Dark
Light

Megalomane nazi-architectuur op het eiland Rügen

Macht en heerschappij in steen samengebald
16 minuten leestijd
Luchtfoto van de Kolos van Prora, 2020
Luchtfoto van de Kolos van Prora, 2020 (CC BY-SA 1.0 fi - Ralf Roletschek - wiki)

In de Oostzee ligt het grootste Duitse eiland: Rügen. Het eiland is door de eeuwen heen door diverse stammen of heersers bezet geweest. Een Oost-Germaanse stam, een West-Slavische stam, de Deense koning en aan het eind van de Dertigjarige oorlog verviel het eiland aan Zweden, waarna het weer overging naar de Deense koning. Bij het Congres van Wenen kwam het eiland bij Pruisen. Het is een schitterend eiland met een rijk geschakeerde flora en fauna en een aangenaam klimaat met veel zonneschijn.

Rond 1900 nam het reisverkeer naar Rügen sterk toe. Het waren niet alleen de unieke brede zandstranden, het afwisselende landschap, het ongerepte van de (klein)stedelijke- en dorpscultuur, maar vooral ook het gezonde klimaat dat door artsen werd aanbevolen bij kwalen als fysieke uitputting, huidziekten, reuma, migraine en neurotische stressgebonden stoornissen (Neurasthenie). Vooral voor families met kinderen zou een bezoek verkwikkend werken.1

Meerdere badplaatsen werden gesticht en het toerisme nam een grote vlucht. Dat was uiteraard de nazi’s niet ontgaan en Hitler liet zijn oog op het eiland vallen voor de bouw van een immens vakantiehotel voor de arbeidende Duitse “Volksgemeinschaft”. Architect Clemens Klotz kreeg de opdracht voor het ontwerp van het hotel. Het werd een kolossaal megalomaan project. In dit artikel een terugblik op het waarom, hoe en de afloop van dit hotel.

De volksgemeenschap

Nadat Adolf Hitler op 30 januari 1933 tot rijkskanselier was benoemd, twijfelde bijna niemand eraan dat de Weimarrepubliek tot het verleden behoorde. In een gecoördineerd samenspel van terreur en propaganda vestigden de nationaal-socialisten in slechts enkele weken tijd de nagestreefde dictatuur. Slechts enkele Duitsers geloofden dat de Weimarrepubliek, met haar parlementarisme, dat werd gezien als “democratische chaos”, een uitweg zou kunnen vinden uit de wereldwijde economische crisis en de politieke en sociale chaos. Veel Duitsers hoopten dat Hitler zou zorgen voor een terugkeer naar de nationale eenheid en een economische opleving. De machtigingswet van 28 februari 1933, uitgevaardigd een dag na de Rijksdagbrand, schorste politieke basisrechten en veroorzaakte een permanente noodtoestand in het Duitse Rijk. Pas in 1945 werd die opgeheven.

De leiderscultus die halverwege de jaren twintig in de NSDAP ontstond, werd vanaf 1933 het organisatieprincipe van een heel land. Slogans als “Eén volk, één rijk, één leider” versterkten het gemeenschapsgevoel en de identificatie van individuen met het nazisysteem. De door de nationaal-socialisten gepropageerde “Volksgemeinschaft” werd ook door vele Duitsers als zodanig ervaren. Vanaf 1933 drong het nationaal-socialisme door tot in alle domeinen van staat en samenleving. Zij werden onderworpen aan een rigide coördinatie met als doel het openbare en privé-leven te doordringen van de nazi-ideologie. Talrijke nazi-organisaties gaven vorm aan het dagelijks leven van Duitsers van alle leeftijden. In de loop van een “spirituele mobilisatie” zouden ze fervente aanhangers van het regime moeten worden. Beroep, opleiding, afkomst of vermogen zouden niet langer belangrijk moeten zijn voor de beoordeling van een persoon, maar alleen zijn inzet voor de gemeenschap.

