De Slag op de Zuiderzee, ook wel de Slag van Bossu geheten, was een zeeslag uit de Tachtigjarige Oorlog. Het zeetreffen vond (met een onderbreking) plaats van 3 tot 12 oktober 1573 tussen de watergeuzen en een Spaanse vloot, op de Zuiderzee nabij Hoorn en Marken. De slag werd gewonnen door de watergeuzen en leidde een periode van bloei in voor de Westfrieze steden Hoorn en Enkhuizen.
Voorgeschiedenis
In de maanden voor de Slag op de Zuiderzee hadden de geuzen al enkele belangrijke overwinningen behaald. Op 1 april 1572 veroverden de watergeuzen Den Briel, gevolgd door Vlissingen op 22 april 1572. Op 21 mei voegde Enkhuizen zich bij de prinsgezinden.
Amsterdam bleef van 1572-1578 koningsgezind, terwijl andere Hollandse steden zich in deze jaren achter Willem van Oranje schaarden. Om de Spaansgezinde stad te dwarsbomen, blokkeerde een geuzenvloot in de Zuiderzee regelmatig de waterweg naar Amsterdam. Halverwege 1573 was de hertog van Alva hier klaar mee en gaf opdracht om de geuzenvloot van de Zuiderzee te verjagen en West-Friesland aan te vallen. Voor dat doel werd in Amsterdam een vloot van twaalf schepen en zes jachten gebouwd, die op 12 september gereed kwam. Het admiraalsschip, dat zeer toepasselijk “Inquisitie” heette, was een zwaarbewapend gevaarte en zou, onder bevel van de Henegouwer Maximiliaan van Hénin-Liétard – Maximiliaan van Bossu (1542-1578) -, de aanval op de geuzenvloot leiden.
Slag op de Zuiderzee
De eerste schermutselingen in de aanloop naar de Slag op de Zuiderzee vonden plaats van 3-6 oktober 1573. De watergeuzen lagen met een vloot van 25 schepen bij Marken, onder leiding van Cornelis Dirkszoon (ca.1542-1583), de burgemeester van Monnickendam. Met name op 5 en 6 oktober vonden er onderling beschietingen plaats en vielen er aan beide zijden veel slachtoffers. Daarna kwam de strijd bijna een week stil te liggen, vanwege ongunstige wind. De strijd bleef nog onbeslist.
Op 11 oktober draaide de wind. De geuzen benutten dit door de aanval in te zetten op de Spaanse vloot. Opnieuw werd er zwaar gevochten. De tactiek van de geuzen was om de Spaanse schepen te enteren om aan boord man tegen man te vechten, dit omdat de geuzen veel minder munitie dan de Spanjaarden hadden. Als extra bescherming hadden de Noord-Hollanders visnetten voor de romp van hun schepen gespannen. Daarmee konden zij de Spaanse kanonskogels opvangen, zodat die niet teveel schade aanrichtten.
Jan Haring, een onverschrokken matroos die ook een heldenrol had tijdens de Slag op de Diemerdijk (2 juni-17 juli 1573), klauterde op 12 oktober in de vlaggenmast van het Spaanse vlaggenschip, nadat Bossu’s schip een dag eerder was vastgelopen in ondiep water door een enterpoging van de geuzen. Onder enorm gejuich van de geuzen sneed Haring de admiraalsvlag los, maar toen hij weer naar beneden klom werd hij neergeschoten en viel hij in zee. Andere geuzen hakten vervolgens de mast van het vlaggenschip “Inquisitie” eraf. Toen de andere Spaanse schepen dit zagen, sloegen ze op de vlucht naar Amsterdam.
Bossu gevangen in Hoorn
De Spaanse bevelhebber Hénin-Liétard, heer van Bossu, bleef als enige achter. Om te voorkomen dat hij en zijn mannen gedood werden, gaf hij zich over aan de geuzen. Bossu werd gevangengenomen – samen met 200 Spaanse matrozen – en vervolgens drie jaar lang, tot de Pacificatie van Gent (1576), opgesloten in het voormalige weeshuis van Hoorn. De 200 gevangen Spaanse matrozen ruilden de geuzen voor 200 prinsgezinden die bij het bezet van Haarlem gevangengenomen waren.
Ter herdenking aan de Slag op de Zuiderzee, beitelde men boven de ingang van het voormalige weeshuis in de Achterstraat in Hoorn, waar Bossu vastzat, de volgende tekst:
In October den elfden dag,
Graaf Bossu hier verovert tot Hoorn,
Gevangen in dit Euis hy lag,
Even drie jaren na den slag,
Dien hy op Zuider Zee had verloren.
NB. ‘den elfden dag’ moet zijn ‘de twaalfden dag’, omdat Bossu op die dag gevangen werd genomen.
Na zijn vrijlating in 1576, waarbij Bossu werd omgeruild voor Marnix van Sint-Aldegonde (1540-1598), koos Bossu de kant van de Prinsgezinden. Hij speelde nog een rol bij de totstandkoming van de Unie van Brussel in 1577, waar onder andere de Pacificatie van Gent geratificeerd werd. Bossu slaagde er op 11 februari 1577 na onderhandelingen in om de Spaanse troepen uit de belegerde Vredenburg te doen vertrekken en zo de stad Utrecht (net als later o.a. Schoonhoven, Muiden en Weesp) aan de zijde van de Staten-Generaal te brengen.
In het Westfries Museum in Hoorn wordt uitgebreid aandacht besteed aan de Slag op de Zuiderzee. Het museum toont onder meer verschillende schilderijen van de slag. Topstuk is de zogenaamde beker van Bossu, een vergulde, zilveren beker die werd buitgemaakt op de admiraal in Spaanse dienst. Het opschrift op de rand van zijn beker luidt ‘Rien ou Comtes’, niets of graaf.
Tijdlijn Nederlandse geschiedenis
Boek: De Tachtigjarige Oorlog – H. Amersfoort
Bronnen ▼
-http://www.zuiderzeehoorn.nl/pg-27093-7-81127/pagina/de_slag_op_de_zuiderzee.html
-Anne Doedens & Jan Houter, De Watergeuzen. Een vergeten geschiedenis, 1568-1575 (Walburg Pers, 2018) p. 157-175.