De Nederlandse vlootvoogd Piet Hein (1577-1629) werd vooral bekend door de verovering van de Spaanse Zilvervloot in 1628. Hiermee bracht hij de Spaanse staatskas een zware slag toe.
Piet Hein wordt op 25 november 1577 geboren in Delfshaven. Dit als zoon van schipper Pieter Corneliszoon Hein en Neeltgen Claeszdochter. Hij heeft drie broers die allemaal koopman worden. Piet Hein doet zijn eerste ervaring op zee vermoedelijk aan boord van schepen van zijn vader op. Bekend is dat hij op zijn vijftiende zwabber (scheepsjongen) is op de haringbuis van zijn vader. Hein werkt zicht vanaf dat moment langzaam op.
Nederland is in deze periode in oorlog met Spanje. Tijdens een van de reizen die Piet Hein op een schip van zijn vader maakt, wordt hij gevangen genomen en moet hij noodgedwongen enkele jaren werken als galeislaaf. In 1602 komt hij bij een uitwisseling van gevangenen weer op vrije voeten.
Een jaar later wordt Piet Hein opnieuw gevangen genomen. Ditmaal wordt hij gevangen gezet in Havana. In 1607 keert hij weer terug naar Nederland. Hij treedt dan in dienst van de Vereenigde Oostindische Compagnie en vertrekt als onderkoopman op een schip dat naar de Molukken afreist. In 1611 keert hij terug. Een jaar later trouwt hij, op 23 september 1612, met Anneke Claesdochter de Reus. Deze vrouw is twaalf jaar ouder dan Piet Hein en de voormalige partner van zijn omgekomen collega Jan de With.
Piet Hein vestigt zich in Rotterdam en is enige jaren actief als kapitein op de koopvaardij.
In 1623 treedt Piet Hein in dienst van de West-Indische Compagnie (WIC). Hij onderneemt geregeld reizen waarbij hij Spaanse en Portugese koopvaarders aanvalt. Van de West-Indische Compagnie heeft hij hiervoor opdracht gekregen middels zogenaamde kaapbrieven. De WIC was in 1621 namelijk niet alleen opgericht om handel te drijven maar ook om afbreuk te doen aan de Spaanse handelsbelangen in de gebieden rond de Atlantische oceaan.
Verovering van de Zilvervloot
In 1628 brengt Piet Hein de Spaanse staatskas een zware slag toe door de Zilvervloot te veroveren. De Spaanse oorlogen worden voor een groot deel gefinancierd met zilver en goud dat afkomstig is uit de koloniën in Zuid en Midden Amerika. De WIC rust in 1628 daarom een aantal schepen uit om zo’n Zilvervloot te veroveren.
De eerste door de WIC uitgestuurde vloot wordt geleid door Pieter Ita (1597-1638). Deze bevelvoerder slaagt erin enkele schepen van de Spaanse Zilvervloot te overmeesteren. De hoofdmacht valt hij echter niet aan.
Piet Hein doet dat korte tijd later wel. Hij is enige tijd na Ita naar het Caribisch gebied vertrokken met eenendertig zwaarbewapende schepen. Terwijl de Spaanse Zilvervloot na de aanval van Ita denkt nu rustig verder te kunnen reizen stuitten ze in september 1628 op de vloot van Piet Hein. Deze slaagt er vrijwel direct in negen schepen te veroveren. De andere schepen die deel uitmaken van de Zilvervloot vluchten de Baai van Mantanzas aan de noordkust van Cuba in. Piet Hein en zijn mannen weten echter ook deze schepen al snel te veroveren. De buit bestaat uit goud, parels, handelswaar en 177.000 pond zilver die een totale waarde vertegenwoordigd van 11,5 miljoen gulden. De verovering van de Spaanse Zilvervloot gaat daarmee de boeken in als een van de beroemdste hoofdstukken uit de Nederlandse geschiedenis. Met de buit kon in de Nederlanden in 1629 onder meer het Beleg van ‘s-Hertogenbosch gefinancierd worden. Datzelfde jaar was er overigens nog enige beroering over de schat. De matrozen die mee hadden geholpen de Zilvervloot te veroveren waren ontevreden over hun beloning (zeventien maanden extra gage) en probeerden de buit, die bewaard werd in het Westindisch Huis te Amsterdam, te veroveren. Ze slaagden hier echter niet in. De Spaanse admiraal Juan de Benavides Bazán wordt vanwege de verovering van de Zilvervloot in 1634 in Sevilla vanwege plichtsverzuim onthoofd.
Piet Hein wordt na zijn verovering benoemd tot luitenant-generaal. In die hoedanigheid bestrijdt hij de kapers in Oostende. In 1629 sneuvelt hij hierbij. Op 4 juli dat jaar wordt hij begraven in de Oude Kerk in Delft.
Herinnering aan Piet Hein
De verovering van de Zilvervloot heeft een vaste plek in de Nederlandse geschiedenisboeken. Bekend is ook het triomfantelijke lied over het belangrijkste wapenfeit van Hein:
Piet Hein!, Piet Hein!, Piet Hein zijn naam is klein, Zijn daden bennen groot.
Dit lied werd in de negentiende eeuw gecomponeerd door Johannes Viotta. Lees onder dit artikel de volledige tekst van dit lied.
In Delfshaven is op het Piet Heinplein een standbeeld van de zevendtiende eeuwse veroveraar te vinden. Ook in de Baai van Matanzas staat een standbeeld van de zeeheld. Daarnaast zijn onder meer verschillende schepen van de Koninklijke Marine naar Piet Hein vernoemd.
Tekst van het Zilvervloot-lied van Johannes Viotta:
Heb je van de zilveren vloot wel gehoord
de zilveren vloot van Spanje?
Die had er veel Spaanse matten aan boord
En appeltjes van Oranje!
Sprak toen niet Piet Hein met een aalwaerig woord:
“Wel jongentjes van Oranje,
Kom, klim ‘reis aan dit en dat Spaansche boord
En rol me de matten van Spanje”?
Klommen niet de jongens als katten in ’t want
En vochten ze niet als leeuwen?
Ze maakten de Spanjers duchtig te schand’
Tot in Spanje klonk hun schreeuwen!
Piet Hein!, Piet Hein!, Piet Hein zijn naam is klein,
Zijn daden bennen groot
Zijn daden bennen groot
Hij heeft gewonnen de zilveren vloot,
Die heeft gewonnen, gewonnen de Zilvervloot. (bis)
Kwam er nu nog eenmaal zo’n zilveren vloot,
Zeg zou jullie nog zoo kloppen?
Of zoudt gij u veilig en wel buiten schoot
Maar stil in je hangmat stoppen?
Wel, Hollandsch bloed,
Dat bloed heeft nog wel moed!
Al bennen we niet groot,
al bennen we niet groot
We zouden winnen de Zilvervloot!
We zouden winnen, winnen de Zilvervloot!
We zouden winnen, winnen de Zilvervloot!