Het Duitse Arbeidsfront

Meteen nadat de nationaal-socialisten aan de macht kwamen, verklaarde de leiding van de sociaal-democratische Algemeiner Deutscher Gewerkschaftsbund (ADGB) zich begin februari 1933 politiek neutraal tegenover het naziregime.2 Verreweg de grootste koepelorganisatie van Duitse vakbonden distantieerde zich van de politieke doelstellingen van de SPD om de organisatie te redden en erkenning te krijgen als wettelijke werknemersvertegenwoordiging. De ADGB verwachtte ook dat de nieuwe politieke leiding met een programma zou komen om de werkloosheid te bestrijden. Ondanks het begin van straatterreur door de nationaal-socialisten tegen vakbondsfunctionarissen en het ongeoorloofde ontslag van vakbondsondernemingsraden, nam de ADGB in 1933 graag deel aan de viering van “Nationale Dag van de Arbeid”.

Voor het eerst werd voldaan aan een langverwachte eis van de vakbonden: 1 mei werd uitgeroepen tot feestdag met loondoorbetaling. Honderdduizenden arbeiders stroomden enthousiast naar de evenementen van de NSDAP. Ze hoopten dat aan verdere sociale eisen zou worden voldaan.

Robert Ley
Robert Ley (Bundesarchiv, Bild 183-2008-0922-501 / CC-BY-SA 3.0)
De volksgemeenschap en arbeidersvriendelijkheid die de NSDAP met massabijeenkomsten suggereerde, eindigde een dag later in een ramp voor de ADGB. Tegelijk met de voorbereidingen voor de 1 mei-viering, startte het “Actiecomité ter bescherming van het Duitse werk” onder leiding van Robert Ley de afschaffing van de vakbonden in opdracht van de NSDAP. Om hun heerschappij te consolideren, stond het vernietigen van de organisatiestructuren van vakbonden centraal. Hierin lag een aanzienlijk potentieel voor sociaal-democratisch verzet. Op 2 mei 1933 bezetten leden van onder meer de Sturmabteilung (SA) ​​in een nauwkeurig voorbereide actie, de kantoren, banken en redacties van de in de ADGB georganiseerde vrije vakbonden. Vooraanstaande functionarissen werden in “beschermde hechtenis” genomen en het vermogen van de vakbonden werd geconfisqueerd. De overige medewerkers werd gevraagd om loyaal te blijven werken onder nationaal-socialistische commissarissen.

Eind juni 1933 werden de andere twee grote vakbonden, de Deutsche Gewerkschaftsbund (DGB) en de Hirsch-Dunckerschen Gewerkvereine, met geweld opgenomen in het nieuw opgerichte Duitse Arbeidsfront (DAF), met haar bijna twintig onderafdelingen.3 Er waren geen vrije vakbonden meer. Het hoge doel van het Duitse Arbeidsfront was om alle Duitsers die werkten, op te leiden tot nationaal-socialist. Alles voor het welzijn ván de volksgemeenschap of voor de controle óver de volksgemeenschap. Een van de onderafdelingen was de op 27 november 1933 opgerichte vrijetijdsorganisatie “Kraft durch Freude” (Kracht door Vreugde).

Kraft durch Freude (KdF)

“Kracht door Vreugde” (KdF) was de vrijetijdsorganisatie van de nazi’s. Leden van het Duitse Arbeidsfront werden automatisch lid van KdF. Dit gold niet alleen voor individuele deelnemers, maar ook voor verenigingen, steden, dorpen en andere georganiseerde verbanden. Een van de belangrijkste taken was – naast het vormen van een nationaal-socialistische maatschappijordening – het organiseren van reizen voor arbeiders en andere werknemers. Verder stonden er tentoonstellingen, theater, zwemlessen en handwerkavonden op het programma die druk werden bezocht: tot 1938 trok dit 38 miljoen bezoekers. Het werd één van de populairste organisaties in het nazi-rijk.

