Loki is een bekende godheid uit de Noordse mythologie. Hij maakt onderdeel uit van de zogeheten Asen (of Aesir), een belangrijke godenfamilie rond de oppergod of alvader Odin. Loki stond bekend om zijn listigheid en kwaadaardigheid en ontwikkelde zich tot de personificatie van het onheil, kwaad en vuur.

Je weet nog best, Odin, dat wij in de oertijd
ons bloed vermengden; geen bier zou je drinken
zei je toen, tenzij het ons beiden werd gebracht!
Loki bezit het vermogen om van geslacht en gedaante te wisselen.
Er zijn ook verhalen die vermelden dat Loki wordt verwekt door Fornjótr, de vader van de natuurkrachten die ook het leven gaf aan Kari (lucht) en Hlér (water).
Aanvankelijk werd Loki vooral voorgesteld als een nar, onruststoker en schavuit die geregeld te vinden was in het gezelschap van belangrijke goden als Odin en Thor, die hij met raad en daad terzijde stond maar ook geregeld in de problemen bracht. De god had een rusteloze en verveelde natuur en ontwikkelde zich uiteindelijk tot een boosaardig figuur. Over de ontwikkeling van de god schrijft Helene Adeline Guerber het volgende:
“Terwijl Thor de Noordse bedrijvigheid belichaamt, staat Loki voor ontspanning. De hechte band die al vroeg tussen deze twee goden ontstond, laat goed zien hoe snel onze voorouders doorhadden dat ze allebei noodzakelijk waren voor het welbevinden van de mens. Thor is altijd bezig en altijd serieus, maar Loki maakt overal een grap van, tot zijn voorliefde voor kattenkwaad hem uiteindelijk op het slechte pad brengt en hij alle liefde voor het goede kwijtraakt en uiterst egoïstisch en kwaadaardig wordt.”
Loki en de gouden appels van Iduna

Aanvankelijk merken de Asen niet dat Iduna is verdwenen. Maar zonder de appels der jeugd blijkt de tijd ook vat op de goden te hebben. Na enige tijd worden ze grijs, oud en stram. Tijdens een vergadering constateren de goden gezamenlijk dat niemand Iduna nog gezien heeft nadat ze Asgaard enige tijd daarvoor met Loki verliet. De Asen zijn ervan overtuigd dat Loki hen weer eens in de problemen heeft gebracht en dreigen de god te doden als hij niet alles in het werk stelt om Iduna terug te laten keren naar het godenrijk.

Bang voor de wraak van de Asen reist Loki hierop in de valkengedaante van de godin Freya naar de woning van Thjazi. De reus blijkt net afwezig te zijn. Snel verandert Loki de godin Iduna hierop in een noot, neemt die in zijn bek en vliegt er zo snel hij kan mee richting Asgaard. Kort hierna komt de reus Thjazi thuis. Als hij ontdekt dat Iduna is verdwenen, neemt hij snel de gedaante van een adelaar in en zet de achtervolging in. De Asen in Asgaard zien in de verte twee vogels aan komen vliegen. Ze snappen hoe de vork in de steel zit en besluiten een groot vuur te maken. Als de valk net voorbij de muur van Asgaard is, stort hij zich naar beneden, de veiligheid tegemoet. De adelaar slaagt er niet in op tijd te stoppen en vliegt recht het vuur in. Zo komt de machtige Thjazi definitief aan zijn einde.
De dood van Balder
Loki bracht de goden veel vaker in de problemen en zat hen met allerlei streken dwars. Helemaal bont maakte hij het toen de god Balder, de zachtmoedige zoon van Odin, door zijn toedoen stierf. Deze geschiedenis gaat ongeveer als volgt:
Als jonge god wordt Balder al gekweld door allerlei nachtmerries waarin hem zijn dood wordt voorspeld. De Asen weten hier geen raad mee en menen dat de vriendelijke god deze kwelling niet heeft verdiend. Odin trekt naar het dodenrijk om informatie over de zaak in te winnen en krijgt te horen dat zijn zoon op een dag met een tak zal worden gedood door zijn blinde broer Hodr (Höd). In een poging het leven van Balder te sparen trekt Odin’s vrouw Frigg hierna door de negen werelden en laat ieder wezen en voorwerp zweren Balder geen kwaad te zullen doen.
Als dit is gedaan menen de Asen dat Balder volkomen veilig is. Geen levend wezen of voorwerp kan hem immers nog kwaad doen. Om de onschendbaarheid van Balder op de proef te stellen, besluiten de goden een ‘ding’ te organiseren en Balder met allerlei stenen en speren te bekogelen. Anderen slaan hard op hem in met hun zwaard. De zachtmoedige god doorstaat de test glansrijk. Niets kan hem deren. Ook Loki is aanwezig, maar hij voelt geen vreugde. Hij haat Balder vanwege zijn onschuld.

“Ten westen van Walhalla groeit aan een boom een jonge loot, die maretak heet. Die was nog zo jong, dat ik hem geen eed heb laten zweren.” Edmund Mudrak
Loki verlaat hierna snel het paleis, neemt zijn eigen gedaante weer aan en trekt naar de opgegeven plaats, waar hij een stuk maretak van de boom afsnijdt. Hij keert vervolgens terug naar de godenvergadering, waar de goden Balder nog altijd bekogelen met voorwerpen. Alleen Hodr doet niet mee omdat hij geen wapen heeft. Loki doet het voorkomen alsof hij de blinde god een pleziertje gunt en schenkt hem de maretak. Vervolgens helpt hij Hodr de tak hard naar Balder te gooien. De tak doorboort het lichaam van de god, die op slag dood is.
Een reuzin die geen traan wil laten
Als de goden tot de ontdekking komen dat de voorspelling alsnog is uitgekomen en dat het Hodr was die Balder dodelijk trof, zijn ze uitzinnig van verdriet en woede. Die woede is met name gericht op Loki, aangezien duidelijk is dat hij Hodr in staat stelde de gruwelijke daad te verrichten. Hem straffen durven de goden echter niet, aangezien ze zich op een heilige plaats bevinden.

