Dark
Light

Opstand en oorlog in de Republiek

Auteur:
4 minuten leestijd
Prins Frederik Hendrik bij de inname van 's Hertogenbosch
Frederik Hendrik en Ernst Casimir bij het Beleg van ‘s-Hertogenbosch, 1628 – Paulus van Hillegaert, ca. 1630

Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) vatte tien jaar geleden het plan op om een serie uit te brengen over de Nederlands krijgsgeschiedenis. Bij Boom Uitgevers is in 2013 deel 1 verschenen, dat de militaire en strategische aspecten van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) onder de loep neemt. Het is een prachtig boek geworden.

Fort Rammekens – Foto: FortRammekens.nl
Centraal in het boek staan de karakteristieken en drijfveren van het militaire optreden van de Nederlandse krijgsmacht ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog, met als leidende vraag of in deze periode een militaire revolutie plaatsvond. Het boek is geen slagveldanalyse, maar legt de klemtoon op oorlogsvoering als maatschappelijk verschijnsel. Het nieuwe van dit boek is dat zowel de landmacht als de marine in één naslagwerk behandeld worden; eerder gebeurde dit alleen in afzonderlijke studies.

De auteurs hebben gekozen voor een tweedeling. De periode 1566-1588 staat centraal in deel 1 en betitelen zij als “De Opstand”, terwijl pas daarna – van 1588-1648 – van een “Geregelde oorlog” gesproken kan worden. Elk van deze delen bestaat uit één chronologisch en twee thematische hoofdstukken.

Trace italienne

Het eerste thematische hoofdstuk beschrijft het centralisatieproces in de Nederlanden vanaf de vijftiende eeuw onder Filips de Goede, Karel de Stoute, Maria van Bourgondië, Filips de Schone en Karel V. In militair opzicht ligt het accent hier op onder meer de innovatieve en koortsachtige fortenbouw (de trace italienne) in de Habsburgse Nederlanden ten tijde van Karel V en de bouw van een kustverdediging die liep van Delfzijl tot Duinkerken. Uit dit tijdvak stamt onder meer het bekende fort Rammekens bij Vlissingen (Walcheren).

Hoofdstuk twee is chronologisch opgezet en behandelt onder meer de militair-tactische of strategische aspecten van de Beeldenstorm (1566), de komst van Alva (1567, hij was een groter strateeg dan Willem van Oranje), de watergeuzen, de Pacificatie van Gent (1576) en het beleg van Antwerpen (1584-1585). Met name deze laatste gebeurtenis was voor de gewesten in het noorden van de Nederlanden van blijvend belang, omdat veel zuiderlingen na de val van Antwerpen naar het noorden migreerden. Zodoende importeerden zij veel kennis en kapitaal, die mede de Gouden Eeuw mogelijk hebben gemaakt.

Vlissingse kaperschepen op de rede van hun thuishaven – Cornelis Louw, ca. 1715 (Maritiem muZEEum, Vlissingen)

Booming business

Hoofdstuk drie analyseert het optreden van het leger en de vloot van de Nederlandse opstandelingen. Aan de orde komen onder meer de vroegmoderne tactiek van belegeren en de veldslagen. Opmerkelijk genoeg verloren de opstandelingen in de beginjaren van de oorlog liefst 8 van de 9 veldslagen van de Spanjaarden.

Verder krijgen hier wapens, slagorden en de Zeeuwse kaapvaart ruime aandacht. De Zeeuwen begonnen in 1572 met gerichte kaapvaart tegen Spanje, waren daarin uiterst succesvol en kregen veel lokale en landelijke belangstelling. Aldus de auteur:

In een zeer korte tijd werd het Zeeuwse kaapvaartbedrijf een booming business. De Zeeuwse elite was hierin sterk geïnteresseerd.

Het vierde hoofdstuk gaat over de organisatie en financiering van de troepen van de opstandelingen. Financiering was een serieus probleem voor de manschappen onder Willem van Oranje. Al na een paar maanden oorlogsvoering kreeg Oranje te maken met een leegrakende geldkist. Een probleem hierbij was dat het leger uit (deels Duitse) huurlingen bestond, die gingen muiten en plunderden als ze geen soldij kregen en dan geen onderscheid maakten tussen Spaansgezinde en Oranjegezinde steden en dorpen.

Miniatuurpoppetjes

Deel 2 begint (in hoofdstuk vijf) met het jaar 1588, dat de auteurs aanmerken als waterscheiding. Vanaf dat moment genoot het veroveren van de zuidelijke Nederlanden niet langer meer prioriteit, maar de overlevingsstrijd van de Republiek als geheel. In dat jaar besloten de Nederlanden als Republiek verder te gaan en dus geen – bijna onvindbare – opvolger te kiezen voor de in 1584 vermoorde Willem van Oranje.

Vanaf ongeveer 1588 begon een succesvol tegenoffensief. Filips II raakte namelijk in 1589 in oorlog met de Franse protestanten en trok diverse legereenheden uit de Nederlanden terug. Rond 1597 veranderde de Opstand in een ‘geregelde oorlog’ en verschoof het momentum van Spanje naar de Republiek.

De Tachtigjarige Oorlog – Van opstand naar geregelde oorlog
Het boek sluit af met een hoofdstuk over de oorlogsvoering te land en ter zee in het tijdvak 1588-1648. Boeiend is hier de analyse van de militair-tactische revolutie die plaatsvond onder prins Maurits en Willem Lodewijk. Zij voerden een wetenschappelijke benadering van oorlogvoeren in, geïnspireerd door de filosofie van Justus Lipsius. Centrale aandachtspunten vormden een ijzeren vechtdiscipline, het voorspellen van veldslagen via een namaakslagveld met miniatuurpoppetjes en de ontwikkeling van effectief salvovuur. Met name het laatste bleek van cruciaal belang, omdat de legers van de opstandelingen nu hun artillerie veel succesvoller konden inzetten op het slagveld.

Conclusie

Petra Groen en collegae hebben een prachtig boek afgeleverd, dat met recht een standaardwerk genoemd kan worden. Het betoog is analytisch stevig onderbouwd en prettig leesbaar. En de uitgever heeft het boek illustratief fraai in elkaar gezet, met talloze afbeeldingen van bronnen, artefacten, kaarten, staatsieportretten en diverse tabellen.

Een minpuntje is dat cultuurreligieuze aspecten onderbelicht blijven. Zo was ik benieuwd naar de geestelijke verzorging in de Spaanse en Nederlandse legers. Uniek is namelijk dat juist in de zeventiende eeuw in de Republiek het fenomeen legerpredikant is ingevoerd. Opmerkelijk genoeg was dit fenomeen afkomstig van de Spaanse katholieke troepen. Willem van Oranje kopieerde het concept van de Spanjaarden. Over dit overnemen van de zielzorgstructuur – veel mensen denken dat de protestanten de religieuze verzorging in het leger uitvonden – rept het boek niet.

Boek: De Tachtigjarige Oorlog, van opstand naar geregelde oorlog
Overzichtsartikel Tachtigjarige Oorlog

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×