Tennisgymnastiek als onderdeel van KdF
Tennisgymnastiek als onderdeel van KdF (Bundesarchiv, Bild 146-1987-085-21 / CC-BY-SA 3.0)

Als rolmodel voor de organisatie diende de Italiaanse vrijetijdsorganisatie onder leiding van Benito Mussolini. Robert Ley, die na de machtsovername door de nazi’s in 1933 hoofd van het Duitse Arbeidsfront werd, had kennis gemaakt met de vrijetijdsorganisatie in het fascistische Italië. Terwijl arbeiders in de Weimarrepubliek over het algemeen een vakantierecht hadden van acht tot twaalf dagen, was het plan van de nazi’s dit te verhogen naar veertien tot eenentwintig dagen. Dit vond overigens geen algemene ingang. Wel was sprake van een verbetering van vakantieregelingen, maar toch had slechts 7,5 procent van de arbeiders meer dan twaalf dagen vakantie per jaar. Bij vakantiereizen van meer dan twaalf dagen (zeecruises) werden soms extra dagen door bedrijven toegekend. Van een recht van de arbeider op vakantie, in de zin van vrij beschikbare tijd, kon geen sprake zijn. Met het recht op vakantie moest een “zinvolle invulling” daaraan worden verbonden. De vrije tijd moest dienen om het Duitse volk in nationaal-socialistische zin op te voeden. Uiteindelijk zat het idee van oorlogsvoorbereiding achter de promotie van de vrijetijdsorganisatie KdF, want alleen een gezond volk was in staat oorlog te voeren. Tegelijkertijd moest de arbeidsproductiviteit die nodig was voor de herbewapening, worden verhoogd zonder noemenswaardige loonsverhogingen. Dit zou de vraag naar consumentengoederen maar verhogen en dus ten koste gaan van de oorlogsproductie.

KdF-evenementen moesten dienen om de werkprestaties te verhogen, waaronder ook de verbetering en verfraaiing van werkplekken met kantines, sportfaciliteiten of groene ruimten. De KdF-organisatie, die toegang bood tot voorheen burgerlijke privileges, diende uiteindelijk het idee van een klasseloze samenleving in de zin van de nationaal-socialistische gemeenschap.4

KDF-schip Robert Ley op een Duitse kaart uit 1939
KDF-schip Robert Ley op een Duitse kaart uit 1939

Reizen

De georganiseerde reizen behoorden onder de Duitse bevolking tot de populairste activiteiten van KdF. Hiervoor was het “Bureau voor Reizen, Wandelen en Vakanties”, verantwoordelijk. Dit bureau organiseerde tussen 1934 en het begin van de oorlog in 1939 vakantiereizen voor zeven miljoen toeristen. KdF was daarmee uitgegroeid tot de grootste touroperator ter wereld.

Dagtochten en wandelingen vormden het leeuwendeel. Toeristen werden meestal per trein of bus naar hun bestemming vervoerd. Speciale KdF-treinen reden regelmatig van Berlijn naar Opper-Beieren of de Oostzee.

Reizen was niet langer voorbehouden aan een bevoorrechte klasse, maar betaalbaar voor iedereen. Een korte reis was al beschikbaar voor vijf Reichsmark. Met een gemiddeld maandloon van 150 Reichsmark was dit zeer goed te doen. Het kleinste deel van de georganiseerde reizen bestond uit cruises op eigen KdF-schepen. Al in 1937 kon KdF negen schepen inzetten. Twee schepen lagen nog op de werf en zouden in maart 1938 (Wilhelm Gustloff) en april 1939 (Robert Ley) worden opgeleverd.

