling werd de burcht bezet en geplunderd door de Spaanse troepen van de Hertog van Parma, Alexander Farnese (1545-1592), maar de grootste schade en vernieling werd echter ongetwijfeld toegebracht tijdens de Franse bezetting van onze contreien einde achttiende eeuw. De houten toegangsbrug naar de burcht werd volledig vernield, de omliggende waterpartij werd gedempt en de voorste verdedigingstructuren afgebroken. Daarenboven vielen de vier hoektorens van de donjon samen met het dak ten prooi aan de vlammen van een waarschijnlijk moedwillig aangestoken brand.

In de daaropvolgende jaren gaat het kasteel en het omliggende domein over in handen van verscheidene adellijke geslachten die ofwel het slot restaureren of het volgens eigen inzicht verfraaiden.

Een bijzondere wending voor de waterburcht

Executie van keizer Maximiliaan van Mexico – Edouard Manet, ca. 1868
In 1879 stelden de laatste eigenaars, de familie van Graaf Amedée de Beauffort, het kasteel te koop. Het was de Belgische vorst Leopold II (1835-1909) die het domein aankocht om er zijn zuster Charlotte (1840-1927) in onder te brengen die door haar huwelijk met Maximiliaan van Oostenrijk (1832-1867) tevens keizerin van Mexico was geworden.

Het Mexicaanse avontuur was voor Maximiliaan en Charlotte echter niet goed afgelopen. In 1864 aanvaardde Maximiliaan mede onder druk van Napoleon III (1808-1873) uiteindelijk de keizerskroon, maar werd amper drie jaar later door de rebellerende troepen van Benito Juárez (1806-1872) gevangen genomen en samen met twee van zijn generaals per 19 juni 1867 genadeloos gefusilleerd. Charlotte verkeerde na de dood van haar gemaal in een diepe emotionele crisis gepaard met hysterische opwellingen en tomeloze driftbuien. De tragische gebeurtenis van de gewelddadige dood van haar geliefde Maximiliaan kwam ze nooit echt te boven en tot aan haar dood bleef ze op het domein van Bouchout vertoeven en leidde er een eerder teruggetrokken leven in haar eigen fantasiewereld.

De executie van Maximilaan van Oostenrijk inspireerde later de Franse kunstschilder Edouard Manet (1832-1883) om dit sombere gebeuren uit de geschiedenis op doek vast te leggen. Het bekende schilderij dat de laatste ogenblikken van de Keizer van Mexico weergeeft op het moment dat hij terecht staat voor het vuurpeloton is te bezichtigen in de “Staatliche Kunsthalle te Mannheim”.

Actuele herbestemming

Na de dood van Charlotte bleef het domein nog enige tijd in handen van de Koninklijke familie die het uiteindelijk in 1938 voor de in die tijd niet onaardige som van bijna tien miljoen oude franken doorverkocht aan de Belgische Staat. Vandaag de dag is het kasteel jammer genoeg niet toegankelijk voor het publiek, maar kan het onder meer door bedrijven afgehuurd worden voor het organiseren van seminaries, meetings en vergaderingen. Wel kan natuurlijk iedere bezoeker van de Nationale Plantentuin al wandelend in de sfeervolle omgeving genieten van het unieke uitzicht op deze toch markante waterburcht met haar singuliere geschiedenis. Praktische informatie met betrekking tot een bezoek aan de Nationale Plantentuin te Meise is te vinden op www.br.fgov.be

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schreef Rudi Schrever verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×