Later deze maand verschijnt bij uitgeverij Boom een bijzondere roman van historicus Jacques Presser. In het boek, getiteld Homo submersus (de ondergedoken man), beschrijft Presser het leven van een onderduiker.
Volgens de uitgever leunt de roman in dagboekvorm zo dicht tegen de werkelijkheid aan, dat deze gelezen kan worden als autobiografie. Jacques Presser (1899-1970) overleefde de oorlog als onderduiker, maar verloor wel bijna zijn gehele familie, onder wie zijn vrouw.
Na de oorlog maakte Presser naam als schrijver en historicus. Veel geroemd is zijn novelle De nacht der Girondijnen, het boekenweekgeschenk van 1957. Een verhaal over een jonge Joodse geschiedenisleraar die in kamp Westerbork een baan krijgt bij de Ordedienst (O.D.) en verscheurt wordt door het feit dat hij, vanwege zijn baan, slachtoffers moet selecteren voor de transporten naar Auschwitz. De nacht der Girondijnen werd in vele talen vertaald. In Engeland verscheen het boek onder de titel Breaking Point.
In opdracht van de regering onderzocht Presser de geschiedenis van de Nederlandse Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit leidde in 1965 tot de publicatie van het tweedelige werk Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945. Hierin wordt de liquidatie van de Nederlandse Joden gedetailleerd beschreven.
Bekend was dat Presser de oorlog zelf als onderduiker overleefde. Betrekkelijk onbekend was dat hij tijdens deze periode een soort dagboek bijhield. Een fictief dagboek, over een 27-jarige ondergedoken Joodse kunsthistoricus. Presser probeerde het werk na de oorlog tevergeefs uit te geven. De afgelopen decennia lag het manuscript van Homo submersus bij nabestaanden van de in 1970 overleden historicus. Slechts weinigen wisten van het bestaan van het manuscript.
Het boek bevat een inleiding van historicus Nico Markus, die lange tijd leraar was aan het Vossius Gymnasium in Amsterdam, waar ook Presser lang les heeft gegeven. Homo submersus verschijnt eind april.