Schilderij van Vladimir Kosov over de ondergang van de Wilhelm Gustloff
Schilderij van Vladimir Kosov over de ondergang van de Wilhelm Gustloff (CC BY-SA 4.0 – Vladimir Kosov – wiki)

De droom van betaalbaar cruisen leek voor alle lagen van de bevolking binnen bereik. Met een uitgedokterd reis-spaarprogramma, werden reisprogramma’s opgezet. De eigen KdF-zeeschepen brachten vakantiegangers naar Noorwegen, Madeira of Italië, dat wil zeggen naar landen die een fascistisch regime kenden of Duitsland nog gunstig gezind waren. Toch waren dit soort zeereizen vooralsnog alleen bereikbaar voor loyale nazi-leden of rijke “kameraden van het volk” die zich voor 120 Reichsmark een cruise konden veroorloven. Maar in de herfst van 1939 maakte het uitbreken van de oorlog een abrupt einde aan alle cruise-dromen. De KdF-schepen werden omgebouwd tot troepentransportschepen, hospitaalschepen en marineschepen. Veel van de schepen kwamen op bittere wijze aan hun einde in de Tweede Wereldoorlog.5 Dieptepunt was wel het tragische lot van de getorpedeerde Wilhelm Gustloff.

Tot 1939 verkocht KdF 43 miljoen reizen, overwegend dagtochten. Zeven miljoen meerdaagse vakantiereizen werden in vijf jaar verkocht, waarvan in totaal 690.000 zeereizen naar Noorwegen, Madeira en Italië.

VW Kübelwagen
VW Kübelwagen (CC BY-SA 2.5 – Darkone – wiki)
Vanaf 1938 kon men niet alleen sparen voor reizen, maar ook voor de aankoop van een Volkswagen (VW). De geïnteresseerde kocht elke week spaarzegels tot de koopsom van 990 Rijksmark was bereikt. Twee jaar later hadden reeds 300.000 potentiële kopers meer dan 280 miljoen Rijksmark gespaard, waarvoor ze nooit een auto hebben gekregen. De nieuw gebouwde VW-fabriek bij Fallersleben produceerde alleen nog voertuigen voor het leger, de zogenaamde “Kübelwagen”, een terreinwagen die dezelfde taak had als de “Jeep” bij de geallieerden.6

Korte trips in het binnenland waren erg populair bij de Duitsers. Al in 1935 oversteeg de vraag de capaciteit van de eigen KdF-vakantiehuizen. Daarom besloot Hitler de KdF-organisatie opdracht te geven om KdF-hotels en een ​​vijftal vakantiecentra aan de Oostzee te bouwen. Robert Ley, hoofd van het Duitse Arbeidsfront, wilde identieke complexen opzetten in Prora, Timmendorfer Strand, Kolberg/Pommeren en Oost-Pruisen in het huidige Polen. Met uitzondering van Prora zijn ze vanwege de oorlog nooit verder gekomen dan de planningsfase.

De badplaats Prora op het eiland Rügen, was de eerste van de vijf geplande grote vakantiecentra. Hier moest een immens hotel met zes verdiepingen komen waar duizenden toeristen tegelijkertijd konden vertoeven.7 In een vast dagprogramma zou onder meer gezamenlijk ochtendgymnastiek bedreven, gegeten, gebaad en gezond moeten worden.

”De Duitsche Mensch moest in nationaal-socialistische eenheidszin worden opgevoed.”

Zeezijde van een deel van het complex, 2004
Zeezijde van een deel van het complex, 2004

Prora

Een kazerne-achtige kolos strekt zich uit over vierenhalve kilometer langs de baai van Prora. Op verzoek van Hitler moest hier in het oosten van het eiland Rügen een enorme badplaats worden gebouwd. Het idee van de nationaal-socialistische leiding: 20.000 Duitsers zouden, tegelijkertijd in Prora op Rügen, goedkope all-inclusive vakanties moeten kunnen vieren. De normale burger moest vakantie en vrije tijd worden geboden, wat tot dan toe alleen voor de elite was weggelegd. Robert Ley, die verantwoordelijk was voor de bouw van de badplaats, zei in 1935:

“Als we erin slagen (…) elke Duitser eens per jaar ‘op adem te laten komen’, dan beweer ik dat de effectieve productiviteit van de creatieve mens niet niet meer zal liggen op veertig jaar, maar op zeventig jaar.”