Dit biedt Loki de gelegenheid zijn fout alsnog te herstellen, maar hij kiest anders. De boosaardige god besluit de gedaante aan te nemen van een oude reuzin genaamd Thök. De andere goden menen ondertussen dat dat ze Balder bijna hebben gered van de eeuwige duisternis. De hele wereld huilt namelijk. Maar dan zien ze, in een hoekje van een grot, Thök zitten. De goden sporen de reuzin aan ook om Balder te rouwen. Maar Thök antwoordt:
“Geen traan zal Thök laten
om Odins zoons dood.
Noch in de dood, noch bij het leven
heeft de knaap mij goed gedaan.
Laat Hella houden, wie zij heeft!”
Edmund Mudrak
Straf

Om aan de wraak van de goden te ontkomen bouwt Loki dan een schuilplaats op een hoge berg, vanwaaruit hij de hele omgeving kan overzien. De hut heeft vier deuren die altijd open staan, zodat hij bij gevaar snel de benen kan nemen. Loki heeft bedacht dat hij de gedaante van een zalm zal aannemen als de goden hem proberen te vangen en dat hij zich dan verborgen zal houden bij een waterval in de buurt. De listige god heeft echter één zorg. Hij weet dat de zeegodin Ran een net heeft waarmee ze zeelieden soms naar de diepten van de zee sleurt. Zullen de Asen hem te pakken kunnen krijgen als zij ook zo’n net maken? Om te testen of dit überhaupt mogelijk is, besluit Loki een net te maken van twijndraad.
Vanaf zijn troon (Hlidskjalf) ziet Odin precies waar Loki zich ophoudt. Op een dag komt de oppergod samen met de andere Asen vlakbij de woning van de duivelse god, die op dat moment juist weer werkt aan zijn visnet. Net op tijd ziet Loki de goden aankomen. Snel werpt hij het visnet in het vuur en rent de deur uit. Vervolgens werpt hij zich in de rivier en verandert zichzelf in een zalm.

De Asen brengen hun gevangene, die inmiddels zijn normale gedaante weer heeft aangenomen, naar een duistere grot. Loki moet vervolgens toezien hoe zijn zoon Narfi wordt verscheurd door diens broer Vali, die speciaal voor deze gelegenheid door de goden is veranderd in een wolf. Vervolgens wordt Loki vastgebonden aan drie stenen. Hier worden de darmen van de verscheurde Narfi voor gebruikt. Om te voorkomen dat Loki ooit nog loskomt, veranderen de goden de darmen in ijzer zodra de banden strak zijn aangehaald.

De straf van Loki doet enigszins denken aan de bestraffing van twee figuren uit de Griekse mythologie: Prometheus en Tantalus.
Loki blijft gevangen zitten tot Ragnarok, de eindstrijd tussen ontketende reuzen en goden. Tijdens deze gebeurtenis wordt hij gedood door Heimdall, de wachter der goden.

Nakomelingen
Loki trouwde met de godin Sigyn, die hem twee zonen schonk: de hierboven aangehaalde Narfi en Vali. Een trouw echtgenoot was Loki, die in de mythologie een wat onbestemd geslacht heeft, echter niet. Bij de vrouwelijke reus Angerboda (onheilbrengster) verwekte hij de drie gevaarlijkste monsters van het Noordse universum: Jörmungand (de Midgaardslang die de wereld omringt), Fenrir of Fenrisulven (een reuzenwolf) en Hel of Hella (de godin van de onderwereld). De eerste twee speelden een belangrijke rol in Ragnarok.
Volgens sommige verhalen is Loki ook de vader van Sleipnir, het achtpotige paard van Odin. De god nam hiervoor de gedaante van een merrie aan en verleidde vervolgens de hengst Svadilfari. Enige tijd hierna schonk Loki het leven aan Odin’s mythische paard.

De IJslandse dichter en geschiedschrijver Snorri Sturluson, de belangrijkste bron voor de Noordse mythen, omschrijft Loki in de Edda als…
“…schoon en mooi om te zien, maar met een wrede inborst en een zeer grillig karakter.”
…en:
“…de lasteraar van de Asen en de grote bedrieger.”

De Amerikaanse superheldenserie Loki (2021-2023) van Disney is zeer losjes geïnspireerd op de verhalen over de Noordse god.
Fenrir – Een monsterlijke wolf uit de Noordse mythologie
Bronnen ▼
-Encyclopedie van de mythologie – Adelaïde van Reeth (Tirion) p.151-152
-Noorse mythen en sagen – Edmund Mudrak (Prisma)
-De grote mythologie encyclopedie – Arthur Cotterell e.a. (Veltman) p. 208-209
-Vikingen! – V.T. van Vilsteren red. (Wbooks, 2012) p.71-73
-Mythologie – C.Scott Littleton (Librero) p.307-311
-https://www.dbnl.org/tekst/verm064vana01_01/verm064vana01_01_0040.php
-De Vikingen – Tony Allen p.54