Op 18 juni 1815 was de Slag bij Waterloo. Het duurde daarna nog bijna een week voordat de belangrijkste informatie Nederland had bereikt. Een terugblik op de kranten van 19 tot en met 23 juni 1815.
Op 19 juni 1815 verscheen er een buitengewone uitgave als bijlage van De Nederlandsche Staatscourant – de dag na de nederlaag van Napoleon in Waterloo. De informatie in dit artikel was gebaseerd op de officiële berichten die de koning had ontvangen op 18 juni om half 12 ’s avonds. Hierin werd vooral nadruk gelegd op de verwondingen die de Prins van Oranje had opgelopen, omdat er op dat moment nog geen andere informatie was.
‘Gisteren op den middag,’ opende De Staatscourant…
‘…is de hertog van Wellington in zijn positien boven Waterloo door de vijandelijke armee aangevallen. De slag is dadelijk allerbloedigst geworden en heeft den geheelen dag geduurd. Tegen den avond, is de Prins van Oranje, terwijl hij op veertig schreden van den vijand een bataillon Nassauers tegen Napoléons oude garde aanvoerde, door een geweerschot in den linker schouder gekwetst. De kogel is door en door gegaan, doch de chirurgijns verzekeren dat de wond niet gevaarlijk is.’
Veldslag der Schoone Verbintenis
Over de afloop van de slag zelf was op dat moment echter nog weinig bekend, wat in de eerste nacht na de gevechten zelf natuurlijk niet zo heel vreemd is.
‘Het verlies is van wederzijden zeer aanmerkelijk geweest. Vele generaals zijn gewond, en één gesneuveld. (..) Het gewigtigste echter is, dat lord Wellington geen terrein verloren heeft en, bij voortduring, de positie behoudt, door welke Brussel gedekt wordt.’
Zo sloot de opperbevelhebber van de Nederlandse en Britse strijdkrachten de weg voor Napoleon af.
Twee dagen later, 21 juni 1815, was er aanzienlijk meer informatie ter beschikking. De Bredasche Courant bijvoorbeeld had die dag een ‘buitengewoone’ uitgave over De Veldslag der Schoone Verbintenis – de naam die toen aan de Slag bij Waterloo werd gegeven. De artikelen hierin waren gebaseerd op nieuwe informatie van de opperbevelhebber lord Wellington en van ooggetuigen. Zo bleek dat de Fransen massaal op de vlucht waren na de enorme gevechten bij Waterloo.
‘Nooit was een slag moediger,’ aldus De Bredasche Courant.
‘Ik spreek uit den mond van ooggetuigen. Van de vlaktens van Fleurus tot Waterloo zijn de velden opgevuld met stapels van lijken. Nooit hebben de Engelschen beter gevochten. Niet een enkel regement heeft geweken, en altijd hadden zij te doen met de Keizerlijke Garde, die genoegzaam geheel vernield is. Men kan zonder vergrooting zeggen, Wellington heeft Buonaparte geslagen!’
Onze zoo dierbaren Held
In Antwerpen en Brussel arriveerden ‘transporten krijgsgevangenen’, meldde deze buitengewone uitgave verder. En met ‘onze zoo dierbaren Held den Prins Willem van Oranje’ ging het volgens zijn moeder al een stuk beter. ‘Z. K. Hoogh. Heeft nog geene koorts gehad.’
In De ’s Gravenhaagsche Courant van 21 juni 1815 werd enkele dagen aan informatie uit verschillende bulletins achter elkaar geplaatst. In het eerste bulletin van 17 juni heerste nog relatieve rust, maar meteen erna volgde een kort verslag van de Slag bij Quatre-Bras, de voorbode van Waterloo.
‘Het gevecht is bloedig en den uitslag roemrijk voor alle de troepen van Z.M. en voor zyne bondgenoten geweest.’
In het derde bulletin werd voor het eerst geschreven over Waterloo, waar Wellington zich vanuit Quatre-Bras groepeerde. Op 19 juni, ‘ten 3 uren des morgens’, kwam vanuit het Brussel dan eindelijk het verlossende bericht:
‘De slag van gisteren is bloedig en de uitkomst luisterryk geweest. Het leger van den veldmaarschalk hertog van Wellington heeft zich met roem overladen. De overwinning is, aan de zyde onzer legers, volkomen. De vijand is totaal geslagen.’
Alweer zeven uur later – tien uur in de ochtend – gaf hertog Wellington aan koning Willem I de laatste informatie:
“Dat het niet mogelyk is eene meer complete overwinning te behalen, dan die van vorigen dag. Dat hy nimmer een dergelyke slag had bygewoond, hebbende Buonaparte alle zyne middelen in het werk gesteld en met zoodanige hardnekkigheid in zyne pogingen volhard , dat hy [Wellngton, redactie] meer dan eens een goeden uitslag had getwyfeld, en, tot zes uren ’s avonds, deswege in de onzekerheid was gebleven.”
Het nieuws van deze totale overwinning, zo meldde De ’s Gravenhaagsche Courant verder, zorgde voor grote feesten in Den Haag.
Dezen zoo roemvollen als belangrijken veldslag
Keren we nog één keer terug naar De Nederlandsche Staatscourant, die op 23 juni 1815 wederom een extra uitgave deed naast de reguliere krant. Zowel Wellington als de kroonprins deed hierin verslag van de gevechten, die leidden tot de val van Napoleon.
‘Het is onmogelijk,’ schreef de prins aan zijn vader….
‘om U. M. te beschrijven, met welke verbittering, vooral gedurende de laatste zes uren, gevochten is. Ik heb het geluk niet mogen hebben het einde van dezen zoo roemvollen als belangrijken veldslag bij te wonen, hebbende een half uur vóór de nederlage van den vijand, een schot door den linkerschouder bekomen, waardoor ik genoodzaakt werd het slagveld te verlaten. Het maakt mij onuitsprekelijk gelukkig, aan U.M. te kunnen melden dat Hoogstdeszelfs troepen van alle wapenen met veel dapperheid gevochten hebben.’
En zo wisten de Nederlandse krantenlezers vijf dagen na de Slag bij Waterloo dat niet alleen Napoleon was verslagen, maar ook dat de gewonde prins weer in staat bleek een brief te schrijven aan zijn vader.
In licht gewijzigde vorm eerder gepubliceerd op NPO Geschiedenis
Meer artikelen over de Slag bij Waterloo
Ook interessant: De slag om de Slag bij Waterloo
…en: Het veldbed van de kroonprins, ‘de held van Waterloo’
Overzicht van boeken over de Slag bij Waterloo