Bovendien moest de weerbaarheid van de Duitsers worden gesterkt voor de komende oorlog. Adolf Hitler:

“Ik wil dat de arbeider voldoende vakantietijd krijgt en dat er alles aan wordt gedaan om hem in deze vakantietijd van een echte ontspanning te laten genieten. Dat wens ik, want alleen met een volk dat weerbaarheid en mentale kracht bezit en de moed erin houdt, kun je echt grote politiek bedrijven.”

Prora. De situatie in 1945 vergeleken met die in 2009
Prora. De situatie in 1945 vergeleken met die in 2009 (CC BY-SA 3.0 – Presse03 -wiki)

Megalomane bouw

Op Rügen werd de “droom voor allen” verwerkelijkt. Elke zeven à tien dagen zouden 20.000 Duitsers in de badplaats in 10.000 kamers moeten worden ondergebracht. Het seizoen moest worden verlengd tot acht maanden of langer, zodat jaarlijks meer dan 500.000 Duitsers naar Prora konden komen.

Het plan van de Keulse architect Clemens Klotz uit 1935 kwam het dichtst in de buurt van de eisen van Hitler. Een vakantiecomplex voor 20.000 mensen was in 1936 een tot dan toe ongekende concentratie van een enorme omvang. Klotz plande de infrastructuur van een kleine stad – inclusief een energiecentrale, ziekenhuis, school, een treinstation tussen Binz en Lietzow, een garage voor drieduizend voertuigen, winkels, postkantoor, acht eetzalen waarin in een soort ploegendienst, negenhonderd gasten per keer konden eten. Voor ontspanning waren er verder nog kegelbanen, biljartzalen, leeszalen en een bioscoop. Een radiostation in de badplaats zou de toespraken en muziek van de Führer via luidsprekers rechtstreeks in de woonruimten moeten brengen. Ook zou er een feesthal met 20.000 zitplaatsen en een festivalterrein van 400.000 m². worden gebouwd.

Klotz tekende in zijn plannen verder een golfslagbad van 40 bij 100 meter, een 85 meter hoge toren met een hooggelegen café voor tweehonderdvijftig personen, restaurants, een theater en een bioscoop. Elke kamer moest tien vierkante meter groot zijn en eenvoudig ingericht, met maximaal drie bedden, een kledingkast en een wastafel met warm en koud stromend water. De kamers werden voorzien van centrale verwarming, geen vanzelfsprekendheid bij toenmalige vakantiehotels. De kamers werden deels door deuren met elkaar verbonden, zodat ook families met kinderen konden worden ondergebracht. Douche en wc bevonden zich in de op het land gerichte trappenhuizen. Alle vakantiegangers moesten genieten van hetzelfde uitzicht op zee. De verblijfskosten zouden slechts 2 Rijksmark per dag bedragen, hierin inbegrepen nevenkosten als verblijfsbelasting, strandstoel, badpak, handdoek, enzovoort. Tweeduizend werknemers moesten in extra gebouwen worden ondergebracht.

Kopie van een Prora-kamer in de Kraft durch Freude-tijd
Kopie van een Prora-kamer in de Kraft durch Freude-tijd (CC BY-SA 3.0 – Schramme – wiki)

Tegen een dergelijk enorm project bestonden wijdverbreid wel bezwaren vanwege de verwachte massale toeloop van toeristen. Om deze vrees te ontkrachten benadrukten bijvoorbeeld journalisten in hun rapportages hoeveel ruimte de individuele vakantieganger aan het strand en in de bossen wel niet had. Rekenvoorbeelden over het aantal vierkante meters per toerist werden in kranten getoond. Het gebied waar het complex was gepland was een ongerept natuurgebied. Een plaats Prora bestond niet, het was slechts de naam van een beboste heuvelrug die parallel aan de kust liep. Het stuk grond werd van de eigenaar, Malte von Veltheim, vorst van Puttbus, op 30 juli 1935 overgenomen.

