Dirk Hannema (1895-1984) is een van de meest controversiële figuren uit de Nederlandse kunstwereld van de twintigste eeuw. Als briljante en dynamische jonge directeur slaagde hij erin Museum Boijmans in Rotterdam om te vormen van een provinciale instelling tot een voorbeeldig modern museum met een snel groeiende collectie en tentoonstellingen van wereldniveau.
Marie d’Harcourt, beter bekend als hertogin Maria van Gelre, liet in 1415 een gebedenboek maken dat beschouwd wordt als het belangrijkste in Nederland gemaakte verluchte handschrift uit de vroege vijftiende eeuw.
De Welshe wielrenner Arthur Linton (1868-1896) wordt vaak aangehaald als de eerste dopingdode uit het wielrennen. Tijdens de klassieker Bordeaux-Parijs, in juli 1896, zou hij een overdosis doping hebben genomen en daaraan zijn overleden. Maar klopt dit wel? In het boek Arthur Linton. Een ‘dopingdode’ uit het negentiende-eeuwse wielrennen (2010 Uitgevers) lezen we alles over deze kwestie.
De Britse empirist Francis Bacon (1561-1621) – niet te verwarren met de gelijknamige Iers-Britse expressionistische kunstschilder (1909-1992) – is een bekende naam uit de wetenschap, specifiek de filosofie, literatuur en rechtswetenschap. Hij geldt als de vader van het empirisme (een wetenschappelijke methode) en als schrijver van de onvoltooide, postuum verschenen roman Nieuw-Atlantis, waarin hij – als een soort tweede Leonardo
In het deze week verschenen boek Jazzvogels (Just Publishers) neemt jazzkenner Rudie Kagie de lezer mee op een verkenningstocht langs de rafelranden van de Nederjazz. Het boek bevat de reconstructie van dertien heldenlevens die een zwaar stempel op de ‘swingpolder’ drukten – variërend van Amerikaanse kopstukken als Nina Simone en Chet Baker, die zich in Nederland vestigden, tot trompettist en
In april 2018 verscheen een nieuwe biografie van koningin Wilhelmina: Wilhelmina, werkelijkheid en fictie. Auteur Gerard Aalders werpt hierin een ander licht op de koningin. Op Historiek een fragment over de ‘vlucht’ van Wilhelmina naar Engeland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In 1940 en 1941 hield seriemoordenaar Paul Ogorzow de stad Berlijn in zijn greep. De spoorwegmedewerker vermoordde verschillende vrouwen rond het spoor en kwam daarmee bekend te staan als de S-Bahn-moordenaar. De Kriminalpolizei maakte jacht op hem, maar desondanks wist Ogorzow lange tijd uit handen van justitie te blijven. De bijzondere geschiedenis wordt door WOII-kenner Kevin Prenger beschreven in zijn
De Duitse chef van de Kriminalpolizei (Kripo) Arthur Nebe was betrokken bij Operation Walküre, de mislukte aanslag op Adolf Hitler van 20 juli 1944, door de groep-Von Stauffenberg. Nebe besloot om kort na de aanslag onder te duiken, maar werd verraden en geëxecuteerd. Wie was deze Arthur Nebe? WOII-kenner Kevin Prenger beantwoordt deze vraag in Het masker van de massamoordenaar