Historici letten vanouds op de interactie van culturen: wereldgeschiedenis is een achttiende-eeuws genre dat in de tijd van de Dekolonisatie de wind in de zeilen kreeg. Als zodanig is het vieux jeu. Het actuele, nog nauwelijks verkende front in de wetenschap is nu de herijking van de hermeneutiek (studie van de interpretatie van teksten, red.), noodzakelijk geworden door het inzicht dat mensen en ideeƫn hypermobiel zijn geweest. Evengoed zijn culturele contacten leuk voor blogjes, en vandaag gaan we naar de Filipijnen.
De Grote Ontdekkingen
Maar eerst iets anders. In 1488 rondde Bartolomeu Dias Kaap de Goede Hoop en zoān tien jaar later bereikte Vasco da Gama India. Zo vond Europa aansluiting bij de handelsnetwerken rond de Indische Oceaan. Uiteraard waren er concurrenten: de handel met het Sultanaat Gujarat was tot dan toe een monopolie geweest van de Mamlukken uit Egypte, maar in 1509 maakten de Portugezen daarmee korte metten.
In de tussentijd had Christoffel Columbus de transatlantische zeeroute opengelegd. Hij nam een flinke hoeveelheid ziektekiemen mee naar de Nieuwe Wereld, zodat duizenden mensen stierven. Daardoor kon het kleine leger van HernƔn CortƩs, bijgestaan door de Tlaxcalteken, in 1521 een einde maken aan het verzwakte rijk van de Azteken.
Enkele jaren eerder, in 1513, was Vasco NĆŗƱez de Balboa de landengte van Panama overgestoken. De Europeanen stonden nu aan de Stille Zuidzee. Het was onvermijdelijk dat ze ook die zouden verkennen. In het jaar waarin Cortes Tenochtitlan verwoestte, bereikte FernĆ£o de MagalhĆ£es de Filipijnen. Niet veel later stichtten de Spanjaarden daar, op het eiland Luzon, een kolonie. Zo kwamen de Europeanen van twee kanten tegelijk richting Zuidoost-AziĆ«.
Brunei
Zoals de Portugezen, om handel te drijven met Gujarat, oorlog hadden moeten voeren met de Egyptische Mamlukken, zo werden de Spanjaarden op de Filipijnen geconfronteerd met het Sultanaat Brunei, in het noorden van Borneo. Verder waren er Japanse piraten. Die bedreigden de Spaanse koloniale dominantie niet wezenlijk, maar Brunei deed dat wel. Het stadstaatje had koloniale ambities richting Filipijnen en beschikte over kanonnen.
De Spanjaarden bereidden de expeditie naar Brunei zorgvuldig voor. Om zeker te zijn van goddelijke steun, nodigde gouverneur Francisco de Sande in 1577 missionarissen uit naar de Filipijnen. Militaire bijstand kwam uit Spaans Mexico: Spaanse soldaten natuurlijk, alsmede wapens, goud en 200 man die in de bronnen worden aangeduid als Indianen. Het moet gaan om Azteken. Preciezer kunnen we niet zijn, maar misschien herkennen we hier de opvolgers van de roemruchte Adelaar-krijgers of de Jaguar-krijgers. Verder beschikte De Sande over zoān 1500 Filipinoās en 300 mensen uit Borneo.
In 1578 verklaarde De Sande de oorlog aan sultan Saiful Rijal (r.1530-1581). Die beschikte over een al even gevarieerd leger, waarin behalve soldaten uit Brunei ook huurlingen vochten, gerekruteerd uit alle landen rond de Indische Oceaan: mannen van de Malabar-eilanden, Afrikanen van de Somalische en Swahilische kusten, en Indiƫrs uit Gujarat. Onder die laatsten bevonden zich soldaten uit het huidige Pakistan, Mamlukisch Egypte en Ottomaans Turkije.
Het Spaanse leger ā we zullen het maar Spaans noemen, al waren de meeste soldaten dus Filipinoās ā baande zich een weg door het oerwoud en bereikte de residentie van de sultan. Verraders lieten de Spanjaarden binnen in de stad. Bij het plunderen ging de moskee in vlammen op. Een epidemie onder de Spanjaarden stelde de sultan in staat de bezetters te verjagen, maar evengoed zag hij verder af van expansie naar de Filipijnen.
Oorlog op Luzon
Vergeleken met de expeditie naar Brunei, was de oorlog tegen de Japanse piraten minder ingrijpend. Het ging om zogeheten ronin: samoerai-krijgers die, zonder meester, voor zichzelf waren begonnen en een fort hadden gebouwd aan de noordkust van Luzon. De Spaanse gouverneur van de Filipijnen, inmiddels Gonzalo Ronquillo, liet de bestrijding over aan een ondergeschikte, Juan Pablo de CarriĆ³n. Die had aan veertig Spaanse soldaten genoeg en vulde dat aan met Filipinoās, Azteken en BorneoĆ«rs, met wie ervaring was opgedaan tijdens de expeditie naar Brunei.
De Japanners sloegen de eerste Spaanse aanval af; De CarriĆ³ns manschappen moesten zich terugtrekken op rivierboten (de sampans die u kent uit Suske & Wiske). Alleen de aankomst van versterkingen redde de aanvallers van hun ondergang, en nu waren het de piraten die zich moesten terugtrekken. De Spanjaarden rukten op naar het fort, stelden hun geschut op, begonnen de beschieting, sloegen Japanse aanvallen af en veroverden het fort.
Tot zover deze koloniale oorlog. Zomaar een detail uit de complexe samenhangende wereldgeschiedenis. Theoretisch weet ik wel dat culturen contact hadden. De Karthager Hanno bereikte Nok-Nigeria, keizer Augustus ontving een gezantschap uit India, kalief Haroen ar-Rasjid deed een olifant cadeau aan Karel de Grote. Maar dit soort contacten blijven mij verbazen ā zoals het feit dat op Luzon ooit, in 1582, Azteken hebben gevochten tegen samoerai.