Op 2 mei 1936 legde Robert Ley, hoofd van het Duitse Arbeidsfront, de eerste steen in aanwezigheid van de top van het leger en 15.000 belangstellenden. De datum had met het begin van de bouw weinig van doen. De datum was ideologisch gekozen omdat dit de dag was waarop de vakbonden op 2 mei 1933 buiten spel waren gezet. Aansluitend begon tussen 1936 en 1938 de bouw op de enorme bouwplaats van Prora. Een model van het KdF-project werd op de wereldtentoonstelling/architectuur in Parijs in 1937 gepresenteerd. Het project baarde groot opzien en won een grote prijs.

De grootste Duitse bouwbedrijven, met hun circa vijftig onderaannemers, werden ingeschakeld en men trok duizenden arbeiders aan die in barakken werden ondergebracht. Ontelbare hoeveelheden grondstoffen en materialen werden aangevoerd. Bijkomend voordeel was dat in 1936 de Rügendamm tussen het vaste land en het eiland werd opgeleverd, de eerste vaste verbinding. Door de goede coördinatie en door de wedijver onder de bouwfirma’s lag het bouwtempo zeer hoog. In slechts zeventien maanden tijd werden de casco’s van alle acht blokken met tussenruimtes voor “gemeenschapshuizen” gebouwd. Ook werden delen van een restaurant, een bioscoop, een theater, toegangswegen, een spoorlijn, een strandpromenade en een aanlegsteiger voor zeeschepen gebouwd. Op 1 augustus 1937 werden de eerste ansichtkaarten met het poststempel “KdF – Seebad Rügen” door het nieuwe postkantoor verzonden.

Foto gemaakt tijdens de bouw van KdF - Seebad Rügen
Foto gemaakt tijdens de bouw van KdF – Seebad Rügen, 1937 (Bundesarchiv, Bild 183-2008-0118-500 / CC-BY-SA 3.0)

Macht en heerschappij

De nationaal-socialisten zagen in de architectuur een uitstekend middel ter bevestiging van hun autoriteit en om de massa’s daarmee te beïnvloeden. Ze beschouwden architectuur als een kans op blijvende aandacht voor hun ideologie. De architectuur moest een nationaal-socialistische, “nieuwe Duitse bouwkunst” worden en de gebouwen zelf moesten macht en aanspraak op een eeuwige dominantie uitstralen. De nationaal-socialistische ideologie “moest in de stenen zitten” en de “scheppende kracht en ware expressie worden van de Duitse ziel”.8

Jürgen Rostock van het Prora Documentatiecentrum zei over de drukke bouwwerkzaamheden:

“Al snel bleek dat er voorafgaand aan de oorlog niet genoeg tijd was om een ​​gebouw van deze omvang te voltooien. Vanaf dat moment waren de bouwwerkzaamheden puur een propagandamiddel. De Duitse arbeiders moest worden getoond wat de nazi-staat voor hen deed.” 9

Vanaf 1938 dwong de oorlogseconomie van Duitsland tot spaarzaamheid, ook in Prora. In 1939 stopten de bouwvakkers abrupt met hun werk. Ze waren nodig voor de bouw van de testlocatie voor raketten op Usedom en voor het militair onderzoekscentrum Peenemünde.

In september 1939 was de oorlog begonnen; na de door de nationaal-socialisten geplande “eindoverwinning” zou Prora worden voltooid.

Panorama-foto van de landzijde van een van de blokken van ‘KdF-Seebad Prora’
Panorama-foto van de landzijde van een van de blokken van ‘KdF-Seebad Prora’ (CC BY-SA 3.0 – Dr. Schorsch – wiki)

Hitler had aangekondigd dat badplaats Prora “in geval van oorlog” ook dienst zou doen als militair hospitaal. Dwangarbeiders uit Rusland, Polen, Tsjechië en Frankrijk brachten voorlopige verbeteringen aan in het casco van het gebouw. De arbeiders werkten onder erbarmelijke omstandigheden.

Het feestterrein, de zwembaden en de feesthal werden nooit gebouwd. Een deel van het complex werd daadwerkelijk gebruikt als militair hospitaal, maar pas in 1944. Tegelijkertijd werden families uit het gebombardeerde Hamburg in het complex ondergebracht. Tegen het einde van de oorlog vonden ook voor de Russen vluchtende Duitsers uit het oostelijke deel van Duitsland onderdak.10

Militaire zone

Aan het einde van de oorlog interneerden de Sovjetbezetters de door de hen onteigende landeigenaren uit Thüringen in Prora. Na de Duitse deling maakte het eiland Rügen deel uit van de Duitse Democratische Republiek. In 1947 deed het complex dienst als een soort “steengroeve”; de bouwmaterialen werden op grote schaal geplunderd. Sommige Rüganers bouwden hele huizen van Prora-stenen in Bergen, de grootste stad op Rügen. Na een ongeluk tijdens plunderingen bliezen de Sovjets een deel van de faciliteit aan de zuidkant op. In 1949 verklaarde de DDR Prora-complex tot militair gebied. De verdere uitbouw ervan gebeurde amateuristisch en niet volgens de oorspronkelijke plannen.

Zicht op een gang in het Prora-complex
Zicht op een gang in het Prora-complex (CC BY-SA 3.0 – Schramme – wiki)

Het Nationale Volksleger (NVA) van de DDR verplaatste begin jaren zestig een deel van hun troepen naar Prora. Hier waren vooral gewetensbezwaarden, de zogenaamde “bouwsoldaten”11, gelegerd. Vanaf de jaren zestig vonden militaire opleidingscentra zoals de “Militaire Technische Onderofficiersschool” hun plek in Prora. Ook bevond zich in het complex een militaire officiersschool. Hierover is weinig bekend. De school had een bijzondere status omdat hier buitenlandse officieren uit elf landen hun opleiding genoten; officieren van bevriende socialistische staten en bevrijdingsbewegingen als Nicaragua, Vietnam Congo, Laos, Cambodja, Libië en landen uit het Midden-Oosten. Verder onder andere de PLO. De militairen kregen bevel buiten het complex alleen in burgerkleding rond te lopen en zich voor te doen als eenvoudige studenten.12

In de jaren tachtig was Prora de grootste werkplaats voor bouwsoldaten in de DDR. Er waren ook 10.000 soldaten van tank-, artillerie- en parachutisteneenheden. Op het hoogtepunt bood Prora onderdak aan 15.000 man tegelijk.

In de zuidelijke delen van het complex gingen officiersfamilies op vakantie in het “Walter Ulbricht Huis”. In de verwoeste panden in het noorden oefenden politie, brandweer en het Rode Kruis in stedelijke oorlogvoering en civiele bescherming. Na de opheffing van het Oost-Duitse leger in 1990 ging het complex voor twee jaar naar de Bundeswehr.13

Wat te doen met de nazi-erfenis?

Het Prora-complex is sinds 1992 weer toegankgelijk voor publiek. Naast het “Reichsparteigelände” in Neurenberg is het een van de grootste architectonische nazi-erfenissen in Duitsland. De Bondsrepubliek, eigenaar van het complex, had aanvankelijk geen veelbelovende concepten voor wat ze met het gigantische gebouw moesten doen. Pogingen om het hele gebouw te privatiseren mislukten. In 1994 werd Prora onder monumentenzorg geplaatst. Het complex wordt vandaag de dag gebruikt op een manier die voor veel mensen controversieel is: de blokken I, II, III, IV, V werden in 2004 geveild onder particuliere vastgoedinvesteerders en vervolgens verbouwd tot vakantieappartementen. In 2011 werd het voormalige Blok V (bouwsoldatenblok) de “langste jeugdherberg ter wereld” met 424 bedden en 250 tentplaatsen.

Gerestaureerde woonblokken van 'KdF-Seebad Prora'
Gerestaureerde woonblokken van ‘KdF-Seebad Prora’ (CC BY-SA 4.0 – Vincent Eisfeld – wiki)

Tegenwoordig kan men tijdens een uitgebreide tocht door Prora wandelen en nog altijd huiveren bij de monsterlijke afmetingen van dit complex. Het “Documentatiecentrum Prora”, naast het voormalige theatergebouw, biedt een permanente tentoonstelling, evenals een aantal speciale tentoonstellingen, evenementen, rondleidingen op het complex, educatieve aanbiedingen en een leescafé om te vertoeven. Hier kan men een overzicht krijgen van de “Colossus van Prora”.

Dat kan ook in het centrum naast de jeugdherberg in Blok V. De tentoonstelling “Prora – meer dan alleen een mooi strand 1933-1946” is ontwikkeld als onderdeel van een project met leerlingen van het Ernst-Moritz-Arndt-Gymnasium in de stad Bergen/Rügen. Het geeft een overzicht van hoe het complex in Prora tot stand kwam en hoe het tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt. De kleine tentoonstelling “Prora na 1945” documenteert de naoorlogse geschiedenis van Prora en de transformatie tot een van de grootste militaire bases in de DDR.14

~ Albert J.Vinke

Noten

1 – Leube, A. Geschichte Rügens. In: geschichte.ruegens.de
2 – ADGB is de Algemene Duitse Vakbondsfederatie
3 – Scriba, A. Die Zerschlagung der Gewerkschaften. In: Deutsches Historisches Museum, 22 juni 2015 (www.dhm.de)
4 – Jüllig, C. Die NS-Gemeinschaft “Kraft durch Freude” (KdF) In: Deutsches Historisches Museum (www. dhm.de), 16 september 2015.
Brosowski, G. Die Nationalsozialistische Gemeinschaft “Kraft durch Freude” und das erste “KdF”-Seebad Prora auf Rügen, Universiteit Göttingen, z.j.
5 – Kaufmann, S. Kaft durch Freude. In: planet-wissen.de, 10 oktober 2019
6 – Jüllig, C. Die NS-Gemeinschaft “Kraft durch Freude” (KdF) In: Deutsches Historisches Museum (www. dhm.de), 16 september 2015
7 – Kaufmann, S. Kaft durch Freude. In: planet-wissen.de, 10 oktober 2019
8 – Brosowski, G. Die Nationalsozialistische Gemeinschaft “Kraft durch Freude” und das erste “KdF”-Seebad Prora auf Rügen, Universiteit Göttingen, z.j.
9 – Seesing, A. Hitlers Seebad Prora, In: planet-wissen.de, 14 september 2021
10 – Idem
11 – Bouwsoldaten waren dienstplichtigen die weigerden gewapend dienst te doen. Zij werden ingezet als soldaten belast met bouwvakkerstaken. Op de schouderepauletten droegen zij een figuur met een schop. Overigens was dit het enige land in het Oostblok waar dit werd toegestaan.
12 – Bron: Wolschner, K. “Sprengen gehört dazu – wie der Topf in die Küche, taz. am Wochenende, 25 augustus 1990. (www.taz.de)
Op het archief van deze militaire hogeschool rust nog immer een embargo en is aangemerkt als geheim. Bron: Offiziershochschule Prora, www.deutsche-digitale-bibliothek.de
13 – Seesing, A. Hitlers Seebad Prora, In: planet-wissen.de, 14 september 2021
14 – Nieswandt, H. Zeitreise nach Prora – was aus dem gigantischen Nazi-Seebad wurde. In: meckpomm.de

Albert J. Vinke is luitenant-kolonel b.d. van de Koninklijke Luchtmacht. Hij heeft meerde functies in binnen- en buitenland bekleed, onder andere als militair waarnemer van de UNO in Libanon, Syrië en Israël en op de USAF Airbase Ramstein. Hij studeerde geschiedenis aan de Noordelijke Leergangen en aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×